JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Verlos ons van dit Stilstandland

Pleidooi voor echte democratie

Joren Vermeersch18/8/2020Leestijd 5 minuten

foto © BELGA

België is naast onbestuurbaar ook onhervormbaar. Een doorbraak naar echte democratie moet komen van confederalisme.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Of we nu wél of niet een federale regering krijgen na anderhalf jaar zonder: de burger lijkt er amper nog wakker van te liggen. Logisch eigenlijk, als je erover nadenkt. Dit land wordt immers al veel langer niet meer bestuurd, in de eigenlijke zin van het woord dan toch: eendrachtig een richting inslaan, structureel hervormen, vaste koers aanhouden. Het wordt hoogstens beheerd, al vele decennia lang.

Zelfs mét een volwaardige regering valt er geen land mee te bezeilen. Waarom? Niet omdat we met een ‘zwakke generatie aan politici’ zouden zitten, zoals sommigen beweren. Wél omdat het onbestuurbaar is an sich. Met de beste wil van de wereld kun je in dit Stilstandland geen bakens verzetten. De reden daarvoor zijn legio, maar niet altijd even goed gekend.

Bont allegaartje

Met stip op 1 staat het ronduit onwerkbare idee om vanuit een dubbele democratie, met sterk afwijkende kiesuitslagen in Noord en Zuid, toch één federale regering te vormen. De meeste Europese democratieën beschikken over slagkrachtige regeringen van één tot twee partijen. Onze dubbeldemocratie veronderstelt daarentegen coalities van vijf, zes tot soms zelfs zeven partijen.

Filosofisch staan die mijlenver van elkaar af. Maar toch verwachten pers en publiek van dit bonte allegaartje dat het na de verkiezingen plots een ‘hechte ploeg’ gaat vormen. Quod non uiteraard. Ministers zijn hier niets meer dan ‘concullega’s’, vliegen afvangen een kunst. En dat heeft zo zijn prijs. In Stilstandland kan de kiezer de politiek niet bijsturen met zijn stem, maar wordt die permanent verlamd door onwerkbaar brede coalities.

Collectief over de laagste lat

Alsof dit systeem nog niet disfunctioneel genoeg is, verergert de sclerose in Stilstandland nog door de perverse politieke cultuur die er heerst. Elke coalitiepartner, hoe minuscuul ook, beschikt hier over een vicepremier met vetorecht over elk dossier van belang, van elke collega. Dat vetorecht is belangrijk en dient gerespecteerd, maar is tegelijk enkel werkbaar wanneer het gereserveerd blijft voor essentiële dossiers.

Indien het evenwel te pas en te onpas op tafel wordt gegooid, en dan vooral binnenskamers, dan beweegt er in de politiek helemaal niets. Net dat is meer regel dan uitzondering in Stilstandland. Ministeriële vrijheid is hier een totale fictie. Enkel met fiat van, en met het tempo van, de meest onwillige coalitiepartner kan er iets beslist worden. En aan elke beslissing, hoe banaal ook, gaat een stevig rondje interne politieke catenaccio vooraf, waar een gewone mens prompt grijze haren van krijgt.

Afkookseldemocratie

Ambitieuze voorstellen van een minister worden eerst urenlang afgebroken in zogenaamde ‘interkabinettaire werkgroepen’ (IKW). Daarin vaardigen de andere regeringspartijen raadgevers af met slechts één duidelijke opdracht: als een ware pitbull beletten dat de ‘tegenstander’ politiek kan scoren. Wat na die marathonvergaderingen als flauw afkooksel overblijft, wordt vervolgens nogmaals uitvoerig gefileerd in ellenlange vergaderingen op ministerniveau.

Daarin speelt die reflex nog sterker. Concullega’s in de regering mogen er vooral niet in slagen hun droomhervorming binnen te rijven, want anders zouden die wel eens té populair kunnen worden, ten koste van de eigen partij. Wat overblijft is halfbakken kost. Slappe koffie, die vervolgens via voluntaristische communicatie toch zo straf mogelijk opgediend wordt aan de burger, om toch maar de illusie te wekken van een krachtdadig en eensgezind bestuur.

De macht om de macht

In theorie hoeft een bonte coalitie niet per se te resulteren in een strompelregering, maar in de praktijk is dat in Stilstandland wel steeds het concrete resultaat. Dat komt omdat het politieke centrum in zo’n formule nu eenmaal altijd onmisbaar is. En laat dat nu net een broertje dood hebben aan ambitieuze hervormingen. Daar hebben we in de Zweedse regering schrijnende voorbeelden van gezien. Voor de goede verstaander: ik heb het hier nu niet alleen over die ene centrumpartij, die spontaan in uw gedachten opwelt wegens kampioen oppositie voeren binnen de regering. Ik heb het over het geheel van onderling inwisselbare centrumpartijen die dit lapje klei rijk is.

Allen zijn ze stilstand-verslaafd en verlekkerd op het status quo. Allen even bedreven in het verdrinken van vissen in oeverloze discussies. Kiesverenigingen zonder enig ideologisch profiel zijn het. Liga’s van beroepspolitici, voor wie het eigen politieke programma niet meer is dan loze spielerei. Met recht en reden overigens, want een té ideologisch profiel is slechts een hinderpaal op weg naar de macht. Een kruiwagen rijdt nu eenmaal makkelijker de Wetstraat binnen dan een zwaarbeladen kar. En daar gaat het hem om in Stilstandland: de macht. Om het behalen en het behouden ervan. Om ‘erbij’ te zijn.

Het middenveld regeert het land

Dat verzamelde politieke centrum heeft in Stilstandland macht nodig zonder ideologie, omdat het slechts bestaat bij gratie van andere, oudere en veel machtigere politieke spelers: het georganiseerde socio-economische middenveld, beter bekend als de ‘zuilen’. We spreken hier over organisaties met miljardenbudgetten, zonder enige democratische legitimiteit maar wel mét politieke prioriteiten, die ze ook gerespecteerd willen zien, via hun macht over het politieke centrum.

In willekeurige volgorde: ruimhartige en kritiekloze publieke financiering, het usurperen van kerntaken van de federale overheid tegen forse vergoeding, een vetorecht over alle sociaaleconomische dossiers van belang en, last but not least, het behoud van het federale België met de meest essentiële pijler daarvan, de nationale fiscaliteit en sociale zekerheid, teneinde de miljardentransfers naar Wallonië veilig te stellen.

Samen vormen zij de ‘deep state’ van België. Verkiezingsresultaten glijden van hen af als water van een eend. Even onverstoorbaar als rigoureus bewaken zij het status quo in Stilstandland. Het is tout pour le peuple, rien par le peuple’, in de allerbeste Habsburgse traditie. ‘Et pour les flamands, la même chose’.

De prijs van de stilstand

Ondertussen tikt de staatsschuld in Stilstandland elk jaar opnieuw verder aan en blijven we met zijn allen Scandinavische belastingen betalen voor mediterrane pensioenen, ambtenaren en politici uitgezonderd. Elke dag opnieuw zuigt het met zijn hyperlakse uitkeringsstelsel armoede aan vanuit alle hoeken van de derde wereld, en daardoor ook culturele conflicten en criminaliteit. Miljarden aan Vlaams belastinggeld, die broodnodig zijn voor investeringen in zorg en onderwijs, worden systematisch gekieperd in de bodemloze trog van de Waalse socialistische heilstaat.

Stilstandland is een land van betalen, knikken, berusten en slikken, telkens weer slikken. Want ook justitie, nochtans kerntaak nummer één van de overheid, is er een verre droom. Van geweldcriminelen tot gesyndiceerde witteboordencriminelen, die het spaargeld van de gewone man aftroggelden om het te verkwanselen op de beurs. Allen worden ze in dit land met een fluwelen handschoen aangepakt, omdat er nu eenmaal een chronisch tekort bestaat aan gevangeniscapaciteit. Dat alles is de prijs van Stilstandland. Een prijs, die we ons in deze postcoronatijden echt niet meer kunnen veroorloven.

Pleidooi voor echte democratie

Wie het veto van ABVV-FGTB tegen de nota De Wever-Magnette las, simultaan gepubliceerd in De Standaard en L’Avenir op 13 augustus, wist toen al dat paars-geel over and out was. De bazen hadden gesproken. De torpedo’s van de Belgique-à-papa-as Open Vld-MR deden slechts de rest. Voor hervormingsgezind Vlaanderen wordt het tijd om die pijnlijke realiteit onder ogen te zien. Zelfs een duidelijke Vlaamse hervormingsmeerderheid zal in de Kamer altijd stoten op diezelfde krachten. Zij, de bewakers van Stilstandland, gaan elke partij uitspuwen en verslinden die het waagt om te raken aan de fundamenten van het disfunctionele en ondemocratische Belgische systeem.

Een doorbraak naar echte democratie zal daarom slechts mogelijk zijn buiten het federale parlement. Ze zal moeten komen van confederalisme, uitgeroepen in en door het Vlaams Parlement. Pas dan zal onze democratie kunnen herleven en herademen. Pas dan zal de Vlaming eindelijk krijgen waar hij al zo lang recht op heeft: een krachtdadige regering van maximaal twee tot drie partijen. Een regering die knopen doorhakt in de fiscaliteit, migratie, justitie, gezondheidszorg en sociale zekerheid, vertrekkend vanuit een gedeeld maatschappelijk project. Een regering die de kiezer in het stemhokje kan belonen, dan wel naar huis sturen, waarmee hij de politiek bijstuurt in de richting die hij wenst. Echte democratie dus.

Joren Vermeersch (1981) is jurist, historicus, auteur en adviseur ideologie voor N-VA. Bijdragen zijn steeds in eigen naam. Hij publiceerde '1349: Hoe de Zwarte Dood Vlaanderen en Europa veranderde', en met Theo Francken 'Continent zonder grens' en 'Migratie in 24 vragen en antwoorden'.

Meer van Joren Vermeersch

Vlamingen kiezen voor nationalistische partijen net omdat waarden als vrijheid en gelijkheid onder druk staan, zegt Joren Vermeersch.

Commentaren en reacties