JavaScript is required for this website to work.
post

De fascisering van 2011 en die van 2014: van kwaad naar erger

Een terugblik

Jean-Pierre Rondas28/10/2014Leestijd 3 minuten

In 2011 werd de N-VA verbannen als een lepralijder. Drie jaar later doet partijpolitiek links en Franstalig België dat nog eens dunnetjes over.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De fascisering slaat dezer dagen zodanig toe dat politici die het goed met België menen, Björn Rzoska en Philippe Moureaux bijvoorbeeld, zowaar weer over amnestie beginnen. Zij beseffen dat het eindeloze gedram over de jaren dertig en veertig de staat België versneld zal doen splijten. Maar toen kwam Bruno Tobback. In een van zijn beroemde tautologieën vreesde hij dat amnestie wel eens amnestie zou kunnen betekenen. Letterlijk zei hij: ‘ik vrees dat het snel zou neerkomen, op de spons erover vegen. En dat zou niet nuttig zijn.’ inderdaad, dit wapen wil hij zich niet uit de handen laten slaan. Tobback wil nog eens 70 jaar instrumentalisering van de collaboratie door de francofonie en partijlinks Vlaanderen. Dat heeft de afgelopen decennia immers zo goed gewerkt, toch?

Drie jaar geleden, in 2011, dacht ik dat men met het fasciseren in zulke mate had overdreven, dat het verschijnsel nu wel op zijn einde liep. Terwijl wat vandaag gebeurt nog een verheviging lijkt van toen. Vandaar deze terugblik op die column van 14 juni 2011. 

Bruggen slaan met grapjes (De Morgen 14 juni 2011) 

Ook die uitmuntende aflevering van Panorama op Canvas gezien over de zoektocht naar een Europees president? De Deense makers toonden met genoegen het moment waarop het Europese voorzitterschap van Berlusconi mislukte. Il Cavaliere had namelijk de Duitse socialistische fractievoorzitter van het Europese parlement een rol aangeboden als Kapo in een Italiaanse filmproductie over de Duitse kampen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Toen de man protesteerde kreeg hij nog eens het verwijt over zich heen dat hij geen gevoel voor ironie bezat. Berlusconi was in elk geval niet beducht voor de jijbak ‘al wat je zegt ben je zelf’, en tenminste daarin had hij gelijk. Hij is namelijk zelf geen fascist. Toch kon hij het niet laten om mee te doen met de gebruikelijke fascisering of, al naargelang, de nazificering van de tegenstander in hedendaagse politieke conflicten en debatten, waardoor de holocaust het enig resterende politiek-morele ijkpunt is geworden.

Het ligt voor de hand dat ook in het institutionele debat over de herstructurering van de staat België het fascismeverwijt als een retorische clusterbom wordt ingezet, het vaakst door de Franstaligen richting Vlaamse partijen. Omgekeerd gebeurt bijna nooit. Uiteraard bezondigt ook ‘Vlaams links’ zich hieraan tegenover ‘Vlaams rechts’.

Vooral de ex-hoofdredactrice van Le Soir, Béatrice Delvaux, grossiert in deze paranoïsche reductio ad hitlerum. Ze is daar heel hardleers in. Zo stelde ze in maart jongstleden zelf haar hele redactionele palmares van nazi-invectieven tegen één Vlaamse partij samen, liet die in het Nederlands vertalen en gaf het resultaat dan uit als een Nederlandstalige editie van Le Soir. Titel: Le Soir en Vlaanderen, waarbij de en zowel Nederlands als Frans kan zijn. Daarbij hernam ze zeven aantijgingen waarover Bart de Wever zijn beklag had gedaan, en waarom hij deze krant sindsdien geen interviews meer toestaat. En ofschoon ze zelf beweerde met haar initiatief bruggen naar de andere gemeenschap te willen slaan, dikte ze in extra commentaren de ‘fascisering’ nog wat aan. Ik maak hier even het lijstje van haar morele superioriteit. In elk artikel komen holocaust-gerelateerde vergelijkingen ter sprake. Als een zwarte draad.

  1. Oproep tot liquidatie ter zee van de hele N-VA. Antwoord: tiens, ligt dat gevoelig, zeg! Was grappig bedoeld (cf. Berlusconi).
  2. Wegens de wooncode worden Vlamingen in het algemeen vergeleken met Serviërs. Killing Serviërs wel te verstaan. Krijgt soms navolging: een sp.a-senator vergelijkt strafpleiter Van Aelst met Mladic. Eyskens is de enige die ooit de Vlamingen zowel met Serviërs, als met Kosovaren heeft vergeleken.
  3. Stefan Brijs vergelijkt in Le Soir en De Standaard de Vlamingen met nazi’s, en misbruikt daartoe Viktor Klemperers dagboeken.
  4. Le Soir schaart zich achter Mertens’ negationisme-verwijt. N-VA is neonazistisch.
  5. Artikel over vergelding, met foto van massagraf in Nigeria. Rechtvaardiging: in België heerst ‘een situatie die leidt tot genocide’.
  6. Debat over Waalse collaboratie: ‘over Waalse collaboratie bestaat niet de minste dubbelzinnigheid’ (slechts in Vlaanderen wel).
  7. Abnormalisering van De Wever via psychanalyse van diens opvoeding (opnieuw collaboratie).

Wat is er in deze auteurs en hun redactrice gevaren dat het ergste wat ze zich in de geschiedenis kunnen voorstellen nauwelijks volstaat om de aard en de politiek van het andere (Vlaamse) landsdeel en zijn bewoners te beschrijven? Overspannen geesten? Paranoia? Grijnsjournalistiek? Of gewoon de Gallische lust tot dramatiseren, de grote gebaren? Iets van dat allemaal, maar ongetwijfeld ook koude berekening en rationele inzet van retorische middelen. Zo kadert de eerste aanval op De Wever en de N-VA (de oproep tot liquidatie op 22 maart 2008) eigenlijk nog in de reeks ‘Bespotting van Leterme’. Deze bobijn was toen totaal afgespoeld, het hoefde ook niet meer, Leterme was immers in de pas gaan lopen. Vandaar dat de laatste Leterme-aflevering tegelijk ook de eerste was in de nieuwe reeks ‘Fascisering van De Wever’. De twee gingen naadloos in elkaar over.

Zouden Béatrice Delvaux en haar scribenten, samen met Kurt de Loor, Marc Eyskens en Berlusconi, werkelijk zulke biografisch en historisch belezen talenten zijn dat ze dit soort vergelijkingen en gelijkstellingen hard kunnen maken? Dat is weinig waarschijnlijk. Ik hou het op verblinde verdwazing. Jammer genoeg is het niet hierom dat Béatrice Delvaux haar ontslag als hoofdredactrice heeft moeten indienen … 

 

Foto: Léon Degrelle krijgt het IJzeren Kruis van luitenant-generaal Werner Sanne aan het Oostfront. (c) Reporters

Jean-Pierre Rondas was tot 2011 radiomaker bij Klara (VRT) met de interviewprogramma’s Wereldbeeld en Rondas. Publiceerde 'Rondas’ Wereldbeeldenboek' (2006 en 2020). Als stichtend lid van de Gravensteengroep redigeerde hij 'Land op de tweesprong. Manifesten ter ontgrendeling van Vlaanderen' (2012). In 2014 verscheen 'De hulpelozen van de macht'. Publiceerde nieuwe geannoteerde edities van Filip De Pillecyns 'Tegen de muur' (2019) en 'Mensen achter de dijk' (2020). Maakte een keuze uit Mark Grammens' 'Journaal'-essays in 'Trouw moet blijken' (2022). Eigen essays verschenen in 'Een kwestie van bestaan. Vlaanderen in de wereld' (2020).

Commentaren en reacties