De journalistieke jacht op vader Bontinck
Op 22 februari vertrekt de 18-jarige Jejoen Bontinck vanuit Antwerpen, onder vals voorwendsel, richting Syrië om zich aan de kant van de gewapende rebbellen in de strijd te mengen tegen het regime van dictator Bashar al-Assad. De eerste berichten hierover verschijnen een maand later gelijktijdig in Gazet van Antwerpen, Het Nieuwsblad en Het Laatste Nieuws.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDie laatste titel onthult meteen ook de plannen van vader Dimitri Bontinck om naar Syrië te trekken: ‘Mocht ik het geld hebben, ik ging hem zelf terughalen’ (HLN, 22 maart). De redacties hebben meteen een ontluikend avontuur geroken. De zoektocht van een wanhopige vader naar zijn zoon in oorlogsbied bevat immers alle ingrediënten voor een heroïsche, emotionele en spannende reportagereeks die de lezer, de kijker, maar ook de politieke wereld kwistig zal prikkelen. Een verhaal van ‘moed en liefde’, zoals Terzake later tijdens een van de Syrië-reportages aankondigde.
Nauwelijks één dag later meldt De Morgen dat Dimitri Bontinck ‘samen met VRT-journalist Rudi Vranckx naar Syrië trekt om zijn zoon te halen’. Verschillende redacties blijken meteen in actie geschoten om de vader tijdens zijn hachelijke tocht naar Syrië journalistiek in te lijven. Op 4 april voegt Dimitri Bontinck de daad bij het woord en verschijnt een dag later met freelance journaliste Joanie de Rijke en de Mexicaanse persfotograaf Narciso Contreras (beiden in opdracht van De Standaard) aan de Turks-Syrische grens. Daar worden ze al meteen opgewacht door een cameraploeg van VTM en VRT.
Videodagboek
‘Ik was de enige journalist die met Bontinck in Syrië was. We hebben allebei onze eigen kosten betaald’, mailt De Rijke vanuit de Syrische grensstreek. Eenmaal in Syrië is het mediatieke startschot gegeven voor een inhalig journalistiek feuilleton dat dag na dag naar een gewaagde climax toewerkt.
‘Vlaamse vader zoekt Jejoen aan Syrische front’ (HN, 6 april), ‘Elke seconde kan Jejoen hier sterven, en ik ook’ (HN, 8 april), ‘Vader weet waar Jejoen is: “We gaan er vandaag heen”‘ (HN, 9 april), ‘Vader Jejoen hoopt vandaag zoon in Syrië terug te zien’ (DM, 10 april).
Tijdens de zoektocht in en rond Aleppo, wordt vader Bontinck enkele uren door een radicale militie vastgehouden en geslagen: ‘een kap over mijn kop, alle kleren uit, handboeien aan, kalasjnikov in mijn mond’. Dat mondelinge (ongecontroleerde?) relaas komt, behalve in een VRT-reportage, ook aan bod in het ‘videodagboek’ dat Dimitri Bontinck dan weer exclusief op vraag van VTM bijhield.
Actiefilm
Meteen daarna wordt de draad terug opgepikt en evolueren de krantenkoppen geleidelijk naar een anticlimax. ‘Dimitri Bontinck vindt zoon niet’ (HLN, 12 april), ‘Weinig hoop in zoektocht naar Jejoen’ (DS, 16 april), ‘Zoektocht naar Jejoen is mislukt’ (HN, 16 april).
Tegelijkertijd met die hapering van het script verslapt ook de journalistieke aandacht. Het gezeul van reportageploegen met Dimitri Bontinck en de gemediatiseerde zoektocht naar zijn zoon, roepen verschillende vragen op: niet alleen inzake veiligheid, maar ook ethisch en journalistiek-inhoudelijk. Bontinck wordt in beeld gebracht als de heldhaftige vader in een reality-tv-reeks – de overtreffende trap van fictietelevisie – die weinig meer nastreeft dan journalistieke actie, spanning en sensatie. We zien en lezen daarbij dagelijks hoe de getuigenissen van Dimitri Bontinck gaandeweg – en onvermijdelijk – uitmonden in groeiende sympathie voor ‘het Syrische verzet’.
Niet objectief
Het vermijden van simplistische beeldvorming is evenwel geen vaderlijke, maar een journalistieke opdracht. Een taak die hier overtuigend werd opgeofferd aan avontuurlijk-anecdotische dagjesjournalistiek, waarbij de ingebedde reportages steeds meer afgleden naar desinformatie.
Na de eerste ontnuchteringen die volgden op de Arabische Lente in Egypte was Rudi Vranckx zich sterk bewust van deze problematiek. Tijdens een lezing in Brussel gaf hij ruiterlijk toe dat de journalistiek toen had gefaald: ‘We waren namelijk niet objectief. Ik voelde mij helemaal embedded bij al die mensen die protesteerden op dat plein (Tahirplein in Caïro – red.). (…) Ik werd ook meegesleurd door dat enthousiasme en door die dynamiek.’
Voormalig VRT-journalist en Midden-Oostenkenner Jef Lambrecht vreest dat ook bij deze journalistieke zoektocht naar Jejoen ‘de slechte enscenering de journalistieke geloofwaardigheid moest dienen.’ Reizen om te leren blijkt niet altijd een onvoorwaardelijke journalistieke drijfveer.
Categorieën |
---|
Frank Thevissen (1962) is doctor in de communicatiewetenschappen en was tot 2008 als hoofddocent strategische communicatie verbonden aan de VUB. Hij is de ontwikkelaar van De Stemmenkampioen en publiceerde o.a. 'Media en journalistiek in Vlaanderen: kritisch doorgelicht', 'De vierde onmacht: journalisten, politici en critici over media en journalistiek' en 'Het is maar een peiling'.
Frank Thevissen duikt in een driedelige reeks achter de schermen van de constructieve journalistiek. Vandaag de derde aflevering (slot).
De laatste Amerikapodcast voor de presidentsverkiezingen: over een eekhoorn, vuilnis en slechte grappen.