JavaScript is required for this website to work.
post

De kracht van verandering

Vincent De Roeck13/9/2012Leestijd 3 minuten

Pauline Marois, de kersverse premier van Québec, wond er op 4 september geen doekjes om. ‘Mijn overwinning is jullie overwinning’, donderde ze op het overwinningsfeestje van haar Parti Québecois. ‘Mijn overwinning is die van een herenigde partij, een partij die het Québecse volk een eigen land wil voorstellen dat vrij en onafhankelijk is.’

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Zelfs de verijdelde aanslag buiten het partijgebouw kon de sfeer en roes niet breken. De PQ had gewonnen. Partijvoorzitster Pauline Marois kan als eerste vrouwelijke premier de provincie besturen. Nationalisten zwaaien opnieuw de plak in Québec en Ottawa – Canada’s federale hoofdstad – zal het geweten hebben.

Althans zo leek het even. Soep wordt zelden zo heet gegeten als opgediend. En dat is in Québec natuurlijk niet anders. De PQ won de verkiezingen dan wel, van een eclatante overwinning was geen sprake. De PQ werd de grootste partij (32% van de stemmen, 51 zetels op 125), toch ging ze er maar drie zetels op vooruit en wordt het een minderheidskabinet. Niet meteen de ideale uitgangspositie om grote uitspraken te doen. Verder gingen de verkiezingen ook helemaal niet over afscheiding maar over traditionele thema’s zoals milieu, sociale zaken, jobs en – vooral – corruptie en machtsmisbruik van de uittredende liberale regering.

Oppositie

De vervroegde verkiezingen kwamen er nadat de regering van premier Jean Charest (Parti Libéral du Québec, PLQ) in opspraak was gekomen in corruptiezaken. In hun bijna tien jaar aan de macht zouden zij contacten met de georganiseerde misdaad onderhouden hebben en steekpenningen aangenomen voor de toekenning van overheidscontracten. Verder werden betogingen verboden, vooral van studenten die protesteerden tegen de verhoging van schoolgelden, en het recht van vereniging aan banden gelegd. De PLQ verloor zogezegd de verkiezingen, maar blijft met 31,2% van de stemmen en 50 zetels wel de tweede partij en dus de ‘officiële oppositie’.

Een derde partij, de Coalition Avenir Québec rond zakenman François Legault, kon zich naast de twee traditionele machtsblokken nestelen. Zij wonnen met hun campagne rond economische hervormingen en milieubescherming een dikke 27% van de stemmen, met 19 zetels tot gevolg. Québec Solidaire is de vierde en laatste partij die zetels haalde in het parlement. Deze heel-linkse sterk-nationalistische partij die vooral begaan is met minderheden, feminisme en antiglobalisme haalde 6% van de stemmen en mag twee vertegenwoordigers naar de Assemblée in Québec-Ville sturen.

Separatistische droom

Separatisten in binnen- en buitenland zien in deze verkiezingen de opstand van een nieuw, zelfbewust Québec dat opnieuw meer op zijn strepen zal staan in Ottawa. Zij nemen hun dromen echter voor werkelijkheid. Sinds het mislukte onafhankelijksreferendum van 1995, het tweede in lijn nota bene, is ook de PQ verveld tot een gematigde partij. De PLQ was nooit een voorvechter voor de Québecse Zaak, en ook de CAQ, nochtans de opvolger van de soevereinistische Action Démocratique, houdt zich op de vlakte als het op staatskunde aankomt. Enkel het extreemlinkse Québec Solidaire is nog communautair scherpslijper.

De redenen hiervoor zijn tweeërlei: de economie en het beleid van de conservatieve federale regering-Harper. Daarbovenop komt ook nog dat de verslagenheid en moeheid na twee mislukte referenda nog steeds niet helemaal weggeëbd is, en de nationalistische beweging, meer versplinterd dan ooit tevoren, de spoken uit haar verleden nog steeds niet heeft verjaagd.

Zieke man

De provincie Québec mag gerust de zieke man van Canada genoemd worden. Zij zit economisch in erbarmelijke papieren. Zij kreunt onder een totale provincieschuld van meer dan 250 miljard dollar, geaccumuleerd bovenop de 253 miljard dollar aan transfers die Québec genoten heeft sinds de opstart van binnenlandse cohesiefondsen in 1957. Een onafhankelijk Québec zou dan ook meer op Griekenland dan op Vlaanderen lijken, en dat beseffen stilaan ook meer en meer Québecois.

Anderzijds heb je het federale beleid van Stephen Harper. In tegenstelling tot zijn voorgangers staat Harper een meer gedecentraliseerd beleid voor. Zelf afkomstig uit Alberta, een westelijke staat met een eigen anti-Ottawa-mentaliteit, wil Harper helemaal geen nationale beslissingen door de strot van de provincies duwen. Hij beperkt zich strikt tot de nationale bevoegdheden en laat de provincies meer vrijheid om zelf keuzes te maken en beleid te voeren.

‘Québec heeft geen meningen, enkel gevoelens.’ Dit citaat van Wilfrid Laurier, de eerste Franstalige premier van Canada, lijkt honderd jaar na datum nog steeds actueel. De Québecois voelen zich een eigen natie, maar toch zijn er alsmaar minder mensen die daar echt een punt van willen maken. Het is moeilijk de hand af te hakken die je voedt. Wat opgaat voor Wallonië, gaat ook op voor Québec. Op dat vlak een wel zeer vreemde bondgenoot.

Een politiek analiste van Sun News in Canada verwoordde het treffend: ‘Dit was een Wij-Willen-Verandering-verkiezing, geen Wij-Willen-Onafhankelijkheid.’ De PQ begrijpt dat, niet het minst omdat vele niet-nationalisten deze keer ook hun bolletje aangekruist hebben. En dat brengt ons terug bij Vlaanderen en onze eigen nationalistische partij die in de peilingen hoge toppen scheert. Québec, de kracht van verandering.

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties