JavaScript is required for this website to work.
Politiek

De lobbycratie van de Nederlandse Eerste Kamer

Mogelijke belangenverstrengeling en onduidelijke neveninkomsten ondermijnen de geloofwaardigheid

Wouter Roorda8/3/2019Leestijd 4 minuten
De Nederlandse Eerste Kamer (Senaat) ligt onder vuur voor innige banden met
lobbyisten

De Nederlandse Eerste Kamer (Senaat) ligt onder vuur voor innige banden met lobbyisten

foto © Pierre Crom / REPORTERS

Corruptie in Nederland? Eerste Kamer onder vuur voor banden met bedrijfsleven en organisaties. Steeds vaker valt de term lobbycratie.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op 20 maart zijn er verkiezingen in Nederland voor de Provinciale Staten en daarmee indirect voor de Eerste Kamer. Klimaat en migratie domineren als thema’s de campagne. Eerste Kamerleden lagen de afgelopen tijd onder vuur vanwege hun intensieve banden met organisaties en bedrijven op de terreinen waarover zij ook het woord voeren. Inkomsten uit nevenfuncties onttrekken zich aan het zicht.

Lage opkomst voor Provinciale Staten

De opkomst voor de statenverkiezingen schommelt de laatste vijfentwintig jaar zo rond de 50 procent, tegenover circa 80 procent bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer. De opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen ligt iets hoger, die voor Europa nog een stuk lager.

Er zijn verschillende factoren die de lage opkomst helpen verklaren. De provinciale politici zijn niet erg bekend en het gaat om kopstukken verdeeld over twaalf provincies. De bekendste provinciale persoonlijkheid is vaak de commissaris van de koning, zo blijkt uit enquêtes die in aanloop naar de statenverkiezingen verschijnen. Provinciale issues spelen vaak geen grote rol in de media, al zijn er regionale uitzonderingen. Voorbeelden hiervan zijn het gebruik van vliegveld Lelystad als overloop van Schiphol en het wildbeheer in de Oostvaardersplassen in Flevoland.

Landelijk belang

Het landelijk belang van de statenverkiezingen vormt het feit dat de nieuwe statenleden de nieuwe Eerste Kamer gaan kiezen. Op de lijsten voor de nieuwe Eerste Kamer vinden we veel landelijk bekende politici in de nadagen van hun carrière. Zij hebben zich inmiddels vaak verbonden aan organisaties wier belang niet per sé in lijn hoeft te zijn met het landelijke belang. Dit probleem van dubbele petten gaat steeds meer wringen en zowel nationaal als internationaal wordt op de onwenselijkheid hiervan gewezen.

Anti-corruptie waakhond GRECO, verbonden aan de Raad van Europa, waarschuwde Nederland de afgelopen jaren herhaaldelijk voor het risico op corruptie en integriteitsproblemen bij met name politieke ambtsdragers. Het gaat dan om een fenomeen dat wel bekend staat als netwerkcorruptie: de verbondenheid via partijlijnen van de top van de overheid met maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven, die kan leiden tot belangenverstrengeling en loyaliteitsproblemen. Greco hekelt met name dat het toezicht op politici louter wordt uitgeoefend door collega-politici (naast het publiek en de media) en wijst met de vinger richting Eerste Kamer.

In 2013 deed Greco vijf concrete aanbevelingen om de situatie te verbeteren. De Eerste Kamer zou in een openbaar register de nevenfuncties, en alle geschenken van boven de 50 euro en alle reizen die senator maken moeten bijhouden. Tevens adviseerde Greco een integriteitstraining, een register waarin alle lobbyisten staan die de senaat bezoeken en het openbaar maken van het salaris dat in een nevenfunctie wordt verdiend. De eerste beide aanbevelingen werden overgenomen, maar de laatste drie vrijwel senaatbreed afgewezen.

Follow the Money

Onderzoeksjournalisten van website Follow the Money (FTM) brachten de verstrengeling via nevenfuncties en (bij)baantjes in kaart. De 75 senatoren blijken 439 nevenfuncties te hebben; 59 procent daarvan is een toezichthoudende of bestuursfunctie en 18 procent betreft advieswerk. Een derde van de senatoren heeft vijf bijbanen of meer.

Gemiddeld besteden senatoren tien uur per week aan hun werk in de Eerste Kamer, die elke week alleen op dinsdag bijeenkomt. Hiervoor krijgen zij (inclusief vaste vergoedingen) ongeveer 35.000 euro per jaar betaald. De tijd die overblijft besteden zij naar eigen zeggen aan functies die ervoor zorgen dat zij met één been in de samenleving staan, waardoor zij hun werk als Kamerlid beter kunnen doen.

Dat het vaak om meer dan één been gaat, blijkt uit de cijfers. Zo combineert oud-staatssecretaris Atsma (CDA) 20 functies en D66-senator Rinnooy Kan zelfs 29. Het onderzoek van FTM toonde verder aan dat senatoren nogal laks zijn met het registreren van nevenfuncties. FTM bleek in slechts de helft van de gevallen in staat om (uit andere bronnen) te achterhalen of er überhaupt een vergoeding wordt betaald. In het geschenkenregister zijn sinds december 2015 slechts 9 geschenken geregistreerd, waaronder drie flessen whisky.

Affaire-Duthler

Uit hetzelfde FTM-dossier blijkt dat twee derde van de senatoren het woord voert op terreinen waarop zij zelf werkzaam zijn of zakelijke belangen hebben. Dat heeft lang niet altijd te maken met vooraf al aanwezige expertise op die terreinen. De helft van die nevenfuncties werd pas verworven na aanvaarding van het lidmaatschap van de Eerste Kamer.

Beroering wekte eind 2018 de affaire Duthler. VVD-senator Duthler voerde voor het Ministerie van Volksgezondheid twee onderzoeksopdrachten uit, waarvan de resultaten een belangrijke rol speelden bij de behandeling van een concreet wetsvoorstel. Hiervoor kreeg zij in totaal 150.000 euro betaald. Van het ene onderzoek á 76.960 euro staat vast dat het (‘wegens tijdgebrek’) onderhands werd aanbesteed; van het andere onderzoek wil zij dat niet zeggen en hult het ministerie zich in stilzwijgen. Ten tijde van het gebeuren stond het ministerie onder leiding van VVD-minister Schippers. Uiteraard stemde Duthler voor het wetsvoorstel, dat met een meerderheid van één stem werd aangenomen in de Eerste Kamer.

Ook de affaire Duthler veranderde niets aan het feit dat het de Eerste Kamer is die de Eerste Kamer controleert en dat de Eerste Kamer vrijwel unaniem is in het oordeel dat dit op een goede manier gebeurt. Hoewel Greco concludeert dat de wil om integer te handelen er wel is, documenteert FTM desondanks een lange reeks kleine en minder kleine ontsporingen.

Extreem-links verleden

Er valt meer te zeggen over de (toekomstige) leden van de Eerste Kamer. Naast de nodige oud-bewindslieden figureert er een opmerkelijke naam tussen de topkandidaten bij de Eerste Kamerverkiezingen. Lijstaanvoerder bij GroenLinks (GL) is Paul Rosenmöller.

Hij was partijleider tussen 1994 en 2002 en wordt uit die periode vooral herinnerd vanwege de harde verwijten aan het adres van Pim Fortuyn. In een verder verleden tussen 1976 en 1982 was Rosenmöller een voorman van de extreem-linkse Groep Marxisten-Leninisten. Deze GML verheerlijkte o.a. het wrede regime van Pol Pot in Cambodja en stond een gewapende revolutie voor in Nederland.

Rosenmöller, die stamt uit een rijke familie en volgens het blad Quote zelf (daardoor) ook multimiljonair is, heeft nooit afstand genomen van zijn doen en laten in die periode of excuses aangeboden voor zijn verleden. De GML was volgens hem een club van ideologisch bevlogen wereldverbeteraars en spijt was geen woord dat bij hem opkwam als hij terugdacht aan die periode.

Ook nummer twee op de Eerste Kamerlijst van GL, Farah Karimi, heeft een dubieus verleden. Zij was lid van, de Iraanse Volksmoedjahedien, een organisatie die tot 2009 op de Europese terreurlijst stond (Karimi brak in 1986 met de organisatie, nvdr) . GL-campagneleider Wijnand Duyvendak raakte in het verleden in opspraak door zijn verleden als activist, waarbij hij deelnam aan acties als inbraak en het oproepen tot het ‘verstoren van de rust’ van ambtenaren die betrokken waren bij de bouw van nieuwe kerncentrals. Acties die voor de wet kwalificeren als serieuze misdrijven. Het eigen duistere verleden is evenwel geen probleem om anderen, zoals Forum voor Democratie-voorman Baudet, de maat te nemen.

Wouter Roorda is econoom. Hij werkte 20 jaar bij verschillende Nederlandse ministeries, vooral op het terrein van arbeidsmarkt en sociale zekerheid. Tegenwoordig is hij actief als onafhankelijk columnist, investeerder en rentmeester.

Commentaren en reacties