JavaScript is required for this website to work.
Geopolitiek

Wat leren we uit het nieuwe NAVO jaarraport?

NieuwsHerman Matthijs21/3/2024Leestijd 3 minuten
De vlaggen van de lidstaten voor het Navo hoofdkwartier in Brussel.

De vlaggen van de lidstaten voor het Navo hoofdkwartier in Brussel.

foto © NATO

Het jaarverslag van de NAVO is leerzaam. Wie zijn de best en wie de slechtst betalende leden?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De NAVO heeft vorige week haar jaarverslag 2023 gepubliceerd. In deze tijden is het interessant te bekijken wat de berekeningen van het westers bondgenootschap opleveren als het gaat over wat de lidstaten doen met de zogenaamde Wales-normen. In het jaar 2014 besliste de NAVO dat de lidstaten tegen 2024 moeten voldoen aan 2% BBP uitgaven voor defensie, met daarin 20% uitgaven voor militaire investeringen.

Wie haalt het ?

Voor het jaar 2023 zegt de NAVO dat 11 leden voldoen aan de 2% BBP militaire uitgaven: Polen (3,92%), de VS (3,24%), Griekenland (3,05%), Estland (2,89%), Litouwen ( 2,75%), Finland (2,46%), Letland ( 2,37%), het Verenigd Koninkrijk (2,28%), Hongarije (2,07%), Slovakije (2,05%) en Denemarken (2%).

Dat is in vergelijking met het recente verleden een heuse verbetering. In 2014 voldeden maar drie landen (VK, VS en Griekenland) aan deze norm. Maar dit betekent ook dat 19 landen (IJsland heeft geen leger en Zweden was in 2023 nog geen lid) niet aan deze norm voldoen en dat alleen het jaar 2024 overblijft om er iets aan te doen.

Onderaan

Vier landen naderen de norm: Frankrijk (1,9%), bulgarije (1,87%) Noorwegen (1,8%) en Kroatië (1,75%). Maar Duitsland (1,66% BBP), Italië en Canada moeten nog een serieuze inhaalbeweging uitvoeren. Nederland staat op 1,63% BBP, maar daar is er een politiek akkoord om tegen 2025 die 2% te behalen.

Onderaan bestaat deze lijst al jaren uit dezelfde drie landen: Spanje (1,24%), België (1,21%) en Luxemburg (1,01%).

Onderaan bestaat deze lijst al jaren uit dezelfde drie landen: Spanje (1,24%), België (1,21%) en Luxemburg (1,01%). Het valt op dat de oostelijk gelegen landen de grootste inspanningen doen, samen met de Britten en de Amerikanen. Zij voelen de dreiging van Poetin het meest.

Militair budget

De tweede Wales-norm stelt dat minimaal 20% van het militair budget naar investeringen moet gaan. Hieraan voldoen, volgens dit rapport, alle leden behalve Denemarken en Bulgarije. Uitschieters zijn Polen waar 53% van de militaire uitgaven naar investeringen gaat, gevolgd door Finland met een percentage van maar liefst 50%. Dan volgen Luxemburg (41%) en Hongarije (39%). Nederland zit op 25% investeringen en België is met 20,22% net over de meet gesprongen. (Uit dit rapport kunnen we overigens ook leren dat 50% van het Belgisch militair budget te relateren is aan personeelskosten, inclusief de militaire pensioenen.)

De conclusie is dus dat de investeringsnorm vlot wordt gehaald door bijna alle leden van het Westers militair bondgenootschap. Maar de 2% BBP norm voor het totale militaire budget wordt voor diverse landen nog een zware kluif, ook en zeker voor dit federale koninkrijk.

België

Na de verkiezingen van juni zal moeten blijken of de federale regeringsonderhandelingen iets structureel gaan beslissen over de Belgische budgettaire inspanningen voor defensie. Want het bereiken van die 2% BBP norm vereist een  jaarlijkse bijkomende meeruitgave van quasi 5,2 miljard euro, aan de huidige prijzen. Als men ziet en hoort wat Nederland gaat investeren in militair materieel, dan zijn er bij ons reusachtige inspanningen te doen.

Al zijn die investeringen tegelijk een belangrijke stimulans voor de industrie, zeker in hoogtechnologische tijden. Dergelijke overheidsinvesteringen zijn van het grootste belang voor het in stand houden van het niveau van onderzoek en ontwikkeling.

Cijfers

Uit het NAVO-rapport leert men ook dat de Verenigde Staten – nominaal – het grootste budget hebben met 875 miljard dollar. Het Verenigd Koninkrijk volgt (veraf) op een tweede plaats. Vlak daarna is er Duitsland met een begroting van 74 miljard dollar. Mocht de Bondsrepubliek de 2% BBP norm halen, dan wordt dit 88 miljard dollar. Dan zou Duitsland tegelijk een enorme kloof slaan tegenover de Britten en Frankrijk.

De rest van de top tien zijn: Frankrijk (57 miljard $), Italië (32 miljard), Canada ( 28 miljard), Spanje (19 miljard ), Turkije (18 miljard), Nederland (16 miljard) en Noorwegen (8,7 miljard dollar).

Denemarken staat op elf met 8,2 miljard dollar en dan volgt België met 7,6 miljard dollar, wat neerkomt op 1,21% BBP.

Misschien is doorgedreven militaire samenwerking met Nederland een oplossing?

 

Herman Matthijs doceert publieke en openbare financiën aan de UGent en de VUB. Hij volgt o.m. overheidsadministratie en -begrotingen op, maar evenzeer de politiek van de VS.

Commentaren en reacties