Ook de nieuwe PVDA blijft een gesteriliseerde bokaal
PVDA blijft worstelen met haar duistere verleden
PVDA-fractieleider Jos D’Haese
foto © Belga
Van AMADA tot PVDA naar nieuwe PVDA; de partij blijft lijden aan haar historische kwalen: stalinisme en sektarisme, vernieuwingen ten spijt.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementJos D’Haese is fractieleider van de PVDA in het Vlaams Parlement. Met zijn 27 jaar is hij een leeftijdgenoot van Conner Rousseau. Afgelopen weekend verscheen er een interview met hem in De Morgen. Een uitstekende gelegenheid om eens kennis te nemen van de nieuwe PVDA. Al in mijn tienerjaren leerde ik AMADA kennen, dat later zou transformeren tot de PVDA. De talloze contacten en ervaringen die ik met die partij had waren voldoende om er een aversie voor te kweken. Ik ben zeker geen onbevangen analist, maar ik heb het interview met een zo open mogelijke geest gelezen.
Ik vond er — vanzelfsprekend, ondanks mijn aversie — veel zaken in terug waarmee ik het eens ben. Tot ik aanbelandde bij het óud zeer’: het stalinistische verleden van de partij.
Ondraaglijk lichte antwoorden
Vraag: ‘Uw partij zou voor eens en altijd moeten zeggen dat Mao en Stalin totalitaire massamoordenaars waren die in dezelfde historische lade thuishoren als Adolf Hitler.’
Antwoord: ‘Ik ga die historische balans niet maken.’
Vraag: ‘Maar waarom kunt u niet simpelweg bevestigen dat Mao en Stalin totalitaire massamoordenaars waren , net zoals Hitler?’
Antwoord: ‘Zijn dat mensen die fouten hebben gemaakt en grote misdaden hebben begaan? Zeker. Maar het is niet zo zinnig om die vergelijking met het nazisme te maken.’
De ondraaglijke lichtheid waarmee D’Haese over het thema heen stapt deed mijn oude aversie opspelen. Kijk, ik heb ook het marxisme bestudeerd. En ja, ik weet ook dat de sociale basis van het fascisme en die van het stalinisme diametraal aan elkaar tegengesteld waren. Niet voor niets kan de Tweede Wereldoorlog voor driekwart herleid worden tot de botsing tussen die twee systemen. Maar dat een zelfverklaarde marxist als D’Haese de massamoorden, deportaties en andere atroctiteiten herleidt tot ‘mensen die fouten hebben gemaakt’, daar zakt mijn broek van af.
‘Burgerlijk’?
Is het nu zo moeilijk om eindelijk eens te erkennen dat het communisme, en ja, zelfs de onderliggende ideologie, het marxisme, ondanks de scherpte van haar economische en historische analyses, een ongelooflijk deficit vertoont op het vlak van de individuele rechten en vrijheden en van de rechtsstaat? Is het misschien ‘burgerlijk’ (om in het marxistische jargon te blijven) om te stellen dat misdaden tegen de menselijkheid misdaden tegen de menselijkheid blijven, ongeacht de klassenbasis van het regime die ze bedrijft?
En dat die misdaden niet terug te voeren zijn tot personen die fouten hebben gemaak? Lees anders eens het uitstekende marxistische pamflet ‘De rol van de persoonlijkheid in de geschiedenis’, van Georgi Plechanov. De gruwel vindt voor een deel ook zijn oorsprong in bepaalde onvoldragen concepten in het Communistisch Manifest zelf, zoals de ‘dictatuur van het proletariaat’. Concepten die door hun aan brutaliteit grenzende onvoldragenheid aanleiding gegeven hebben tot velerlei interpretaties.
Bekende mantra
Persoonlijk blijf ik ervan overtuigd dat de sociaaleconomische basis waarop de Sovjet-Unie gegrondvest was, superieur zou zijn gebleken aan die van het kapitalisme, indien men erin geslaagd zou zijn om op die onderbouw een democratie en een rechtsstaat te funderen. Dat dit niet gelukt is, wijten marxisten, zeker ook trotskisten, aan de druk van buitenaf, van een door het kapitalisme gedomineerde wereld. Tot op zekere hoogte houdt die redenering steek, maar ze bevredigt niet. Ze lijkt me wat teveel op de bekende mantra: ‘Het is allemaal de schuld van een ander’.
En dan was er ook nog die schabouwelijke verklaring die D’Haese gaf aan het onvermogen van zijn partij om met de PS samen te werken. ‘De PS heeft, in tegenstelling tot wat u zou denken, altijd mee de neoliberale besparingsagenda uitgevoerd.’ Ik vind dat eerlijk gezegd moeilijk te rijmen met het beeld van een partij die, als enige in heel Europa, de voet dwars heeft gezet tegen het vrijhandelsakkoord CETA. Of met een Paul Magnette die, tegen de directieven van de federale minister van Volksgezondheid in, een materniteit in Charleroi heeft opengehouden. Als men met een dergelijke partij niet tot samenwerking kan komen, dan zit volgens mij vooral de PVDA met een probleem.
Een politieke os
Slechts twee linkse partijfragmenten ontsnappen aan de algehele gram van D’Haese tegen de rest van de linkerzijde: de lokale sp.a afdelingen van Zelzate en Borgerhout. Het zal mij benieuwen wat die twee situaties daar zo uitzonderlijk maakt.
Ik werd na het lezen van dit artikel bevangen door een frisse vlaag van aversie. Maar toch vind ik dat Conner eens met die mensen moet gaan praten. Er is geen alternatief. Anders blijven al die linkse stemmen in de gesteriliseerde bokaal van de PVDA zitten, en dat kan zeker niet de bedoeling geweest zijn van hen die ze hebben uitgebracht. Dan blijft de PVDA een politieke os: je kan hem vetmesten, maar paren zal het beest niet.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Erik De Bruyn (1959) is actief in de Antwerpse sp.a.
De ontvoogding van Vlaanderen inzake ruimtelijke ordening heeft de voortschrijdende verkruimeling van onze open ruimte helaas niet kunnen stoppen.
Professor Dirk Rochtus leidt zoals elk jaar een reis naar Duitsland. Deze kaar naar het onbekende Silezië.