De pennenvriendjes: ‘Het zijn écht zotten die werken’
Plus tal van handzame hittetips en een ode aan de sympathiekste aller Conners
foto © Belga
Moeten we huizen wit schilderen zoals de Grieken? Zijn het zotten die werken? Hoe was Tomorrowland? En alles over de sympathiekste aller Conners.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementZelfs bij Code Oranje of Code Rood spellen de pennenvriendjes elke letter uit de krant van voor naar achter en van achter naar voor, zodat u dat niet hoeft te doen. Het enige wat zij in ruil vragen, is uw welwillende glimlach bij het lezen hunner correspondentie.
Beste oververhitte Erwin,
Maakten we ons vorige week nog misplaatst vrolijk over het warme weer, deze week was het menens. We kregen een felle hittegol… euh, nee, hittedage… euh, nee: een fel hittemoment!
Zoals altijd waren de kranten bij deze ongeziene crisis een geweldige hulp. Ze gaven tips als ‘drink voldoende’, (uhu) ‘doe geen zware inspanningen’ (alsof ik dat ooit zou doen), ‘hou de ramen dicht’ (als het heet is), ‘zet de ramen open’ (als het koeler is), ‘zet je thermostaat niet harder dan de buitentemperatuur’ (ok) ‘ga niet in de volle zon onder een haardroogkap zitten’ (oeps!) en tal van andere ‘life hacks’ waar we zelf echt nooit zouden opgekomen zijn.
Maar de beste tip lazen we toch bij de béste klimaatkrant. ‘Moeten we onze huizen wit verven zoals de Grieken?’ kopte De Standaard.
Dat is pas een idee! Geen tijd te verliezen. Aanstonds begon ik onze grijze gevel in te smeren met de meest oogverblindende witte verf ooit. Waar ik het helaas al snel warm bij kreeg. De ironie! Halverwege kwam die van ons melden dat zij het artikel helemaal had gelezen (en niet enkel de inleiding, zoals ik). Typisch. En dat ik moest stoppen, want het antwoord op de vraag was: nee. We moeten onze huizen niet wit verven zoals de Grieken. D’oh.
Naarmate de dagen vorderden, werd de toon van vele artikels nog infantieler dan de dialogen van Bumba. ‘We wennen te snel aan extreem weer‘, schreef iemand, nadat hij op de radio een presentator had gehoord die blij was dat de zon schijnt. Een schande, dat begrijp je!
Een andere scribent stelde zich de vraag ‘staat er eigenlijk een limiet op de temperatuur in ons land? Of kan het ooit 50 graden worden?’ Oh, dear… Zouden er werkelijk lezers zijn die denken dat er ergens een soort nationale thermostaat hangt? Of dat het nooit 50 graden kan worden, want DAT MAG NIET VAN EUROPA!?
Bij de Nederlandse televisievriendjes van RTLNieuws gingen ze nog een stapje verder: een vrolijke foto bij een bericht over extreme hitte, dat is eigenlijk ongepast, vonden ze daar. Veel dystopischer moet het niet worden. Verbied vrolijkheid!
En diezelfde dag – ik verzin het niet – bracht het vederlichte nieuwsmagazine Editie.NL een item over de vraag of je nog wel mag spreken van een ‘record temperatuur’, want – hou u vast, Erwin – een record, dat klinkt zo positief!
Gelukkig lieten al die krankzinnige mediaberichten mij ijskoud, wat handig meegenomen was om het felle hittemoment te overleven.
Beste pro-thermo-staat
‘Jaag de mensen angst aan en je kan er alles mee doen’, sprak ooit de grote kindervriend Joseph Goebels. Nu ben ik niet het type dat de boven ons gestelden verdenkt van grote complotten. Ze hebben al moeite genoeg om iets te verkopen waar ze daadwerkelijk in geloven, laat staan dat ze ‘James Bondiaanse’ booswichten zijn met een uitgekiend plan tot werelddominantie.
Dat neemt niet weg dat er mondiaal geen katten genoeg te vinden zijn om voldoende zwijm te voorzien waar de gehele pers in kan vallen bij het aanschouwen van de eerste zonnestralen.
Wat een gejeremieer alweer! Zelfs Johannes, apostel en mede-auteur van de internationale bestseller ‘De Bijbel’ liet het in zijn Apocalyps zo breed niet hangen. Schiet er in De Haan een duin in brand dan is dat te wijten aan het klimaat en meer specifiek aan de boze zonnegod Sol Indefiktus. Dat er misschien een of andere asociale marginaal domweg een peuk in het droge helmgras mikte, wordt zelfs niet overwogen.
Neen alles moet zo verdoemd mogelijk uitschijnen. Weerkaarten zijn er enkel nog in de kleuren vuurrood tot verkoold. Temperaturen meten we niet meer onder thermometerhut want die zijn te doordeweeks. Neen we meten ze nu aan de grond! Dat levert pas lekkere naratief-bevestigende resultaten op. Maar dat kan beter! Volgend jaar meten we alles vanop een plat zwart roofingdak.
Sociale-media-incapabele Vanmol,
Waar de hittegolf deze week al bij al vrij beperkt bleef, kregen we in de plaats daarvan een ware Connergolf over ons heen. Waarheen je ook ging, waar je ook kwam, wat je ook las, de sympathieke Conner Rousseau was altijd in de buurt. Als hij al niet met Klaasje van K3 ging lunchen in Nieuwpoort, dan zat onze constructieve held wel met Regi en Niels Destadsbader een feestje te bouwen op Tomorrowland. Om amper een dag later al pinten te tappen op Gent Jazz.
Is er sinds Pieter De Koninck ooit nog een BV zo bescheiden gebleven als Conner? Geliefd bij mens en huisdier. Want Conner, zo lazen we ook nog, danst al eens graag de kabouterdans, samen met zijn labradoodle Blacky.
Ik geef toe: het is wat veel Conner voor één week. Zelfs Marc Van Ranst zou zeggen: ‘kan dat niet wat minder?’
En ja, dan gebeurt het onvermijdelijke, wat met elke BV gebeurt die te vaak in beeld komt. Dan gaan ze ook nog eens zijn mening vragen over politiek! Geef toe, dat laatste is er toch echt los over!
Beste Stef,
Zoals je weet ben ik geboren in Manchester-aan-de-Dender, in de volksmond gekend als Aalst. Wij van Aalst zien de Gentse Feesten zoals ze echt zijn: een braderij met pretentie. Vroeger hadden die nog een zweem van vermaak, maar sinds Gent gekend staat als Wokegem-aan de-Leie zijn die tijden reeds lang heen.
Gent is één grote LEZ: een ‘Liever Elders Zone’. Je wilt er niet niet dood gevonden worden. Als ze u al niet bekogelen met tofuburgers of seitanpita’s, kappen ze alcoholvrije kombucha misbaksels naar uw strot. En ze eten en drinken het zelf ook. En reken maar dat dat een ramp is. Want wat is er erger dan een bezopen Gentenaar? Een nuchtere Gentenaar! Die is zichzelf.
De Gentse Feesten worden maar door één evenement in onnozelheid overtroffen en dat is Tomorrowland. Ook wel gekend als ‘Randdebielen-aftroggel-land’. Ten eerste is die schijtmuziek niet te harden en ten tweede is Tomorrowland place m’as-tu vu op steroïden. Er is geen betere plek ter wereld waar men zijn gebrek aan goede smaak en cultuur kan tentoonspreiden als op die jaarlijkse lobotomie-conferentie. Om het extra in de verf te zetten wordt er dan op nouveau-riche wijze wansmakelijk met geld gesmeten door lieden die men vooral als ancien-pauvre kan omschrijven.
Verder loopt het vol met laakbare figuren zoals drugdealers, politici en Mark Van Ranst. Weet je wie er niet rond lopen? Gentenaars. Die zitten op de braderij. En dat siert hen. Fantastisch volk toch, die Gentenaars!
Waarde kleinkunstvriend Erwin,
Men zegt wel eens: muziek verzacht de Zweden. Daar weet jij waarschijnlijk alles van, want jij was onlangs nog in Noorwegen. Maar dit geheel terzijde. Ik wou even een moment stil staan bij het overlijden van de olijkste aller Kempenzonen, die reeds in 1980 een treffende sociaal-economische analyse maakte met zijn hit: ”t Zijn zotten die werken.’ Juul Kabas, want die is het, schreef ook de mooiste openingszinnen voor een Vlaams liedje ooit: ‘Ze noemen mij de Juul Kabas, omda’k gaan werken met een bazas.’ BAM! Die komt binnen.
Weet de jeugd nog wel wat dat is, Erwin, een bazas? Neen! En waarom niet? Omdat ze niet gaan werken, natuurlijk! Daarbij, wie pakt er nu een bazas mee als je ook sushi en poke bowls op het werk kan laten leveren door Deliveroo?
Maar nu: hoe kunnen wij thans wijlen Juul Kabas beter eren, dan door zijn twee grootste hits lichtjes te actualiseren. Let op, stoelen aan de kant, hier gaan we met onze 2 gastzangers.
Conner Rousseau zingt:
‘ Ze noemen mij Conner Rousseau
Omda ‘k gaan werken me heel veel show
En over die Rousseau, voorzitter van Vooruit
Schrijft de pers graag honderduit!’
George-Louis Bouchez zingt:
”t Zijn zotten die werken, achter de schermen werken.
Minister wordt gij niet, ook al kijkt ge nog zo sip
’t Zijn zotten die werken, voor mijn partij werken.
Gewoon omdat het kan, kies ik Hadja Lahbib’
Beste Charmestef,
Alhoewel ik altijd vond dat de heer Kabas Juul vriendelijk oogde, vond ik zijn hitsingle ‘ ’t Zijn zotten die werken’ steeds een naargeestige deun. Dat komt zo. Ik ben opgegroeid te Teralfene, ook wel gekend als het ‘Firenze-aan-de-Bellebeek’. Een dorp waar zijn inwoners het epitheton ‘De Zotten’ dragen. Het vooruitzicht dat ik samen met mijn dorpsgenoten aan een soort van dwangarbeid zou onderworpen worden, stelde mij droevig te moede.
Later bleek dat allemaal nogal mee te vallen. Zo had het ‘zot’ van de Teralfenaren meer te maken met de ‘speelse natuur’ van zijn inwoners dan met enige psychologische deviantie. De boosaardige inwoners van omringende gemeenten bezworen dan weer dat het aan de inteelt lag, maar weten zij veel want hun teelt is zelf in!
Afijn. Uiteindelijk heeft ‘Dex de jongere’ (Marc Dex was zijn grote broer) over de hele lijn gelijk gekregen als ware hij de Nostradamus van de Kempen.
‘Ge wordt er niet rijk van.
Ge wordt er zo ‘muug’ van.’
En zoals we nu weten: voor het minimumpensioen hoef je het zeker niet te doen.
Tot volgende week leemstreek!
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Erwin Vanmol en Stef Durnez zijn al jaren pennenvriendjes. Elke week delen ze hun correspondentie met de Doorbraaklezer.
Deze week: duistere geldstromen naar nieuwsdienst, vacature voorzitter Groen en blauw bloed zonder Belgisch bloed.
De reislust voert uw schrijver naar de Maas en Brussel, waar hij onthaald wordt door een villa, kunstschilders en een schaamteloos jonge fotograaf.