JavaScript is required for this website to work.
post

De politieke partij: voorgoed passé?

Tex Van berlaer3/1/2017Leestijd 3 minuten

De politieke partij is een relikwie uit lang vervlogen tijden, een concept dat even oubollig is als zijn naam.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Dat geldt zeker op het lokale niveau. ‘Een stad kun je eigenlijk niet via een partijpolitieke logica besturen’, aldus Johan Vande Lanotte (sp.a) in Het Nieuwsblad. ‘Daar moet je alle talenten, ideeën en mogelijkheden samen in een positief project gieten’. We noteren dat sp.a hierin niet slaagt op het federale en Vlaamse niveau volgens haar oud-voorzitter. Vandaar de Oostendse overweging om via een progressieve beweging de kuststad opnieuw voor zich te winnen in 2018. Een ouderwets kartel met Groen volstaat niet: enkel een gezamenlijk programma heeft kans op succes.

De transformatie richting beweging is niet het enige wat de traditionele partij onder druk zet. Volgens menig commentator maakt de wens van het kiespubliek voor ‘sterke mannen’ dat partijen verworden zijn tot niet veel meer dan holle fenomenen. Wilders’ Partij van de Vrijheid (PVV) heeft zelfs maar één lid: Geert Wilders zelf. De rest mag zich tevreden stellen met de status van vrijwilliger.

Niet alleen de zogenaamde autocraten ondermijnen de partijpolitiek. Op de andere kant van het spectrum heeft men het evenmin goed voor met de partij. Voorstanders van de deliberatieve democratie, waarin debat tussen burgers centraal staat, zijn ze al langer dan vandaag liever kwijt dan rijk. Listige politiek, vervuld van wrok en machtshonger, kan het rationeel overleg tussen verlichte mensen enkel hinderen.

Evenals bij sterke mannen à la Trump zien we hier misprijzen tegenover de elite, het establishment, de status quo. Wat we zelf doen, doen we immers beter. Vanuit een begrijpelijke frustratie over de almacht van de partij(voorzitters) is het ultieme doelwit de particratie. We moeten ons echter afvragen of we het kind niet met het badwater weggooien door de partij af te schaffen.

Hip pseudoniem

Zo mogen we de strateeg in Vande Lanotte niet miskennen. Hij weet ook dat zijn partij momenteel geen goede kaarten heeft. Zowel in buurlanden Frankrijk als Nederland beleven zijn ideologische medestanders zware tijden. Door hierop te anticiperen wil hij surfen op de groene (en wellicht zelfs radicaal-linkse) golf, die het iets beter doet. Een kijkje op de actualiteit wijst er eveneens op dat de meeste bewegingen gewoonweg partijen zijn die gebruik maken van een hip pseudoniem.

Podemos (Spanje) en de Vijfsterrenbeweging (Italië) noemen zichzelf bewegingen maar kennen net als hun politieke tegenstanders leden, voorzitters en kiescampagnes. De media behandelen hen ook zo in hun berichtgeving, en dat is niet meer dan correct. Zelfs Donald Trump, die de Amerikaanse presidentsverkiezingen ondanks, en niet dankzij, de Republikeinse partij lijkt gewonnen te hebben, stelde partijvoorzitter Reince Priebus aan als stafchef van het Witte Huis. 

Als de particratie het probleem is, volstaat het wellicht niet om de partij als concept bij het huisvuil te zetten. Gek genoeg lijkt het een langer leven beschoren is wanneer de particratie inboet aan invloed. Een kijkje boven de Moerdijk kan hierbij inspirerend werken.

In Nederland stelt het centrale partijbestuur voor iedere verkiezing de kieslijst samen, net zoals in Vlaanderen. De volgorde waarin de politici opgelijst staan doet ertoe: hoe hoger, hoe meer kans om verkozen te geraken. Omdat het bestuur het laatste woord heeft, leven de kandidaten bij gratie van het clubje rond de voorzitter. Twee partijen willen daar echter een mouw aan passen. Zowel het links-liberale D66 als GroenLinks laat haar leden de volgorde van de kieslijst samenstellen. Leden konden zich online aanmelden om vervolgens de veertig voorgestelde kandidaten te rangschikken naar wens.

‘In het verleden werd deze volgorde bepaald op de congressen van GroenLinks. Daar zijn echter maar een klein percentage van de leden aanwezig. Door een referendum in te stellen voor alle leden zal de legitimiteit van de volgorde naar verwachting hoger zijn’, laat GroenLinks-woordvoerder Johan Kinnegin weten aan Doorbraak. Belangrijk detail: de nummer één staat als enige vast. ‘Maar indien meer dan de helft van de leden vindt dat de nummer veertig op de voorgestelde lijst eigenlijk op de tweede plek hoort, dan zal de volgorde daarop aangepast worden’, aldus Kinnegin.

De procedure wierp haar vruchten al af. Kamerlid Liesbeth van Tongeren, geliefd bij een groot deel van de achterban van GroenLinks, werd door het bestuur vooraf geweerd van de kieslijst. Exacte redenen hiervoor werden niet gegeven. Een online-verkiezing later stond ze opeens op de zesde plek en is een verlengd verblijf in het parlement reëel. Take back control, op z’n Nederlands.

Natuurlijk is het Nederlands kiesstelsel niet helemaal gelijk aan het onze. Toch toont dit politiek experimentje aan dat de speelruimte voor suffe politieke partijen groter is dan men denkt. Mits een helpende hand van de almachtige voorzitters, kan dit jarenoude instituut blijven voortbestaan. Een partij heeft nog altijd die herkenbare smoel die ontbreekt bij een wazige ‘beweging’. Het heroveren  van die smoel biedt meer kansen om de gevreesde kloof tussen burger en politiek te vernauwen dan alle bewegingen, kartels en stadslijsten samen.

 

Foto © Reporters

 

Tex Van berlaer is freelance journalist voor o.a. Knack, Mondiaal nieuws en Periodista político.

Commentaren en reacties