De profeet Mohammed op het oorlogspad. Daarover gaat het nieuwste boek van Serge Desouter. Hij woonde vier jaar in een moslimgemeenschap in de Nigerese woestijn en kent de islam als zijn broekzak. Hij publiceerde een paar honderd artikels en een dertigtal boeken vooral over volkenkunde en afrikanistiek. Voor het Internationaal Rwanda Tribunaal in Arusha was hij expert Geschiedenis en Mensenrechten. Reden genoeg voor een diepgaand gesprek. Geweld Wat heeft Mohammed bezeten tijdens zijn laatste tien jaar in Medina om de…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
De profeet Mohammed op het oorlogspad. Daarover gaat het nieuwste boek van Serge Desouter. Hij woonde vier jaar in een moslimgemeenschap in de Nigerese woestijn en kent de islam als zijn broekzak. Hij publiceerde een paar honderd artikels en een dertigtal boeken vooral over volkenkunde en afrikanistiek. Voor het Internationaal Rwanda Tribunaal in Arusha was hij expert Geschiedenis en Mensenrechten. Reden genoeg voor een diepgaand gesprek.
Geweld
Wat heeft Mohammed bezeten tijdens zijn laatste tien jaar in Medina om de gewelddadige toer op te gaan?
‘Ik weet ook niet hoe die agressiviteit bij Mohammed kan verklaard worden. Over zijn vermeende fysieke en psychologische aandoeningen bestaan de meest uiteenlopende theorieën. Die zouden zijn agressiviteit moeten verklaren. Eigenlijk weet men het niet echt. Hijzelf blijft een grote onbekende over wie de geschiedenis en de chronologie maar voor het eerst eeuwen achteraf werden opgesteld. Héél de Medinese periode van Mohammed die wij in ons boek behandelen, is dus historisch moeilijk te onderbouwen, zo niet onmogelijk. Niet dat de beschrijvingen en gebeurtenissen niet zouden hebben plaatsgevonden. Maar de historische bronnen waarover men beschikt zijn louter literair en werden achteraf opgebouwd.’
‘In welke mate hij zich vaak onstabiel toonde, kan men afleiden uit zijn opvliegendheid bij tegenspraak en zijn rancuneuze wraakacties. Maar ook bij sommige openbaringen van Allah, die hij alleen voor eigen voordeel ontving en in onderlinge tegenspraak waren, wijzen op instabiliteit. De Satanische Verzen, zijn een bekend voorbeeld van die onsamenhangendheid. Zelfs zijn vrouw Aïsja sneerde ook al eens smalend over zijn nieuwe revelaties die alleen hemzelf voordeel brachten. Liegen taqqiya was voor hem aanvaardbaar, hij was ook suïcidaal…’
‘Over zijn ongelukkige jeugd in Mekka — die zijn karakter wel zal beïnvloed hebben — werden ook verhalen doorgegeven waarin hij als kleine jongen hallucinaties kreeg. Langs de andere kant toonde hij er zich als volwassene een behendige en gewaardeerde karavaanleider. Zijn mystiek zoeken in een polytheïstisch milieu naar ‘de ware God’ kan men moeilijk als psychopathisch bestempelen.’
‘In de islamwereld zelf en bij islamofielen wordt de vijandigheid van Mekka en van sommige stammen aangehaald. Hij zou hun monopolie op de pelgrimages in gevaar gebracht hebben. Hij moest zich dus wel verdedigen. Dat is waar, maar verklaart van verre niet al die expedities, plunderingen, aanvallen en wraakacties die hij heeft gevoerd. Hij heeft ook akkoorden en allianties afgesloten. Toch schijnt hij de smaak van geweld te pakken te hebben gekregen en hij ging meer en meer die gewelddadige toer op. Dat blijkt uit de overleveringen in de hadiths (de traditie over de daden van Mohammed; nvdr) die weliswaar enkele eeuwen na zijn dood werden opgetekend. Het is die agressieve Mekkaanse ideologie en praxis die zwaar op de islam heeft gewogen en blijft wegen. Voor moslims vormen die plunderingen en gevechten van hun stichter geen probleem.’
‘Ook de opvolging van Mohammed creëerde tot op vandaag diepe en gewelddadige verscheurdheid binnen de islam. Het hart van het geschil was wie de plaats van de profeet aan het hoofd van de moslimgemeenschap zou bezetten, die tot op heden ook een scheiding vormt tussen Sjiieten en Soennieten. Van in den beginne na de dood van Mohammed vochten ze met list, zwaard en terreur om de opvolging, zeg maar de macht te kunnen grijpen en om de eenheid onder hen te vrijwaren (ridda-oorlogen). Voor de start van een “vredevolle religie” kan dat tellen.’
Jihad
De jihad is nu in Europa voor sommigen een omstreden term. Wat moeten we er onder verstaan?
‘Strikt genomen is jihad volgens linguïsten geen eigennaam. Het betekent veeleer een vorm van betrokkenheid, van engagement, van innerlijkheid en inspanning in het geloof. M.a.w. streven, toepassen, worstelen, volharden, ijveren… Jihad wordt oorspronkelijk niet gebruikt om oorlog aan te duiden, wel als een ‘achtenswaarde manier’ om een confrontatie aan te gaan. Voor oorlog worden de termen qital en harb gebruikt. Jihad zou maar eerst als substantief gebruikt worden in de hadith en in latere tijden. Dan eerst worden verschillende manieren van jihad voorgesteld: de jihad van het hart, de hand, de tong, tegen zichzelf, verleiding, tegen ongelovigen en hypocrieten, die van het zwaard… enz. enz. Zo moet ‘jihad’ in zijn historisch, linguïstisch en zelfs sociaal perspectief gezien worden en volgens de context van de tijd. Anders gaat men de mist in en wordt de vis verdronken.’
‘Mohammed heeft het over saraayah en ghazwa. We zijn dan wel in een andere tijd en in een andere context. De expedities en razzia’s van de profeet’ bevestigen wel degelijk een militaire islam, als krijger en plunderaar en moet niet gezien worden als een louter linguïstische discussie onder arabisten. Hij was wel degelijk een veroveraar en tegelijk een geloofsverspreider. Het onbevangen lezen van de heilige boeken van de islam en kijkend naar de wijdverspreide praxis, kan tot geen andere conclusie leiden dan dat de term jihad merendeels geweld inhoudt.’
‘En hiermee komen we bij een reuzegroot probleem: als de islam continu in staat van jihad moet zijn – en dus niet noodzakelijk gewapend, maar ook onder niet-gewapende vormen zoals propaganda dawa, economie, internet… – en het de moslims toegestaan en zelfs aangeraden wordt om te liegen en om loyaliteit, vriendschap en zelfs affectie te veinzen tegenover de ‘ongelovigen’ dankzij taqqiyya, wat moet men dan denken als het gaat over inclusiviteit, tolerantie, vrede en ‘interreligieuze dialoog’ in een diverse samenleving en onder democratische wetten? Aan de moslims hierop te antwoorden!’
Macht
Hoe kwam Mohammed aan de macht, religieus én politiek?
‘De religieuze context ten tijde van Mohammed was er een van een polytheïstische samenleving in tribale verbanden. Men behoorde tot een stam en dat gaf bescherming en identiteit. Men aanbad goden, natuurelementen en fetisjen. Er waren ook vertegenwoordigingen van monotheïsme zoals daar waren het christendom, vooral in zijn nestoriaanse variant, het Jodendom en het zoroastrisme. Veel van deze laatsten is in de islam binnengeslopen. De islam is niet uit de lucht gevallen.’
‘Volgens de overleveringen was Mohammed een godzoeker, een mysticus. Men weet dat er onder de polytheïstische Arabieren monotheïstische kluizenaars waren, niet helemaal joods of helemaal christelijk. Mohammed zocht hen op en kwam tot besluit dat er maar één God kon zijn. Hij gaf hem de stamnaam Allah en universaliseerde hem. Tijdens zo’n ‘retraite’ had hij een visioen waarin hij de stem van een bovenaards wezen hoorde. Later zou die stem geïdentificeerd worden als komende van de engel Gabriel/Jibril, die tegen hem zei: ‘je bent de boodschapper rasul van Allah’. Stilaan kreeg hij aanhangers. Na zijn vlucht hijira naar Medina met een groep aanhangers, kreeg zijn godsbesef meer consistentie.’
‘Hij geloofde in een ideologisch-religieuze opdracht die hij doorgaf en die aan zijn latere regerende moslimelite toeliet om in naam van Allah veroveringen en plunderingen te ondernemen. Daar hij geen vat meer had op de tribale structuren wilde hij politieke grenzen van een nieuwe staat vormgeven onder zijn leer. Daarvoor moest hij trachten om de trans-Arabische handel in handen te krijgen. Vandaar zijn expedities en razzia’s. Zo evolueerde een mysticus naar een politieke-religieus bestuurder en werd de islam – ook door migratie – een veroverend systeem die het spirituele ver overstijgt.’
Slavenhandel
De islam cultiveerde de slavenhandel. Is er in moderne tijden kritiek daarop gekomen, zoals in het westen?
‘Tonnen boeken beschrijven gedetailleerd de Atlantische slavenhandel, maar er zijn zo weinig boeken over de slavenhandel door de islamitische landen. Deze duurde het langst en had ook hogere sterftecijfers, daar de meeste slaven door de Sahara moesten marcheren. Vooral de mannen liepen groter gevaar omdat er een grote vraag naar eunuchen voor harems in de islamitische wereld bestond. Ze mochten niet in islamitische landen gecastreerd worden, dus moest dit dan maar onderweg geschieden. De hedendaagse politiek correcte geschiedschrijving zwijgt hier in alle talen over. Ook wat betreft de intra-Afrikaanse slavernij, die wordt al helemaal genegeerd. Enkel de Atlantische slavernij wordt omstandig besproken.’
‘De slaven werden in Afrika voornamelijk door Afrikanen zelf en moslims gejaagd, en dit in samenwerking met zwarte stamhoofden die maar al te graag “ongewenste” eigen stamleden kwijt wilden of nog profijt konden halen uit de verkoop van leden van veroverde stammen. Dit gedeelte van het “productieproces” van slaven wordt nogal snel weggemoffeld. Maar de slaven werden niet alleen uit Afrika gehaald. De Barbarijse kust, van Marokko tot Libië was van ongeveer 1500 tot 1800 ook het middelpunt van een echte industrie van ontvoering van blanke christenen. Tot in Ierland en IJsland toe. De Europese vloten waren niet bij machte een meer dan symbolische weerstand te bieden. Bilan: tussen 1530 en 1780 zijn er bijna zeker 1.000.000 en waarschijnlijk 1.250.000 christenen geroofd door de Barbarijse zeeschuimers. Dat is heel wat meer dan het algemene aanvaarde 800.000 Afrikanen die gedeporteerd werden naar de koloniën van Amerika en later naar de Verenigde Staten.’
‘En wat de afschaffing in het Westen van deze onverkwikkelijke mensenhandel en de anti-slavernijcampagnes betreft, die maken ook deel uit van het hele Westerse verhaal. In de moslimwereld heeft dit nooit plaats gehad. Sinds de vijftiende eeuw is de magnum scelus – de ‘grote misdaad’ zoals paus Pius II (1404-1458-1464) de slavernij noemde – door verschillende pausen in bullen streng veroordeeld. Ook tegen de Spaanse veroveraars in. Het niet naleven ervan kon zelfs leiden tot excommunicatie.’
‘Vooral de Europese rondreizen van de Franse kardinaal Charles Martial Lavigerie (1825-1892) heeft meegeholpen de slavernij een halt toe te roepen. Zo kreeg in 1889-1890 de Conventie van Brussel vorm. Zeventien landen ondertekenden de Conventie waaronder Perzië, het Sultanaat van Zanzibar en het Ottomaanse Rijk. Het zal daar dode letter blijven. Desondanks circuleren er nog altijd op YouTube met verborgen camera’s gefilmde reportages over hedendaagse slavenhandel in de Perzische Golf en Qatar. En Mauritanië kent nog altijd een middeleeuwse vorm van slavernij, waar men nog als slaaf wordt geboren!’
Executies
Vertel ons wat over de executies bevolen of goedgekeurd door Mohammed.
‘Daarvoor moet je mijn boek raadplegen, ik ga er uitgebreid op in. Ook hier beschikt men alleen over de Hadith en overleveringen. Het is dus waarschijnlijk dat deze sira-literatuur (biografie) niet van politieke en andere belangen gevrijwaard is gebleven. Verhalen kunnen beïnvloed zijn geweest door stammotieven.’
‘De lichtgeraaktheid en censuur voor vooral dichters valt op. Dichters als propagandisten en woordvoerders zijn altijd al een risico geweest. Kritiek op de Profeet zal definitief uit de islam verdwijnen. Zo werd al van in de beginperiode elke tegenspraak gezien als een afwijzing, een heiligschennis van de onfeilbaarheid van de Koran en de Boodschapper. Dit ontmoedigt tot vandaag nog steeds alle kritiek, ironie of spot en blijft de islam een gestolde leer, wars van alle humor.’