JavaScript is required for this website to work.
post

De Schelde als coronagrens: nu!

Een speciaal statuut voor de Zeeuws-Vlamingen?

Johan Van Duyse29/3/2020Leestijd 4 minuten
De Schelde bij zonsondergang.

De Schelde bij zonsondergang.

foto © Reporters

Even de grens tussen Zeeuws-Vlaanderen en Vlaanderen wegdenken.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Om als automobilist van Stekene naar De Klinge te rijden moet je over een rotonde die volledig op Nederlands grondgebied ligt. Als fietser of wandelaar zijn er, sinds smokkelheugenis, nog heel wat andere wegen om die grens, die we verleden waanden, over te gaan, te joggen of te rijden.

Maar dan ineens, corona.  Dat virus zorgt voor gekke dingen aan de grens. De terrasjes van Hulst en Sluis werden overspoeld door Belgen. Niks nieuws onder de voorjaarszon, maar nu was het toch even anders. Er bleek bijna een complot gesmeed te zijn om de Nederlanders te besmetten. Het decennialange ‘goede zakendoen dankzij die Belgen’ veranderde in een nachtmerrie. En omgekeerd werd elke Nederlander die de grens overstak de les gespeld over de lakse houding van hun bewindvoerders.

Aan deze of gene kant van de grens

Er was maar één oplossing: sluiten die grens. De gevolgen waren barbaars: die rotonde was heel even een ‘no pasarán’. De bakker die dertig meter aan de ‘verkeerde’ kant ligt, zag zijn oude vertrouwde klanten niet meer. Een man met een Belgische nummerplaat moest in Nederland aan de eerste de beste burger uitvoerig verklaren ‘wat hij hier in hemelsnaam komt doen?’ Uitleggen dus dat hij al eeuwen in Nederland woont, of voor een Belgisch bedrijf werkt en dat dit zijn bedrijfswagen is. Een beroepsmusicus uit Gent kon zijn drumstel niet meer ophalen in Heikant. Er kwamen dranghekken die verhinderden dat er nog gejogd of gewandeld werd in dat stukje bos waarvan echt niemand weet of het aan deze of gene kant van de grens ligt.

De politieman moet dit alles controleren, maar dat is onbegonnen werk. Sociale controle is er wel: als we niet oppassen verdedigen weldra vrijwilligers de grens. De verwijzing naar ‘den draad’ van tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt, meer ten onpas dan te pas, bovengehaald. En als kers op de taart zien ze in Koewacht zelfs belangstelling voor hun dorpje. De NOS zakte af om er, net zoals Belgische kwaliteitskranten, anekdotes te sprokkelen over ‘het nieuwe normaal’. Dat de gemeente Hulst zoveel moeite deed en doet om Belgen te komen overhalen bij hen te komen wonen: het lijken ‘andere tijden’. Nog even, en we zien elkaar niet meer graag.

Twaalf kilometer

Toch is de oplossing voor het probleem simpel als pompwater. Ieder kind met gezond verstand vraagt zich af waarom die grens daar ligt. En niet aan de Schelde. De vraag stellen is ze beantwoorden, en meteen ook de oplossing: die machtige prachtige vloed ligt er om het virus tegen te houden. Oplossing. Zo, punt gemaakt. Twaalf kilometer verder ligt er dus een natuurlijke grens te wachten om gebruikt te worden. Twee overgangen controleren, één tunnel en één veerboot en klaar is Kees (en Jan).

Pas op, het moet geen blijvende oplossing zijn hoor.  Ik zou zeggen: de tijd die een volmachtenregering in Belgie nodig heeft om de crisis te klaren. Drie maand dus, eventueel één keer te verlengen. Maar daarna gaan we over tot de orde van de dag en doen we weer alsof we februari 2020 zijn. Zoals de huidige regering in Belgie ook zal doen, naar men zegt.

Alleen coronamaatregelen

‘Nood breekt wet’ argumenteerde de architect van die Belgische coalitie. En dat was nog lang voor de crisis in volle hevigheid uitbarstte. Als de nood al wet kan breken, dan moet dat zeker met een grens kunnen. Even doen alsof we samen zijn. We zullen dat wel moeten kaderen via volmachten, maar het voorbeeld ligt klaar: een copy-paste van de onze en we kleuren netjes binnen de lijnen. Alleen coronamaatregelen mogen genomen worden. Neen we willen geen deel van de inkomsten van de haven van Terneuzen, we willen geen belastinginkomsten, iedereen mag zijn eigen boetesysteem behouden, zijn eigen verkeersregels, en natuurlijk blijven wij ver weg van hun  ruimtelijke ordening.  Ja, zelfs het recht om Heineken lekker te vinden moet overeind kunnen blijven, zelfs flauwe moppen hierover mogen blijven getapt worden. Maar coronagewijs gaan we er samen voor.

In deze materie moeten de Zeeuws-Vlamingen zich dan maar even aan de Belgische maatregelen aanpassen. Dat is de ijzeren aardrijkskundige logica. Van de mensen uit de Randstad zullen ze wel steun krijgen. Die noemen hen nu al, half denigrerend, half humoristisch, ‘reserve-Belgen’. En Sire, geef hen 100 dagen om deze tijdelijke oplossing te overleven.

Versailles

We zullen hen beloven onze 1919-wensen niet boven te halen.  Toen vroegen we, de Belgen dus, hen erbij om militaire, nationaal-nostalgische en economische redenen. Maar Nederland hield liever zeggenschap over de twee Schelde-oevers en won de wedstrijd in Versailles. Daar hielden ze nu eenmaal geen rekening met een virus. Al heerste er toen een verschrikkelijke Spaanse griep. Die pandemie werd aan de onderhandelingstafel niet als pasmunt of als ultieme reden gebruikt om niet zo vanzelfsprekende oplossingen door te drukken.

Maar 101 jaar later eist dat virus andere maatregelen. Ons verenigd Europa zal zo’n experiment  graag verwelkomen, ja toch? Er moet vast nog wat geld zijn om zo’n uniek project te financieren. Even een speciaal statuut dus voor de Zeeuws-Vlamingen? Te weinig mensen? Ze zijn met 100.000. Dat zijn er 20.000 meer dan onze vrienden, de Duitstaligen. En die hebben een mooi statuut. Misschien is er ergens nog een werkloze minister of staatssecretaris die, in duo met een Nederlandse collega, even deze verantwoordelijkheid als interim kan opnemen.

Als een goede huisvader

Neen, deze suggestie zal geen schoonheidsprijs krijgen, maar dat zeggen ministers ook van de huidige Belgische regering, waarin ze nota bene zelf inzitten.

En ja, er zijn 1001 praktische redenen te verzinnen om het niet te doen. Om de Schelde maar te laten vloeien als machtige prachtige vloed. Maar daarmee maakt men een virus overwinnaar. Stel dat het onmogelijke toch waar wordt: de politieagent moet die onzinnige controles niet meer doen, bakker en beenhouwer zien hun klanten terug, de Belg hoeft geen verklaring meer af te leggen tegen de mondige Nederlander. En de beroepsmuzikant kan zijn drumstel ophalen en opnieuw aan de slag gaan in Belgie. Alhoewel, dat laatste mag hij nog even niet.

Als we nu beloven dat we voor de Zeeuws-Vlamingen gaan zorgen als een goede huisvader en het land en zijn bewoners keurig en netjes gaan terugbezorgen. Moet kunnen toch?

Johan Van Duyse (1953) leest en schrijft over media en over de eerste wereldoorlog. Onlangs kwam zijn tweede boek uit: ‘De verkeerde doden’ (uitgeverij Willems), een waar gebeurd verhaal over vier Franse soldaten die op een augustusnacht in 1915 samen de loopgraaf introkken… Het boek is verkrijgbaar via https://boeken.doorbraak.be/p/de-verkeerde-doden-johan-van-duyse/

Commentaren en reacties