De staatshervorming(en) van Martens
Hendrik Vuye weegt de betekenis van de pas overleden ex-premier
Wilfried Martens, die vanochtend is overleden, werd het gezicht van de staatshervorming van 1980. Dit is tot op heden de belangrijkste uit de reeks. Onvolkomen en onvoldragen, maar wel definitief. Na de staatshervorming van 1980 was het voor altijd gedaan met ‘la Belgique de papa’. We zijn sedertdien op weg naar ‘iets’ anders … maar naar wat?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement(Wilfried Martens werd in Sleidinge geboren op 19 april 1936. Hij overleed op 10 oktober 2013 in Lokeren. Van april 1979 tot maart 1992 was hij, met korte onderbrekingen, premier van België. Hij stond in zijn jonge jaren mee aan de wieg van Doorbraak.)
De staatshervorming van 1970
De eerste staatshervorming komt er onder eerste minister Gaston Eyskens (CVP). Drie cultuurgemeenschappen zien het levenslicht: de Nederlandse, de Franse en de Duitse.
Deze cultuurgemeenschappen zijn bevoegd voor culturele aangelegenheden. Ze hebben elk een raad, dit is een parlementair orgaan. De Nederlandse en de Franse cultuurgemeenschap krijgen decreetgevende bevoegdheid. Decreten hebben kracht van wet en staan dus op hetzelfde niveau als de wet.
Tevens erkent de Grondwetgever dat België drie Gewesten kent: het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Gewest. De bevoegdheden en de werking van de Gewesten moesten worden geregeld bij bijzondere wet. Deze concrete invulling zal pas gebeuren naar aanleiding van de volgende staatshervormingen, namelijk in 1980 en 1989.
Ook de federale instellingen – toen sprak men nog van nationale instellingen – worden aangepast. Beide kamers van het federale parlement kennen voortaan twee taalgroepen, namelijk een Nederlandse en een Franse. De federale regering van haar kant bestaat, de eerste minister eventueel uitgezonderd, uit evenveel Nederlandstalige als Franstalige ministers.
Martens over deze eerste staatshervorming
Bij deze eerste staatshervorming geven de Vlamingen hun numerieke meerderheid op in ruil voor culturele autonomie. Achteraf bekeken, is dit een bijzonder grote toegeving geweest, voor uiteindelijk heel weinig bevoegdheden. De culturele autonomie werd cash betaald.
Vanaf deze eerste staatshervorming is de ‘grendelgrondwet’ een realiteit. Voortaan bestaan er ‘alarmtoeters’ en ‘alarmbellen’ bij de vleet. Eender welke beslissing veronderstelt het akkoord van de Franstaligen. Franstalig België heeft voortaan een vetorecht. De minderheid is nu ook meerderheid geworden.
Martens zelf was hierover steeds kritisch. In zijn memoires schrijft hij dat Vlaamse politici voortaan afhankelijk zijn van de goodwill van hun Franstalige collega’s. En dan volgt een profetische zin: ‘Daarbij bestond het gevaar dat zij door de Franstaligen telkens zouden worden gedwongen tot het betalen van een prijs, in ruil voor het verkrijgen van hun fiat’.
Op heden kan men hier enkel aan toevoegen dat deze prijs staatshervorming na staatshervorming steeds groter werd. Het Vlinderakkoord overtreft op dit punt alle verwachtingen. Een splitsing van BHV die oorspronkelijk slechts ‘vijf minuten politieke moed’ vereiste, werd uiteindelijk voor een bijzonder zware prijs afgekocht. Dit is niet ‘de grootste staatshervorming ooit’, wat Servais Verherstraeten (CD&V) welhaast mechanisch blijft herhalen van zodra er een micro in de buurt is. Het is wel de staatshervorming waarvoor ‘de grootste prijs ooit’ werd betaald.
Egmontpact
Maar ook Martens zal tot verregaande toegevingen worden gedwongen. Het Egmontpact dat hij onderhandelt in 1977-78, is echt geen toonbeeld van duidelijkheid. Vooral te Brussel en in de Vlaamse rand is het een kluwen aan instellingen. Dit had nooit kunnen werken.
Het Egmontpact wordt gekelderd door het ontslag op 11 oktober 1978 van eerste minister Leo Tindemans (CVP). In volle zitting verklaart Tindemans dat de Grondwet voor hem ‘geen vodje papier is’ en kondigt hij aan het ontslag van zijn regering aan te bieden.
Martens is het Egmontpact steeds blijven verdedigen. Tot in zijn memoires toe zal hij schrijven dat Tindemans een historische kans heeft gemist. Maar hij voegt er wel aan toe dat het Egmontpact helemaal geen meesterwerk was. Er waren technische en politieke mankementen. Nog steeds volgens Martens heeft de mislukking van het Egmontpact, twee jaar later, een grote staatshervorming mogelijk gemaakt.
1980: de staatshervorming van Wilfried Martens
Met de staatshervorming van 1980 worden belangrijke stappen gezet. Voortaan is België een federale staat met deelstaten. De cultuurgemeenschappen worden omgevormd tot Gemeenschappen (Bijzondere Wet van 8 augustus 1980). Zij zijn niet langer alleen bevoegd voor culturele aangelegenheden maar tevens voor de zogenaamde ‘persoonsgebonden materies’. In de parlementaire voorbereiding wordt dit gedefinieerd als ‘aangelegenheden die nauw met het leven van de mens in zijn gemeenschap zijn verbonden’. Het gaat om zaken als gezondheidsbeleid en bijstand aan personen.
De Gemeenschappen hebben voortaan niet alleen een raad, maar tevens een uitvoerend orgaan, namelijk de executieve.
Het Vlaamse en het Waalse Gewest worden ingevuld. De Gewesten oefenen voornamelijk economische bevoegdheden uit. Het Gewest kent een raad en een executieve. De Raad keurt decreten goed. Over het Brusselse Gewest blijkt het niet mogelijk een politiek compromis te vinden. In het politieke jargon luidt het dat Brussel ‘in de frigo wordt gezet’, tot er zich een oplossing aandient. Deze oplossing zal er pas in 1989 komen.
Tevens wordt een Arbitragehof opgericht. In oorsprong was dit rechtscollege uitsluitend bevoegd voor de bevoegdheidsconflicten tussen de deelstaten en de federale staat of tussen de deelstaten onderling. Het Hof was een arbiter in communautaire aangelegenheden. Later zal het uitgroeien tot een Grondwettelijk Hof.
Tegelijk wordt de grendelgrondwet verder voorzien van nieuwe grendels. Voortaan zijn er ook belangenconflicten. Dat belangenconflicten aan Franstalig België een politiek vetorecht toekennen, blijkt ten volle tijdens de BHV-crisis die volgt na de verkiezingen van 2007. België is nu grondig vergrendeld.
En nadien ….
Martens was nog eerste minister ten tijde van de derde staatshervorming (1988-89). Ter gelegenheid van deze derde staatshervorming worden de bevoegdheden van Gemeenschappen en Gewesten aanzienlijk uitgebreid. Zo worden nagenoeg alle bevoegdheden inzake onderwijs overgeheveld naar de Gemeenschappen. Het Brusselse Gewest wordt opgericht onder de naam Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.
Toch is deze staatshervorming veeleer de staatshervorming van Jean-Luc Dehaene (CD&V) dan van Wilfried Martens. De belangrijkste onderhandelaars van het Brusselakkoord zijn immers Jean-Luc Dehaene (CD&V) en Philippe Moureaux (PS).
Het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest is het voorbeeld bij uitstek van het ‘loodgietersfederalisme’ van Dehaene. Alles hangt aan elkaar met stukken en brokken. Het is zo ingewikkeld dat welhaast niemand het nog begrijpt, en dan maar hopen dat het werkt. En de problemen oplossen, dat is voor later, wanneer de problemen zich stellen. Eén ding weet men met zekerheid: op termijn komen er problemen … Het loodgietersfederalisme lost geen problemen op, het stelt problemen uit.
Onomkeerbaar
Met zijn staatshervorming van 1980 heeft Martens definitief van België een federale staat gemaakt. Er is geen weg meer terug. Zelfs indien de rode duivels wereldkampioen voetbal worden, Stromae het Eurosongfestival wint, Béatrice Delvaux de Pulitzerprijs voor journalistiek en Tom Lanoye de Nobelprijs, zelfs dan is er geen weg terug. Het verdampingsproces van België is ingezet. Ooit zullen de talrijke grendels maken dat men geen politieke oplossing meer vindt voor één of ander probleem. Dan zal België in zijn voegen kraken. Dit proces werd al ingezet na de verkiezingen van 2007. Waartoe dit uiteindelijk zal leiden weet niemand. Eén ding staat echter vast: het ‘Belgique de papa’ van voor Martens komt nooit meer terug.
<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>
Categorieën |
---|
Hendrik Vuye is doctor in de rechten, master in de criminologie en master in de filosofie. Hij is gewoon hoogleraar Staatsrecht en Mensenrechten aan Universiteit Namen
Wat wordt er veel gesproken in Vlaanderen over politieke vernieuwing. Alleen blijkt spreken zilver en niets doen goud.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.