De technocratische lokroep
Wetenschap mag niet onze enige kennisgrond zijn
foto © Hal Gatewood
De snelheid waarmee sommige partijen onze democratie aan de kant schoven om beslissingen te laten nemen door experts, is zorgwekkend.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEen van de interessantse passages in het boek Hoera! De democratie is niet perfectvan De Morgen-journalist Joël De Ceulaer gaat over de epistocratie. Terwijl technocraten van mening zijn dat alleen mensen met specifieke kennis en expertise wetten en regels mogen uitvaardigen, vinden epistocraten dat alleen burgers met een minimale politieke kennis mogen deelnemen aan het democratische proces. In tijden waar middelmaat de norm lijkt voor de meeste politici en broodnodige keuzes bij gebrek aan moed of leiderschap worden uitgesteld, is het niet verwonderlijk dat beide intellectuele stromingen steeds populairder worden.
Epistocratie
De Amerikaanse politieke filosoof Jason Brennan pleitte in zijn essay Against Democracy (2016) voor een selectie van het electoraat. Volgens de auteur zijn sommige burgers moreel onredelijk , onwetend of gewoon politiek incompetent, en is het daarom legitiem om hen niet toe te staan gezag over anderen uit te oefenen door bijvoorbeeld te gaan stemmen. Of men voorkomt dat ze macht kunnen bezitten of men probeert de macht die ze hebben te verminderen. Zo wordt de samenleving beschermd tegen de gevolgen van hun incompetentie.
Brennan trekt niet zozeer het model van de representatieve democratie in twijfel, maar wel de manier waarop het werkt en vooral de willekeur van de stemgerechtigde. In feite is dit een discriminerende, paternalistische en zelfs moralistische visie op de representatieve democratie. Het toont een groeiende antidemocratische tendens bij vooral progressieve intellectuelen die bepaalde maatschappelijke groepen politieke rechten willen afnemen door een soort van intellectueel cijnskiesrecht. Om te stemmen was men vroeger te arm, vandaag volgens sommigen te dom. Dit alles in het belang van de onbekwamen en in naam van de epistocratische utopie.
Autoritair
Het uitgangspunt van zowel de epistocratische als de technocratische pleitbezorgers is een wetenschappelijke evidence-based policy onder leiding van bekwame, rationale en neutrale experten, maar zonder te moeten rekening houden met (een deel van) het volk of de demos. In een recent verleden zijn er genoeg voorbeelden van ‘elites’ die op dezelfde manier dachten. Het is niet dat het volk er veel beter van werd. Of het nu een dictatuur is in naam van de gelijkheid (communisme), de broederlijkheid (fascisme) of de vrijheid (Franse Revolutie), het liep steevast grondig mis.
De voorbije weken omringde premier Wilmès zich met honderden experts om deze ongeziene gezondheidscrisis zo goed mogelijk aan te pakken. Diverse task forces proberen om het land met zo weinig mogelijk menselijke en economiche schade door deze pandemie loodsen. Zo zijn er het Nationaal Crisiscentrum, de Risk Assessment Group (RAG), de Risk Management Group (RMG), het Wetenschappelijk Comité Coronavirus, Sciensano, zes crisiscellen en de Economic Risk Management Group. Het is alleen nog wachten op een super task force om het werk van al die task forces te coördineren.
Sciëntisme
Intussen werd het federale parlement, de vertegenwoordiging van de demos, tijdelijk gemuilkorfd met uitgebreide en volgens sommigen ongrondwettelijke volmachten. De democratische besluitvorming staat voor enkele maanden on hold, en de reële macht is vandaag in handen van experten en wetenschappelijke comités. De overlap van de politieke en wetenschappelijke vaardigheden in de besluitvorming is op zich geen probleem, ook al omdat politici best zo geïnformeerd mogelijk beslissingen nemen.
In een participatieve democratische cultuur bestaat er een organische relatie tussen het politieke en academische niveau. Zo ontstaat er een osmose tussen de verschillende wetenschappelijke categorieën en de democratische besluitvorming. Toch is een sterke technocratische en epistocratische evolutie problematisch. Het is een product van het steeds dominantere en autoritaire sciëntisme, waarvoor de oplossing van maatschappelijke problemen alleen gevonden kan worden door wetenschappenlijke of rationele antwoorden.
Echter, de wetenschap kan en mag niet de enige kennisgrond zijn waaruit men een politiek beleid destilleert. De overlevering, de waarde van continuïteit en stabiliteit, het gezond verstand, de ethiek, de esthetiek, etc. zijn zeker even belangrijke en waardevolle fundamenten daarvoor. Sciëntisten wanen zich superieur aan alle andere filosofische, religieuze, mythische, spirituele of humanistische interpretaties van het leven, maar de mens is geen louter rationeel, emotieloos atoom waarmee men naar believen de wetenschappelijk perfecte samenleving kan maken.
Experts
De stijgende complexiteit van het moderne leven vermindert steeds meer het aantal handelingen die de burger intellectueel en professioneel zelfstandig kan uitoefenen. Deze evolutie geldt ook voor de politieke besluitvorming. De inhoudelijke rol van gespecialiseerde experts neemt daarom achter de schermen steeds toe, zowel in de administraties en kabinetten als daarbuiten. De minister verandert dan wel om de zoveel jaar, de experts blijven meestal op post. Het is dan ook de vraag in hoeverre de functionele macht van de beleidsmakers nog samenvalt met de reële macht.
Dit officieus technocratisch systeem sluit de kiezer nog meer uit van inspraak in de beleidskeuzes. Het verhoogt bij de gewone mensen de gevoelens van machteloosheid en woede nog meer ten opzichte van maatschappelijke evoluties waartegen zij zich verzetten, maar niet kunnen reageren. Emotie is echter een belangrijke factor in de keuzes die een mens maakt, ook bij verkiezingen. En uit woede worden maar heel weinig verstandige keuzes gemaakt. Maar het is niet door de emotionele kant van de mens uit te sluiten van het democratisch proces dat men een betere samenleving krijgt.
‘Hoe’ en ‘waarom’
De onderzoeker richt zijn blik op de veranderende wereld en probeert deze theoretisch te begrijpen. Daarvoor abstraheert men echter ook de mens en de waarden uit de wetenschappelijke analyse. Het is een noodzakelijke en legitieme abstractie om tot kennis te komen, maar deze vertelt maar een deel van de waarheid en het hele verhaal. In de encycliek Caritas in veritate (2009) wijdde Paus Benedictus XVI een volledig hoofdstuk aan de groeiende technocratische tendensen in de samenleving. De katholieke kerk is dan wel niet meer zo populair in tijden van libertisme, utilitarisme en hedonisme, toch loont het de moeite om eens een andere klok te horen.
Het absolutisme van technologie heeft de neiging een onvermogen te produceren om te zien wat niet kan worden verklaard door het empirisch aanwezige. Het technisch haalbare wordt zo de ethische (en democratische) norm. Maar wetenschappelijke vooruitgang moet zich niet alleen bezig houden met het ‘hoe’ maar tevens met het ‘waarom’. Wanneer de waarheid alleen afhangt van efficiëntie, bruikbaarheid en het materiële, wordt de mens juist datgene wat hem tot mens maakt ontzegd, namelijk zijn morele, culturele en spirituele dimensie.
Doxa
Ook experts zijn mensen, met hun persoonlijke voorkeuren en subjectieve kijk op de wereld. Dit werd nog maar eens duidelijk gedurende deze Covid19-pandemie. De tegenstrijdige communicatie over de te nemen maatregelen, over het gebruik van beschermende kledij, over de ernst van de situatie, van zowel de regering als de experts, voedden veel misverstanden en frustraties bij de bevolking. Terwijl in februari de ene viroloog het coronavirusgevaar relativeerde, waarschuwde een ander voor een regelrecht ramp. De virologie lijkt dan ook eerder te voldoen aan Plato’s definitie van de doxa (mening) dan aan die van de episteme (kennis).
Het voorspellen van de verspreiding van een dodelijk virus, en de maatschappelijke gevolgen daarvan, ook al is het met rigoureuze en verfijnde theoretische instrumenten, is geen eeuwige en onveranderlijke kennis van de dingen. Een wetenschappelijk onderbouwde opinie of mening is dan ook niet hetzelfde als een onaantastbare waarheid of episteme. De wetenschap verandert voortdurend van mening op basis van voortschrijdend inzicht. Meer zelfs, het ontbreken van dogma’s is net de essentie van wetenschappelijk onderzoek. Volgens de Italiaanse Nobelprijswinnares Rita Levi -Montalcini (1909-2012) is het juist die imperfectie die wetenschappelijke vooruitgang mogelijk maakt. Het Sapere aude (Durf te weten) van Immanuel Kant (1724-1804), als motto van de verlichting, is daar eveneens een voorbeeld van.
Vaandelvlucht
De politiek verandert net zoals de wetenschap regelmatig van mening, maar houdt zich, in tegenstelling tot de wetenschap, wel bezig met de mensen en hun waarden. Wetenschap kan bijdragen aan politieke besluitvorming door kostbare elementen te verschaffen die onzichtbaar zijn voor het oog van het gezond verstand, maar het is de politiek die dit, als democratische emanatie van die verschillende menselijke waardendimensies, kan proberen te integreren in de besluitvorming. De wetenschap of de eperts kunnen de politiek en de democratie niet vervangen.
In hoeverre deze technocratische evolutie met betrekking tot Covid-19 blijvende politieke gevolgen zal hebben, valt moeilijk te zeggen. Het weinig succesvolle en doortastende beleid zal het vertrouwen in de experts en louter wetenschappelijke oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken geen deugd doen. Ook de politieke machthebbers maken geen al te beste beurt. De snelheid en het gemak waarbij sommige partijen onze vermoeide democratie aan de kant schoven om fundamentele beslissingen te laten nemen door experts, is daarentegen zorgwekkend. In tijden van oorlog, al is het dan tegen een miniscule vijand, heeft dit meer weg van vaandelvlucht. Misschien moet de burger de volgende keer stemmen voor vertegenwoordigers die wel nog geloven in de kracht van de democratie.
Tags |
---|
Philip Roose (1979) studeerde geschiedenis in Leuven en Granada en marketing en management in Parma. Hij woont in Catania (Sicilië) en exporteert Italiaanse wijnen. Samen met Joost Houtman schreef hij het boek 'Bella Figura: Waarom de Italianen zo Italiaans zijn?' (Uitgeverij Vrijdag; verschijnt 31 mei 2018).
Woorden scheppen de realiteit, of toch de perceptie ervan. Philip Roose over de instrumentalisering van taal.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.