Arabisch-nationalist Abou Jahjah in Vlaams-nationaal milieu
Een leerrijk non-debat over het Midden-Oosten
Van socio-economische factoren over geopolitiek, islam en het Arabisch nationalisme. Als inleiding op het Midden-Oostenvraagstuk kon dat avondje Debatclub wel tellen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe toekomst van het Midden-Oosten, dat was de titel van het jongste debat van De Debatclub, nu al een tijdje de opvolger van de oude Vlaams-Nationale Debatclub. Die titel trok een ander publiek dan gemiddeld. De ietwat vergrijsde Vlaamse beweger werd aangevuld met enkele jonge allochtonen. Nu ja, nieuwe Vlamingen of oude Belgen, hoe u ze ook noemen wil. Wat ze kregen, was eerder een les in het verleden en analyses van de toestand in het Midden Oosten. En dat is meer dan Syrië alleen.
Aan de tafel zaten Koenraad Elst, Jef Lambrecht en Dyab Abou Jahjah bij moderator Frans Crols. Voor een Doorbraaklezer heeft geen van de drie echt een introductie nodig. Ze zorgden voor verschillende verrassingen. Zo waren Jef lambrecht en Abou Jahjah achteraf zeer te spreken over het publiek, ze hadden zich blijkbaar aan wat anders verwacht. En het publiek in de zaal reageerde beleefd instemmend op de analyse van Lambrecht en heel positief op Dyab Abou Jahjah. Moeten we zeggen, Jahjah kwam, zag en overwon?
Islam
Hoe moeten we naar het Midden-Oosten kijken? Hoe moeten we interpreteren wat daar gebeurt? Het interessante is dat elk van de drie panelleden een eigen invalshoek meebracht. Voor Koenraad Elst is de Islam een heel bepalende factor. Die zorgt ervoor dat de regio in het Arab Development Rapport van de VN naar voren komt als een intellectueel arme regio. Wat het Midden-Oosten nodig heeft is een ‘de-islamisering’. Maar volgens Elst moeten de mensen dat vooral zelf doen. Daarnaast moet de Arabische wereld dringend Israël erkennen, bepleit Elst. ‘Het Joodse volk heeft recht op een staat en dat heeft niets met de Bijbel te maken. (…) Het Midden-Oosten is groot genoeg dat ze zich geen zorgen moeten maken over dat kleine stukje dat ze daar verliezen.’ En ten derde analyseert Elst dat het Midden-Oosten nog niet rijp is voor democratie. Er is een vrijheidswil, maar die botst ook met de Islam. Die vrijheidswil en de ‘de-islamisering’ worden gevoed door het internet. Niet iedereen heeft toegang tot het internet maar de penetratie ervan is zeer hoog. Informatie wordt vrij beschikbaar. Een wijze raad van Elst was: ‘Europa moet bescheiden zijn, de oplossing voor de problemen van de regio moet van de mensen ter plaatse komen.’
Sjiieten-Soennieten
Jef Lambrecht probeerde de Arabische lente in een historisch, sociaaleconomisch en geopolitiek kader te situeren, op zijn rustige toon die vroeger via actueel op Radio 1 uit uw radio klonk. ‘Het beeld dat in Europa van de Arabische revolutie werd getekend, was van in het begin voorbarig rooskleurig, alsof de Arabische wereld zomaar zou overgaan naar een liberale democratie naar Westers model. Ik heb daar altijd mijn twijfels bij gehad.’ De Arabische lente begon in Tunesië als een volksbeweging, een van de slogans was ‘brood, vrijheid, waardigheid’. Het waren vooral boeren die in opstand kwamen, de opstand ontstond in kleine provinciesteden en sloeg snel over naar de grote steden, vooral naar de arme buitenwijken waar verpauperde boeren wonen die uitgeweken waren naar de stad. Die groep verpauperde volksmensen kreeg al snel de steun van jongeren van een upper middelclass. Die zogenaamde Facebook-generatie is goed opgeleid maar geremd in het waarmaken van haar ambitie door de corruptie, de economische situatie en de machtsconcentratie bij enkele clans. Daarbovenop komt nog de sociale ongelijkheid en de onderdrukking van de vrouw. In Egypte kwam daar de macht, ook economisch, van het leger bij en de verontwaardiging dat Mubarak zijn zoon op zijn ‘troon’ wou zetten.
In die socio-economische context opereren verschillende regionale grootmachten of would-be-grootmachten, zoals Qatar, dat een grote invloed heeft als geldschieter en wapenleverancier van verschillende rebellengroepen. Qatar speelt ook via Al Jazeera (eigendom van de Emir van Qatar) een grote rol in het conflict. Al Jazeera was/is geen neutrale media-waarnemer maar is een medespeler met veel invloed in de regio. De posities zijn niet altijd even eenduidig en hangen van de situatie af. Zo steunden de Verenigde Arabische Emiraten de opstand in Libië maar hielpen ze om die in Bahrein te onderdrukken. De onderliggende basis van de conflicten in de regio is volgens Lambrecht het conflict tussen Sjiieten en Soennieten. Die wordt geopolitiek vormgegeven in de rivaliteit tussen Saoedi Arabië en (het niet Arabische) Iran. De strijd tegen Iran en het atoomprogramma van Iran heeft Saoedi Arabië zo in de armen gedreven van aartsvijand Israël. En Lambrecht waarschuwt voor een atoomwapenwedloop in de regio als Iran ooit een atoomwapen zou blijken te hebben.
Arabisch nationalisme
Een ander perspectief kreeg het publiek van Dyab Abou Jahjah. Hij leek te grijpen naar het argumentum ad hominem en vergastte de zaal, waarvan kon aangenomen worden dat ze hem niet zo goed gezind was, op een historisch overzicht van het Arabisch nationalisme.Het ging erin als zoete koek. Voor Abou Jahjah gaat het enkel om het verzamelen van de Arabische volkeren, zonder Noord-Afrika. De kern van het verhaal is dat het Arabische nationalisme geradicaliseerd is door het verraad van de geallieerden na WOI, die in het Sykes-Picotakkoord het Arabische volk verdeelden door willekeurige grenzen te trekken. Daarbovenop kwam de Balfour-verklaring en de creatie van Israël, een thuisland voor de Joden, dat door de Arabische nationalisten wordt gezien als een kolonisatie.
Vanuit die historische ideologische achtergrond analyseert Abou Jahjah wat er vandaag in het Midden-Oosten gebeurt. Er is volgens hem een paradigmawissel in het Arabische nationalisme. Eerst was de vernietiging van Israël de prioriteit. Dat gaf een vrijgeleide aan verschillende dictatoriale regimes. Nu zijn verschillende groepen ervan overtuigd dat er eerst orde op zaken moet gesteld worden in het eigen Arabische huis (lees democratie en economische vooruitgang) om zich dan te richten op Israël. Met deze nuance dat enkel de staat Israël volgens Abou Jahjah moet verdwijnen. Joden blijven er welkom als gelijkwaardige burgers in een democratische staat, die dus geen Joodse staat zal zijn. Voor Abou Jahjah speelt de Islam een rol maar niet zo sterk als Elst het formuleert. ‘De islam is niet wat extremisten ervan maken, er zijn verschillende Islams. Het is hetzelfde als de opinie van de Vlaamse beweging gelijkstellen met die van Bloed, Bodem, Eer en Trouw.’ Niet de Islam is de oorzaak van de intellectuele achterstand van het Midden-Oosten, wel de dictatuur en het gebrek aan democratie. En voor wie de staatsgreep van de generaals in Egypte een goede zaak vindt, had Abou Jahjah nog een boodschap: ‘Mursi heeft na drie verkiezingen gewonnen te hebben een zeer slecht beleid gevoerd maar moet verslagen worden in de stembus. De mensenrechten worden nu meer geschonden dan onder het bewind van de Moslimbroeders, er was toen meer vrijheid van meningsuiting dan nu. Denk eraan dat de Salafisten de putch van generaal Sisi steunen.’
En als het over geopolitiek gaat in de regio, moet ook de naam Turkije vallen. Ook dat land heeft aangestuurd op een interventie in Syrië maar dat heeft Erdogan, Turks premier en leider van de AKP partij, veel aanhang gekost. De tegenzet van Assad was een versterking van de Syrische Koerden, met een offensief van de PKK als gevolg. Ook door de steun aan de Moslimbroeders lijkt het erop dat Turkije voorlopig zijn ambities om een regionale grootmacht te worden moet opbergen, in ieder geval tot er meer duidelijkheid is over de situatie in Syrië. Saoedi Arabië lijkt voorlopig de regionale geopolitieke winnaar en gaat voorop in de Arabische contrarevolutie die nu bezig is. Daarover schenen zowel Lambrecht als Jahjah het eens te zijn.
Perspectief
Ook het lot van de minderheden werd nog in het verhaal gepast. Niet alleen de Christenen, maar ook de andere minderheden dreigen te verdwijnen. Volgens Lambrecht vormen die minderheden de olie van het systeem. Zij zijn de middenklasse maar ook de olie tussen de twee schurende platen: de Sjiieten en de Soennieten. Op termijn zal dat leiden naar nieuwe explosieve situaties.
In het geval Syrië wordt er een geopolitiek spel gespeeld. Israël heeft belang bij een ingrijpen van de VS, zeker omdat het erop rekent dat dan ook Iran in de klappen zal delen, iets wat ook de Saoedi’ s wel zien zitten. Wat nu gebeurt is zorgwekkend. De islamistische groepen bevechten nu ook andere rebellen en een Algerijns scenario dreigt. Dan zullen de Al Qaida-gelieerde groepen eerst de andere verslaan en stijgt het krediet van Assad weer omdat hij de Islamisten moet tegenhouden. De rebellen zouden beter aansturen op een akkoord. Dat is pijnlijk en moeilijk, maar beter dan 15 jaar burgeroorlog.
<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>
Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.
Politici die zelf niet weten waar ze voor staan: ze kunnen mooi vertellen, maar regeren gaat moeilijk.
Evolueren we naar een politiek model zoals in een communistische eenpartijstaat? Ontdek het in ‘Ondernemen in Achterland 1.0’.