JavaScript is required for this website to work.
post

De UNESCO en de rustplaats van een vriend van Vlaanderen

Dirk Rochtus22/6/2014Leestijd 2 minuten

Het klooster van Corvey komt op de werelderfgoed van de UNESCO. Markant: in de tuin vond een grote vriend van Vlaanderen zijn laatste rustplaats.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De benedictijnenabdij van Corvey (in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen) werd in 822 door Lodewijk de Vrome, zoon van Karel de Grote, gesticht met de bedoeling de controle van het Frankische Rijk op het pas veroverde land van de Saksen te verstevigen. Ze fungeerde in de daaropvolgende eeuwen als een van de grote geestelijke en religieuze centra in Noord-Duitsland. In 1792 werd de abdij veranderd in een slot. De UNESCO eert met haar erkenning van Corvey als werelderfgoed de verbinding van ‘Karolingische architectuur met antieke voorbeelden’.

Bij een bezoek van het klooster kan je in de tuin niet naast het grafmonument van een grote vriend van Vlaanderen kijken. Het is hier dat August Heinrich Hoffmann von Fallersleben (1798-1874) de eeuwige rust vond, de dichter van het ‘Deutschlandlied’ die ook Vlaanderen bezong. Als jonge man leefde hij in een politiek versplinterd Duitsland, als oude man maakte hij nog de stichting van het Duitse keizerrijk mee. Het verlangen daarnaar had hij uitgedrukt met de verzen ‘Deutschland über alles’, het verlangen de staatkundige verbrokkeling te overwinnen met een verenigd Duitsland.

Op zijn reis naar de Nederlanden in 1821 had de filoloog Hoffmann von Fallersleben ook de Oudnederlandse en Oudvlaamse dichtkunst ontdekt. Zijn hele leven lang zou hij zich met de studie ervan bezighouden, ondermeer door de publicatie van het bronnenmateriaal ‘Horae Belgicae’ tussen 1830 en 1862. Zijn liefde voor Vlaanderen vertolkte hij in versregels als ‘Vlaanderen, dag en nacht denk ik aan u./ Waar ik ook ben en vaar,/ Gij zijt mij altijd naar. …..’ http://ingeb.org/songs/vlaander.html

Vanaf 1830 werkte Hoffmann von Fallersleben als professor Duitse taal en literatuur aan de universiteit van Breslau (het huidige Wrocław in Polen). In 1842 publiceerde hij de dichtbundel ‘Unpolitische Lieder‘. Zo ‘onpolitiek’ waren die gedichten echter niet. Als Duitse nationalist en liberaal nam Hoffmann von Fallersleben er de heersende toestanden in het politiek gefragmenteerde en conservatieve Duitsland op de korrel. Zijn pleidooi voor een verenigd Duitsland schoot de Pruisische autoriteiten in het verkeerde keelgat. De publicatie kostte de dichter het ambt van professor. Na heel wat omzwervingen lukte het hem uiteindelijk om in 1860 aangesteld te worden als bibliothecaris van de slotbibliotheek in de voormalige abdij Corvey.

Over de rol die Hoffmann von Fallersleben in de ‘Duits-Vlaamse betrekkingen’ speelde, publiceerde Peter H. Nelde in 1967 een grotere studie. Enkele van de conclusies van Nelde luiden dat Hoffmann von Fallersleben in Duitsland heel wat belangstelling heeft gewekt voor ‘de Nederlandse taal en letterkunde en de Vlaamse Beweging’ en dat zijn optreden ook een ‘grote morele steun voor de flaminganten van zijn tijd’ vormde.

Leestip: Over Von Fallersleben en Vlaanderen in Ons Erfdeel. 

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties