JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

De valse sirenezangen van Dyab Abou Jahjah

Julien Borremans3/1/2015Leestijd 4 minuten

Een nieuwe bijdrage in onze reeks over diversiteit. Julien Borremans hekelt in deze vrije tribune Abou Jahjah’s radicalisme en stelt tegelijkertijd vast dat er sterke maatregelen nodig zijn om de ‘sociale tijdbom die onder Brussel tikt’ aan te pakken.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Abou Jahjah omschrijft zichzelf als een links-socialist, een Arabisch-nationalist en een ‘vrijheidsstrijder’. Hij spoelde vanuit Libanon aan. Naar eigen zeggen heeft hij een Hezbollah-verleden en nam hij verschillende keren deel aan commandoacties tegen Israëlische troepen. Abou Jahjah raakte in onmin bij sjeik Hassan Nasrallah, de sterke man van Hezbollah, en nam dan maar de benen richting Antwerpen. Of dit allemaal waar gebeurd is, is zeer de vraag.

‘Die Hard 5.0’

In 2006 keerde hij terug naar Libanon om andermaal als verzetsheld aan de slag te gaan. In de Vlaamse ‘kwaliteitspers’ sloegen zijn verhalen aan, maar in de buitenlandse pers werden ze geklasseerd als… onzin.

Ondanks zijn beschuldigingen dat onze samenleving primair racistisch is, geniet Abou Jahjah sinds kort weer met volle teugen van onze copieuze sociale zekerheid. Hij heeft zelf tijd zat om een boek te schrijven – ‘De stad is van ons’ – dat hij kort voor de verkiezingen publiceerde. Daarin bespreekt hij een aantal toekomstscenario’s voor ons land, die eerder rijp zijn voor een script voor Die Hard 5.0:’De enige uitweg voor de autochtonen in een scenario van stadsvlucht gekoppeld aan uitsluiting van allochtonen is fascisme of een complete nederlaag en ondergang.’

Abou Jahjah projecteert de Libanese situatie op de België en kraamt oorlogstaal uit. We kunnen daar om lachen, maar  uiteraard is het hem om te doen het radicalisme bij de allochtonen aan te wakkeren.

In De Standaard gaat hij verder op de ingeslagen weg. In zijn wekelijkse bijdrage ‘Tweederangs wereldburgers’ onderstreept Abou Jahjah het absolute recht dat allochtonen hebben om zich op ieder moment waar dan ook ergens in de wereld te vestigen ‘omdat hun landen vaak verwoest zijn door oorlogen die te vaak een gevolg zijn door oorlogen die te vaak een gevolg zijn van het kolonialisme, omdat hun economieën gedomineerd zijn door maffiabendes die gecoöpteerd zijn als economische en politieke partners door onze regeringen, omdat… wij hun leiders vermoorden samen met de CIA of hun bombarderen en terug naar het stenen tijdperk sturen.’ Het Westen is dus tot in zijn diepste vezels en genen misdadig. Nieuwkomers hebben dus het recht om zich van leugens te bedienen om ‘Fort Europa’ binnen te dringen, zoals hij dat zelf ook deed.

Slavenhandel

Wat Abou Jahjah allemaal schrijft en zegt valt uiteraard nogal makkelijk te doorprikken. Enkel dit: als de ‘Libanees-met-de-grote-mond’ ‘onrecht’ wil bestrijden, dan heeft hij in de islamitische wereld meer dan werk genoeg. Gebrek aan zelfreflectie heeft ertoe geleid dat slavernij – u leest het goed – in de islamitische wereld is blijven voortwoekeren. De Global Slavery Index (GSI) wordt sinds jaar en dag aangevoerd door Mauretanië, lidstaat van de Arabische Liga. Het land telt tussen 140.000 en 160.000 slaven. Zij en hun nageslacht zijn volledig eigendom van hun moslimmeesters. Ze kunnen worden verhandeld, verhuurd en geschonken. Volgens GSI houdt de islam deze situatie mede in stand: ‘Verstoken van onderwijs en bestaansalternatieven, geloven velen dat het Gods wil is dat ze slaven zijn.’ De ‘vrijheidsstrijder’ is geen idioot en moet dit wel weten. Als hij onrechtvaardigheid en verdrukking wil bestrijden, heeft hij in zijn achtertuin in Libanon meer dan zijn handen vol.

Momenteel woont hij in Brussel en is ongetwijfeld op de hoogte van de penibele situatie waarin tal van allochtonen zich bevinden. Volgens Abou Jahjah worden allochtonen hier onderdrukt en beroofd van alle kansen. Volgens hem is de enige uitweg uit de impasse het Zuid-Afrikaanse model. ‘Het idee van een zuiver etnische staat moet worden verlaten. We moeten bouwen aan een staat waar alle burgers gelijk zijn en waar racisme, zionisme en apartheid uit den boze zijn.’

Terwijl Abou Jahjah in een andere realiteit leeft, leven heel wat allochtonen aan de onderkant van de maatschappij. Ze zijn heel ontvankelijk voor de radicale waanideeën van tal van valse profeten. De werkloosheid, de kansarmoede, de sociaaleconomische uitsluiting blijven enorm hoog. In de vele beleidsverklaringen van de afgelopen maanden staan geen visionaire maatregelen te lezen om dit dreigend maatschappelijk probleem aan te pakken. Ondanks de grote statements van de N-VA de afgelopen jaren, blijft een hervorming van de Brusselse beleidsstructuren en de federale staat dode letter. Dergelijke hervormingen betekenen een eerste stap in een aanpak van dit prangend sociaal probleem. De N-VA geeft niet thuis. In het Brusselse luik van het communautair akkoord staat alles te lezen over B-H-V, de bevoegdheden van het gewest, de mogelijke financiering… maar niet één keer wordt er gesproken over de sociale tijdbom die onder Brussel tikt.

Zwakke identiteitsbeleving

Ik geef les in een Brusselse ‘zwarte’ school. De kloof tussen de schoolprestaties van de eerste generatie- en de tweede generatiemigranten en die van de autochtonen behoort tot de grootste van Europa behoort. De helft van de Brusselse jongens begint het middelbaar onderwijs met een jaar achterstand. Een kwart van hen verlaat het onderwijs zonder diploma.

In het rapport van de Rondetafel van de Interculturaliteit staat duidelijk te lezen dat het aanleren van de landstaal belangrijk is. Evident. Opmerkelijk is dat het rapport een verband legt tussen het vastklampen van minderheden aan hun identiteit en de zwakte van onze eigen identiteitsbeleving. Waarom zou een allochtoon Belg of Vlaming willen zijn, als we zelf geen waarde hechten aan onze identiteitsbeleving? Zelfs binnen N-VA wordt smalend gedaan over de Vlaamse identiteit. Het streven naar meer Vlaamse autonomie staat ergens onderaan de agenda. Bij een gebrek aan een ‘mainstreamcultuur’ plooien allochtonen dan maar terug op eigen cultuur. Daardoor ontstaat er een geïnstitutionaliseerde apartheid.

Deze ontwikkeling blijft onbespreekbaar, maar is in wezen de kern van het probleem. Het hangt tevens vast aan de hybride, gefragmenteerde omgeving waarin de Brusselse scholen moeten functioneren en het gebrek aan krachtdadig beleid van de Brusselse en Vlaamse overheid om de hachelijke sociaaleconomische situatie, waarmee heel wat nieuwkomers worden geconfronteerd, aan te pakken.

Allochtonen hebben een duidelijk referentiekader nodig, met een mainstreamcultuur waar ze zich kunnen naar richten. De Vlaamse overheid moet in Brussel veel sterker aanwezig zijn. In eerste instantie moet er een performant en assertief taalbeleid worden ontwikkeld, gericht op maatschappelijke integratie en tewerkstelling. Momenteel wordt dat meestal op het niveau van de scholen georganiseerd, waardoor het in een goed bedoeld amateurisme blijft steken.

Zolang de diverse overheden geen werk maakt van een performanter opleidings- en tewerkstellingsbeleid van oud- en nieuwkomers zullen de valse sirenezangen van onheilsprofeten – zoals Dyab Abou Jahjah – als muziek in de oren van heel wat allochtonen blijven klinken.

 

De auteur is leraar in het Brusselse onderwijs en is een sociaal-flamingant.

(c) Graasland- Van Mol

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties