JavaScript is required for this website to work.
post

De Vlaamse vis verdrinken

Karl Drabbe15/1/2016Leestijd 3 minuten

De werkgroep-Vuye: een doekje voor het bloeden, of bloedernstig?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement
Er is wieder da! De verfilming van het cultboek van Timur Vermes over een ‘herboren’ Adolf Hitler kwam gisteren in de bioscoopzalen. Wat sinds gisteren ook terug is van weggeweest: het communautaire spook (DM 14/1). Geen hersenspinsel van gefrustreerden, maar een blijvende en concrete bekommernis om efficiëntie en democratie.
 
De afgelopen weken was de druk blijkbaar erg groot geworden op de N-VA. Op vele nieuwjaarsrecepties is het een topic. Toppers beginnen zich vragen te stellen. De Leuvense politicoloog en Doorbraak-medewerker Bart Maddens hamert al sinds dag één van de Zweedse regering op dezelfde nagel: een partij die haar corebusiness en dna in de koelkast laat, dreigt te vervellen. Belgianisering, noemt Maddens dat. De aanhoudende kritiek – het koor zwol aan met oud-radiomaker Jean-Pierre Rondas en andere pennen op onder andere Doorbraak.be – kwam hard aan bij een deel van de basis. Het is die basis waar de N-VA als Vlaams-nationale partij op gebouwd is. Het is die basis die de ruggengraat vormde, ook toen het moeilijk ging, ook toen enkel Geert Bourgeois moederziel alleen in het parlement zat voor de dwergpartij die de N-VA destijds was.
 
De boodschap van Bart De Wever gisteren, is nochtans niet mis te verstaan. De Vlaams-nationale agenda wordt terug uit de koelkast gehaald. De communautair scherp geprofileerde Kamerfractievoorzitter Hendrik Vuye krijgt de opdracht zich met het confederalisme bezig te houden, partijonafhankelijke stemmen te horen, wetgevend werk voor te bereiden.
 
Het klinkt moedig, en het is ook nodig. Je kunt in 2019 niet naar verkiezingen stappen en als Vlaams-nationale partij opnieuw de communautaire agenda – al dan niet genoteerd in atomaschriftjes – achterwege laten. De bocht van Bracke kan niet eindeloos lang zijn. Een partij moet een toekomstperspectief bieden, maar mag daarbij haar raison d’être niet vergeten.
 
De vraag is alleen hoe ernstig dit initiatief is. Wetgevend werk gebeurt bij uitstek in een Kamerfractie. De Kamerfractievoorzitter ontheffen van zijn functie en vrijstellen om wetgevend werk te verrichten lijkt een contradictio in terminis. Volgens verschillende parlementsleden stond Vuye onder druk als fractieleider. Maar hij weerde zich wel intern, omdat er te weinig informatie doorstroomt van de ministeriële kabinetten naar de eigen fractie. En dus wordt het ene probleem opgelost door het te koppelen aan het andere. Encommissioneren, noemt Jean-Pierre Rondas dat, naar goede Belgische traditie. Richt een werkgroep op, en het probleem is van de baan, de Vlaamse vis verdronken. 
 
Als Hendrik Vuye straks met Veerle Wouters een rondetafel organiseert met mensen uit de Vlaamse Beweging, constitutionalisten, vorsers van studiecentra als Vives en andere, met de bedoeling het confederalisme straks – in 2019? – opnieuw op tafel te leggen, dan is dit een nobel initiatief. Al betekent confederalisme het bestendigen van de Belgische staat, waar toch ook vragen mogen over worden gesteld. Toch lijkt er vooral goodwill gekocht, een visje uitgeworpen naar de criticasters binnen en buiten de partij. Hoe ernstig is dit te nemen?
 
Zullen kritische Vlaamse Bewegers worden uitgenodigd om mee te denken? Is deze vlucht vooruit eerder een tactische kwestie of een oprechte hernieuwing van de Vlaamse geloften? Wil de N-VA op deze manier criticasters – tijdelijk – monddood maken door ze te betrekken in een zandbakcommissie of is er zicht op een engagement van de partij naar de verkiezingen van 2019?
 
Dat net het communautair meest uitgesproken Kamerlid fractievoorzitter was, had voldoende moeten zijn om op het communautaire aambeeld te blijven hameren. Het feit dat net hij een stap terug moet zetten en een ‘confederalistische vleugel’ mag vormen, wekt weinig vertrouwen. Vertrouwen voor de Vlaamse Beweging zal er pas écht zijn als de N-VA, artikel 1 van haar statuten getrouw, een concreet en realistisch stappenplan voor Vlaamse onafhankelijkheid uitwerkt, naar Schots en Catalaans model. Daarvoor is meer nodig dan een werkgroep; daarvoor is ambitie nodig. Eén keer. Dat volstaat.
 
Deze tekst verscheen gisteren in De Morgen.
Foto: (c) Reporters

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties