JavaScript is required for this website to work.
ECONOMIE

De werkende student

Waarom zouden studenten niet moeten bijdragen aan de solidariteit?

ColumnJan Denys10/4/2024Leestijd 3 minuten
Een student aan de slag.

Een student aan de slag.

foto © Unsplash

Open Vld wil de 600-urengrens voor jobstudenten wegvegen. Dat lijkt om meerdere redenen geen goed idee.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In de basisbiografie van een mensenleven zijn er drie grote periodes. We starten met opgroeien en leren, dan gaan we werken en uiteindelijk is er een periode van ‘welverdiende rust’. Tot op vandaag blijft die basisbiografie bestaan, hoewel sommige goeroes zich inspannen om dat te ontkennen. Tijdens het opgroeien spenderen we ook tijd aan werk. Tijdens onze werkfase leren we geregeld bij of nemen we loopbaanonderbreking en we zijn nu ook meer vrij om tijdens de welverdiende rust toch nog wat bij te verdienen of, waarom niet, nog wat bij te leren.

Studentenarbeid heeft een enorme ontwikkeling meegemaakt, zelfs als we ons beperken tot de voorbije twintig jaar. In 2003 was studentenarbeid nog beperkt tot maximaal 23 dagen tijdens de maanden juli, augustus en september. Tenminste, als je wilde gebruikmaken van de goedkope socialezekerheidsbijdragen. Ook toen was het perfect mogelijk om meer te werken maar dan aan de voorwaarden van elke werknemer.

Concurrentie vermijden

De overheid beperkte die aantrekkelijke variant heel bewust tot de zomermaanden. Het was niet de bedoeling dat de goedkope studenten tijdens het schooljaar de gewone werknemers zouden beconcurreren. Bovendien waren studenten ideaal om de werknemers die hun jaarlijkse vakantie namen te vervangen, maar dat veranderde snel. Nauwelijks enkele jaren later werd het mogelijk om ook tijdens het schooljaar 23 dagen aan het interessante studententarief te werken. Nog later werd dat vijftig dagen die de student vrij over het hele jaar mocht inzetten.

Een student kan dus nu al meer dan drie maanden aan het werk zonder noemenswaardige sociale zekerheid te betalen

Dat betekent concreet dat een student het hele jaar één dag in de week kan bijspringen in een bedrijf of organisatie. De vrees dat de studenten tijdens het schooljaar de gewone werkzoekenden zouden verdringen van de arbeidsmarkt bleef wel bestaan, maar moest het toch afleggen tegen de simpele vaststelling dat veel jobstudenten werkten in  periodes dat de meeste werkzoekenden geen zin hadden om te werken (’s avonds en in het weekend). Om nog beter in te spelen op het potentieel en flexibiliteit, werden de vijftig dagen omgezet in een urenkrediet. Dat gaf de jobstudent de mogelijkheid om ook kleinere jobs aan te nemen van enkele uren.

Nog meer uitbreidingen

De periode om aan aantrekkelijke voorwaarden te kunnen werken werd nog eens uitgebreid. Het werd nu 475 uur. In 2023 werd dat nog eens opgetrokken naar 600 uur, een maatregel die in 2024 werd verlengd. Een student kan dus nu al meer dan drie maanden aan het werk zonder noemenswaardige sociale zekerheid te betalen. In het verkiezingsprogramma van Open Vld staat nu zelfs om de maximumduur helemaal af te schaffen. Het aantal werkende studenten is intussen blijven stijgen. In 2012 ging het om 441.000 studenten, in 2022 om maar liefst 626.000. Niet werkende studenten zijn vandaag eerder zeldzaam. 

De populatie aan werkstudenten was en is een zegen voor heel wat bedrijven en organisaties. Hoeveel warme bakkers zouden op zondag niet moeten sluiten als ze geen beroep meer kunnen doen op studenten? Sommige sectoren zouden niet meer kunnen functioneren zonder de inzet van de studenten.

Statuut onder vuur

Toch ligt goedkope studentenarbeid nu meer onder vuur dan enkele jaren geleden. Het is vooral de laatste uitbreiding naar 600 uur die voor velen de doorslag gaf. De kritiek slaat niet meer zozeer op het feit dat studenten andere werknemers wegconcurreren. Met een volledige tewerkstelling in Vlaanderen in zicht is die per definitie minder relevant. Het gaat de laatste jaren vooral over het feit dat veel werken ook nadelig is voor de studieprestaties.

Dat zich daar een probleem stelt, kan al meerdere jaren niet meer ontkend worden. Uit de jaarlijkse studentenstudie van Randstad bleek dat één op drie studenten het eens was dat werken soms nadelige invloed had op de leerprestaties. Dat argument wint aan belang, nu blijkt dat het kennisniveau van veel studenten zowel in het middelbaar als in het hoger onderwijs daalt. Bovendien doen te veel studenten te lang over het succesvol afleggen van hun studies. Dat kost de gemeenschap ook geld. De tijd gespendeerd aan werk zou daar een rol in kunnen spelen.

En de solidariteit?

Bovendien is het duidelijk dat studentenwerk in Vlaanderen vooral wordt gedaan om de leuke dingen in het leven te financieren (festivals, reizen, uitgaan, …), veel minder tot helemaal niet om de studies (mee) te financieren. Vlaanderen wijkt daar af van heel wat andere landen waar studenten moeten een beroep doen op een lening en werken om de studies te betalen. In de meeste landen liggen deze kosten trouwens veel hoger dan in Vlaanderen. 

Er is nog een bijkomende morele vraag. Waarom zouden studenten vrijgesteld moeten zijn om bij te dragen aan de sociale zekerheid? Een werkende student hoger onderwijs moet maar heel beperkt bijdragen, zijn werkende leeftijdsgenoot draagt de volle pot bij. Bij de flexi-jobs gaat het uitdrukkelijk om werkenden die al minstens 80 procent bijdragen. Maar de studenten hebben nog helemaal niks bijgedragen. Dat wringt. 

Is dit een pleidooi om het systeem helemaal af te schaffen of af te bouwen? Helemaal niet. Nogmaals: dat zou niet slim zijn in het licht van de volledige tewerkstelling. Maar het zou wel een stommiteit zijn om de grenzen nu helemaal af te schaffen. Wat mij betreft mag ook de 600-urengrens in vraag worden gesteld. Een totaal van 475 uur per jaar is rechtvaardig, zowel voor de student als voor de werkgever. Want voor alle duidelijkheid: studenten die echt meer willen werken moeten dat uiteraard kunnen doen als ze dat willen. Maar er is geen afdoende reden om hen niet te onderwerpen aan de solidariteit.

Volgt sinds 1983 de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Eerst op de KULeuven als wetenschappelijk medewerker later bij Randstad. Hij schrijft voor Doorbraak in eigen naam.

Meer van Jan Denys

De wet-Renault en het systeem van tijdelijke werkloosheid dienen aangepast te worden in tijden van quasi volledige tewerkstelling

Commentaren en reacties