De wet van de uitdijende formatienota
De regeerverklaring van Jan Jambon was nooit zo omvangrijk.
foto © An Clapdorp/D
Van de weinige wetmatigheden in de politiek, is die van de uitdijende formatienota er één, stelt Wetstraatjournalist Mark Deweerdt vast.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet is een oude pilotenwijsheid: landen moet men altijd, opstijgen niet. Nadat N-VA, CD&V en Open Vld, na te lange en nodeloze talmerij, in het weekend van 10-11 augustus beslist hadden toch maar op te stijgen, zijn de drie partijen na zeven weken onderhandelen over een coalitieakkoord eindelijk geland. Dusdoende vestigde de regering-Jambon het record van langste Vlaams formatieberaad. In één adem schreef ze ook dat van corpulentste regeerakkoord op haar naam.
Van de weinige wetmatigheden in de politiek, is die van de uitdijende formatienota er één. Kennelijk is het een universele wet. Zo schrijft de Duitse christendemocraat Thomas de Maizière in Regieren, zijn in februari verschenen boek over 28 jaar ervaring met regeringshandwerk*: ‘Aan het begin van elk formatieberaad geven de partijleiders alle onderhandelaars het consigne dat het regeerakkoord deze keer echt niet lang mag zijn. Dertig of veertig bladzijden, zeker niet meer. Het resultaat is dan 150 bladzijden of meer’ (onze vertaling).
Milqueteren
We hebben het in de winter 2007-2008 zelf meegemaakt. De onderhandelingen over de vorming van een vijfpartijenregering (CD&V, Open Vld, PS, MR en cdH) waren voor de tweede keer aan de grond gelopen.
Terwijl de interimregering-Verhofstadt het land bestuurde, ondernam vicepremier en formateur Yves Leterme een derde poging. Om een nieuwe ronde milqueteren– de beruchte en geduchte muggenzifterij van toenmalig cdH-voorzitter Joël Milquet – te voorkomen, wilde hij een kort regeerakkoord, eigenlijk niet meer dan een regeringsverklaring met algemene doelstellingen en afspraken. De vijf partijvoorzitters kregen een ontwerpverklaring van 18 pagina’s, die hun sherpa’s zouden doorlezen en waar nodig herformuleren. Op hun eerste bijeenkomst legde de sherpa van Milquet niettemin een stapel aanvullingen en verduidelijkingen ter tafel, die absoluut moesten worden toegevoegd. Van de weeromstuit kwamen de vier anderen naar de volgende vergaderingen met eveneens een resem amendementen in de tas. De ontwerpregeringsverklaring van 18 pagina’s werd een regeerakkoord van 42 bladzijden.
Toch is dat maar kruimelwerk in vergelijking met de explosieve groei van de zeven (dichtbedrukte) pagina’s korte Startnota van Bart De Wever – de feitelijke formatienota van Jan Jambon – tot de 302 (minder dicht bedrukte) bladzijden van het Vlaams regeerakkoord.
Mechanismen
Thomas de Maizière somt in zijn boek enkele mechanismen van de wet van de uitdijende formatienota op.
Coalitieonderhandelingen gebeuren in werkgroepen. Elke werkgroep wil het belang van ‘haar’ beleidsveld onderstrepen door een grote hoeveelheid tekst te produceren.
Hoewel een partij liever heeft dat haar vakministers niet te zeer gebonden zijn door een regeerakkoord. Omdat ze de portefeuilleverdeling vooraf niet kennen, nemen de partijen niettemin zoveel mogelijk bindende afspraken in het regeerakkoord op.
Voorts doorspekt elke partij het regeerakkoord graag met (vaak onnodige) paragrafen die haar achterban en ‘bevriende’ belangengroepen als muziek in de oren klinken.
Dat er over het Vlaams regeerakkoord lang is onderhandeld en de resultaten daarvan nauwkeurig zijn uitgeschreven om ‘gekibbel’ te voorkomen, zal meegespeeld hebben, maar is, als we de Maizière volgen, slechts een deel van het verhaal. En het belet niet dat er in het regeerakkoord flink wat vage voornemens en goedkope gemeenplaatsen staan.
Hoe dank ook – we parafraseren de Maizière – de maatstaf voor het succes van een regering is niet de lengte van een coalitieakkoord, maar het werk tijdens de regeerperiode. En geslaagd regeringswerk is meer dan de afspraken van het regeerakkoord uitvoeren. Het omvat ook een manier van omgaan met elkaar die recht doet aan de ambitie Vlaanderen met verantwoordelijkheidszin en ernst te besturen.
Cijfers
Naast dat van langste formatieberaad en lijvigste regeerakkoord, sleepte de Vlaamse regering-Jambon ook het record van kortste investituurdebat in de wacht – met dank aan de verenigde en balorige oppositie die vorige vrijdag de Koepelzaal verliet omdat ze de ‘begrotingstabellen’ niet kreeg.
Over de ongelukkige en onbegrijpelijke agendering van zowel de regeringsverklaring als de Septemberverklaring hadden we het hier vorige week al. Ze had als gevolg dat de oppositie de budgettaire ramingen en afspraken van het formatieberaad – die geen enkele regering vrijgeeft vóór ze het vertrouwen van het parlement krijgt – op een hoopje kon gooien met de ruwe begrotingscijfers van 2020 – die inderdaad bij een Septemberverklaring horen, maar die dan begrijpelijkerwijze nog niet af waren.
Een oppositieonvriendelijke uitlating van minister-president Jan Jambon, die in deze twittertijden uit de beslotenheid van het Doorbraak-sponsordiner ontsnapte, maakte een modus vivendi tussen meerderheid en minderheid over afzonderlijke debatten over regerings- en Septemberverklaring onmogelijk. De oppositie stapte op, maar liet zo de unieke gelegenheid voorbijgaan om haar kritiek op het regeerakkoord te verwoordenen er pertinente vragen over te stellen, ook over de financiering van de beleidsplannen.
Ombuigen = besparen
Elke nieuwe regering zet het lopend beleid van de vorige voort en ontwerpt nieuw beleid. Om dat laatste te financieren zijn er twee mogelijkheden: belastingen verhogen en kredieten voor lopend beleid gebruiken en dus een nieuwe bestemming geven.
Sinds de Vlaamse regering maandag de begrotingscijfers meedeelde, weten we dat ze, zoals alle vorige regeringen, een dubbel spoor bewandelt: belastingen verhogen (onder meer de kilometerheffing) en kredieten voor lopend beleid een nieuwe bestemming geven (onder meer voor de kinderbijslag). Dat laatste noemt de meerderheid ombuigen en de oppositie besparen.
Indien er de voorbije vijftien jaar geen ombuigingen of besparingen waren geweest, betaalden wij nu beduidend meer belasting en/of voerde de Zweedse regering van Jan Jambon nog altijd hetzelfde beleid als de paars-groene van Patrick Dewael.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Mark Deweerdt (1952) was journalist bij De Standaard en De Financieel-Ekonomische Tijd/De Tijd, en schreef als kabinetsmedewerker toespraken en teksten voor Yves Leterme, Kris Peeters, Herman Van Rompuy en Geert Bourgeois.
Vijf maanden na de verkiezingen is er nog geen uitzicht op een nieuwe regering. Welke factoren bevorderen of bemoeilijken de regeringsvorming?
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.