JavaScript is required for this website to work.
Media

De woke-brigades dringen ons een nieuw vocabularium op

Dr. A. Vannieuwenburg5/7/2021Leestijd 4 minuten

foto © codedi

Een analyse van het steeds meer opgang makende taalactivisme. Stilaan wordt het een semantische inquisitie, vindt dr. Alain Vannieuwenburg. 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Een analyse van het steeds meer opgang makende taalactivisme. Stilaan wordt het een semantische inquisitie, vindt dr. Alain Vannieuwenburg. 

In Nederland is begin dit jaar enige beroering ontstaan door de bekendmaking van een handleiding ‘Waarden voor een nieuwe taal’. Doelstelling: een gedekoloniseerde, inclusieve en toegankelijke taal. Achterliggende gedachte: de samenleving verandert en een ‘nieuwe generatie makers, denkers, sprekers, schrijvers en activisten staat op.’

Taalmanipulatie en taalzuivering

De samenleving moet zich aanpassen aan ‘de groeiende mondigheid van gemarginaliseerde personen, mondiale bewegingen zoals #metoo, Black Lives Matter en Pride, nationale bewegingen zoals Kick Out Zwarte Piet en Decolonize the Museum …’.

Ook de Nederlandse taal moet worden bijgeschaafd.  Deze weerspiegelt de opvattingen van de ‘dominante machtsgroep’. Er is bv. geen sprake meer van ‘slaven’, het gaat over ’tot slaaf gemaakten”’ Terecht merkt Gerry Van Der List (Elsevier) op dat het woord slaven, voor deze activisten, blijkbaar niet duidelijk genoeg is en blijkbaar ergens toch nog een gunstige klank heeft?

Lingua Tertii Imperii

Tijdens de Tweede Wereldoorlog houdt de Duitse filoloog Victor Klemperer een dagboek bij. In ‘Tot het bittere einde. Dagboeken 1933 -1945’ registreert hij ook het verhullende taalgebruik van het regime. Deze aantekeningen werden gebundeld in een boek: ‘Lingua Tertii Imperii (LTI) of de taal van het Derde Rijk.’

Zijn observaties geven een helder beeld over hoe totalitaire regimes de werkelijkheid en de taal verknechten. Klemperer inventariseert de neologismen, de distantiërende prefixen, het vermenigvuldigen van superlatieven, de vreemde zwaarwichtig klinkende woorden en het gebruik van surrogaattaal. Hij stelde vast hoe woorden en boeken verworden tot drager van sluipend arsenicum.

Newspeak

Ook George Orwell zal in het essay ‘Politics and the English language ‘ in ‘Mijn land, rechts of links’ aandacht schenken aan de relatie tussen taal en politiek. Voor hem is duidelijk dat taal slordig wordt omdat ‘onze ideeën onnozel zijn, maar de slordigheid van de taal maakt het dan ook weer makkelijker om onnozele ideeën te hebben.’

Versleten metaforen, betekenisloze woorden en verbale vervangstukken teisteren de taal, nietszeggende begrippen worden opgesmukt. Begrippen als totalitair, progressief, reactionair of gelijkheid worden zijn vaak misleidend. Politieke taal is manipulatief: ‘Politieke schrijf- en spreektaal worden tegenwoordig grotendeels gebruikt om het onverdedigbare te verdedigen.’ Orwell zal in zijn roman ‘1984’ de Newspeak toepassen.

Nieuwerwetse semantische chantage

 In een column in De Standaard, begin 2018, ergert Mia Doornaert zich aan het wegwerken van het woord ‘blank’. Ze hekelt de taalvergiftiging door een zelfvoldaan kliekje en het feit dat ‘die grote roergangers’ haar wit wilden maken in plaats van blank: ‘Sneeuw is wit, het papier in mijn printer is wit, maar mijn spiegel toont me dat ik dat niet ben, tenzij het blanketsel van een verre overgrootmoeder terugkeert.’

De politieke agenda van de morele taalcensoren en het opgedrongen schuldgevoel kunnen voor haar niet door de beugel ‘God verhoede dat de blanke mens zich ook maar ergens positief zou willen afschilderen. Hij mag alleen mea culpa slaan, want hij draagt de schuld van alles wat fout gaat in deze wereld, nietwaar.’.

Zij verwijst ook naar de term ‘islamofobie’ en citeert de Franse filosoof Pascal Bruckner die vermoedt dat deze term is bedacht om ons wijs te maken dat het probleem bij onszelf ligt: ‘Zint je iets niet in de ­islam? Dan ben je een racist. Het is intimidatie, een vorm van semantische afpersing.’

Ik beschuldig

In een bijdrage van mei 2021 gaat zij te keer tegen de woke-cultuur: ‘Ik heb het gehad met de kwezelarij die cultuur met of zonder hoofdletter in politiek correct suikerwater wil omzetten.’

Meer dan dat stoort haar het onbezonnen handelen van deze sfeerscheppers: ‘de meutes die op de sociale media en elders iedereen achtervolgen die niet woke genoeg is, ook over zaken die ze soms tientallen jaren geleden zeiden of deden.’

De verwording illustreert zij ook door te verwijzen naar het zuiveren van sprookjes of het bewust vergeten van wie er bijvoorbeeld allemaal profiteerde van slavenhandel. En zij haalt scherp uit naar diegenen ‘die daarvoor nederig het hoofd buigen en zich blijven uitputten in excuses voor onze blijkbaar aangeboren slechtheid.’

Zij heeft het gehad met ‘professoren, leraars­ en andere opvoeders die de geschiedenis en Europese/blanke cultuur door een woke lens bekijken, en zonder pardon veroordelen tot één brok slechtheid van racisme en kolonialisme en white supremacism.’

Taalactivisme 

In het tijdschrift ‘Onze Taal’ (Jaargang 64) wordt door F. Jansen ingegaan op het taalzuiveringsfenomeen. Jansen benadrukt dat de voorstanders van de gezuiverde taal ergens geloven in de therapeutische werking van de nieuwe, onbesmette, woordvormen. Wie zich deze nieuwe woordvormen eigen maakt zal blijkbaar een nieuwe en betere samenleving gestalte geven: ‘Deze voorstanders zien woorden als onze nieuwe rivierdijken, die de stromen van ons gedachtengoed stevig in bedwang houden.’

Het gaat hier om naïef denken, elk woord is immers een instrument dat zich voegt naar onze gedachten. Onze waarneming van iets nieuws stuurt onze zoektocht naar een nieuw woord. We passen ook de connotatie van woorden aan wanneer wij op basis van ervaringen menen dat de gevoelswaarde aangepast moet worden. Zo is ‘pitbull’een hondenras of een persoon die zich vastbijt in iets. Het aanstootgevende karakter van een woord zit hem in de bedoelingen waarmee het uitgesproken wordt.  De taalzuivering die men wil opleggen wijst op een fout inzicht in taal. De pogingen om woorden te bannen zijn vaak tot mislukken gedoemd omdat ze worden doorgedrukt, dus generen ze weerstand.

De vraag moet gesteld of  die ‘nieuw benoemden’ eigenlijk wel voorstander zijn van de opgedrongen taalaanpassingen. Zitten mensen te wachten op een categorisering als ‘non – binair’? Wellicht zijn het de taalactivisten zelf die hier het meest behoefte aan hebben.

Le style, c’est l’homme

Het manipuleren van taal door de seminaristen van het goede gevoel moet argwanend worden benaderd: vaak is dit niets anders dan een techniek om andersdenkenden monddood te maken. De taalzuivering zorgt ook voor verwarring en bemoeilijkt het helder benoemen van maatschappelijke aangelegenheden.

Om Caroline Fourest (Génération offensée – De la police de la culture à la police de la pensée) te citeren: ‘Une meute d’inquisiteurs’ ziet niet in dat ‘Le progrès n’est pas question d’apprendre à se taire, mais d’apprendre à mieux se parler.’

———–

Categorieën
Tags

Alain Vannieuwenburg is licentiaat moraalwetenschap (UGent) en doctor in de Metajuridica (ULeiden)

Commentaren en reacties