JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

De zwakheid van het mohammedanisme

Rob Lemeire30/11/2018Leestijd 8 minuten
Eddy Daniels en Khalid Benhaddou

Eddy Daniels en Khalid Benhaddou

foto © Doorbraak / Danny Gys - Reporters

Een debat tussen Eddy Daniels en Khalid Benhaddou over de islam vandaag en morgen leidde tot botsende meningen, maar eensgezinde conclusies.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Veel islamradicalen en veel islamcritici zijn het op verschillende punten met elkaar eens, waaronder: een democratische islam bestaat niet. Volgens beide kampen bestaat er veel kans dat de islam Europa verovert en onderwerpt door de veel snellere bevolkingsgroei van moslims. Uiteraard is een dergelijke Mohammedaanse islam een gevaar, ook in het Westen. Maar deze islam verzwakt van binnenuit, en misschien wel sneller dan we denken.

Dat vermoed ik omdat ik verschillende praktiserende moslims rustig heb zien komen, luisteren en blijven, terwijl Eddy Daniels zijn analyse maakte over de islam. Daarbij schuwde hij de snijdende Mohammed-kritiek niet, maar lokte deze ook niet overbodig uit. En dat weet ik ook omdat imam Khalid Benhaddou expliciet agressie bij de vroege islam erkent en die niet als een te volgen voorbeeld aanziet.

Debat Eddy Daniels – Khalid Benhaddou

We schrijven zeven november, kwart voor acht. Ik kom op tijd aan in het Wereldcafé van Halle – een café gelinkt aan de wereldwinkel. Daar gaat het debat plaatsvinden, georganiseerd door ‘Platform Levensbeschouwing Halle’. Hier zal Eddy Daniels nog debatteren over de historische Mohammed en de samenlevingsproblemen met moslims. Ik ken Daniels als een vriendelijk man met echter een scherpe mening die niet door iedereen even vriendelijk worden geïnterpreteerd. Toch is hij altijd bereid om zijn ideeën te bespreken. Het verwondert mij enigszins dat een debat met hem over dit thema mogelijk blijkt in deze toch wat politiek correcte locatie.

Er is nog niet veel volk, wel veel stoelen voorzien. Ik zet me achteraan op een barkruk, in de veronderstelling dat, eens het debat zou beginnen, ik vooraan nog wel kan plaatsnemen. Al vlug zie ik mijn verkeerde berekening in: de zaal loopt helemaal vol, gemakkelijk zo’n zeventig mensen. Meteen valt me ook de mix op van het publiek: studenten, ouderen, moslims – en daaronder wel verschillende gesluierde moslima’s. Een aantal onder hen zijn met de fiets gekomen, merk ik door de conversaties. Dit is duidelijk geen Doorbraak-publiek. Ik denk, zo gauw Daniels het woord neemt zullen velen onder hen wel verdwijnen en kan ik vooralsnog vooraan plaatsnemen. Dat zal alweer een grove misvatting blijken…

Gesneuvelde vooroordelen

Ondertussen is het acht uur, tijd om te beginnen. Daniels staat daar al aan het podium, maar van zijn debatpartner nog geen spoor. Ondertussen merk ik een oudere man op, zonder stoel, alleen. Je ziet meteen dat hij een vrome moslim is. Ik vraag hem: ‘Wilt u een stoel? Ik kan er u ééntje halen.’ De man zegt van neen, en begint met me te praten. Hij vraagt wat ik over Eddy Daniels weet. Ik antwoord dat hij een historicus is en een ex-journalist. Hij maakt een opmerking dat Daniels de historicus zou zijn van Bart De Wever (een grapje dat ik hier niet helemaal goed kan overbrengen), en lacht even. Dan vraagt hij waar die andere wel is – durft hij soms niet? Dat is net wat ik ook denk: Benhaddou (die ik maar vaagjes ken) stuurt blijkbaar zijn kat. Let op, beste lezers, ook dit zal niet juist blijken. Vooroordelen moeten sneuvelen, vandaag!

Zo verwondert deze oude man me in één kort gesprekje twee maal: hij weet blijkbaar heel goed naar wat voor een debat hij gekomen is – hij weet wat voor een man Eddy Daniels is, al is het vaagjes – en vraagt zich zelfs luidop af of de islamitische debatpartner wel durft te komen. Dat klinkt niet als iemand die het gewend is zich op te sluiten in het eigen gelijk van standpuntgenoten.

Ik vraag de oude man alweer of hij wil zitten, nu lijkt hij minder beslist. Een andere gast is me echter voor, en brengt hem een stoel. Hij wil zitten, maar hier achteraan zou hij niet veel van de sprekers zien. Hij zegt me dat hij hen wil zien als ze het woord voeren. Ik wijs hem een plaats aan, vooraan opzij, waar hij zijn stoel kan zetten. Dat doet hij dan ook. Hij zal daar aan het einde van het debat nog een vraag stellen.

Daniels: De drie vormen van islam

Ondertussen is het al goed na achten. Eddy Daniels gaat zitten op het podium, samen met de organisator. Deze laatste neemt de microfoon om te melden dat er enorme verkeersopstoppingen zijn rond Brussel, waardoor Khalid Benhaddou niet op tijd kan zijn. Nood breekt wet, en dus moet Daniels alleen beginnen.

Hij ziet drie types moslims, drie verschijningsvormen van de islam. Het eerste type is de volksislam, geen echte religie, noch een intellectueel onderbouwde stroming, maar eerder een antropologie. Dat zijn de vriendelijke moslims die gewoon goed willen leven en zeer gastvrij kunnen zijn. Een voorbeeld hiervan zijn de eerste moslims die hier kwamen werken in de steenkoolmijnen en weinig problemen veroorzaakten. Ze maakten zelfs weinig gebruik van de door de mijndirectie geregelde religieuze voorzieningen.

De tweede stroming, dat zijn de salafisten, de islamisten, de jihad-strijders. Daniels noemt hen ook graag de neo-mohammedanen. Zij willen het Westen onderwerpen – de éne via de demografie, de andere via zwaard en vuur. Wat zij vertellen over Mohammed klopt, hij moet allesbehalve een vriendelijk en vreedzaam man zijn geweest. Daarover gaat overigens het boek van Daniels, De Kwestie M – louter gebaseerd op Arabisch bronmateriaal.

De derde (kleine) stroming zijn intellectuele moslims die van de islam een vredelievende godsdienst willen maken. Benhaddou – die nog steeds niet was aangekomen – moet hier een voorbeeld van zijn. Deze derde stroming probeert iets zeer nobels te doen, maar ze zit verveeld met de gewelddadige islamitische grondteksten, die ze tracht weg te redeneren. Dat is hun gevaarlijke zwakte, en meteen ook de sterkte van de salafisten: salafisten kunnen hen gemakkelijk overtroeven als het over de oorspronkelijke islam gaat.

Mohammed en andere obstakels

Hier wil ik eventjes wijzen op een belangrijk punt van discussie: alle initiatief om van de islam een vreedzame godsdienst te maken stuit op de profeet Mohammed – aldus de islamcritici. Het lijkt er zo op dat de enige manier dat vreedzame moslims Mohammed kunnen achterlaten via het apostaat moet, het verlaten van de islam. Maar net de sterke antropologie binnen de islam maakt dit verlaten zeer moeilijk. In die zin kan ik het pessimisme van veel islam-analisten wel begrijpen: zij zien deze patstelling in het islamitische denken. Ik zie dit probleem ook, en toch ga ik anders besluiten.

Terug naar Daniels, hij beschrijft de samenlevingsproblemen in Europa als de bundeling van drie negatieve krachten: namelijk de postfascisten, de reeds genoemde salafisten en de politiek correcte intellectuelen. Die drie groepen vormen voor Daniels de ‘Bermudadriehoek die de vrije meningsuiting in het gedrang brengt’. Het zijn drie polen van haat die onze samenleving proberen te ontwrichten. Hij schreef daar nu al dertien jaar geleden over in zijn boek De open samenleving en haar nieuwe vijanden.

Het is duidelijk dat Daniels toen al, en nu nog steeds, niets moet hebben van de pessimistische conclusies van de postfascisten, vandaag in Vlaanderen politiek verenigd onder het Vlaams Belang. Het is namelijk de analyse van veel islamcritici dat de salafisten Europa zouden veroveren via het stembusje. Het klopt inderdaad dat de Europese moslimminderheid snel aangroeit.

Maar dat wil niet zeggen dat ze allemaal braaf in het gelid lopen. In de gemeenteraadsverkiezingen zagen we het weer, aldus Daniels: islampartijen worden massaal weggestemd. Zelfs Mohamed Ridouani (sp.a) uit Leuven, de eerste allochtone burgemeester in Vlaanderen, geeft zijn kinderen Vlaamse namen. Zelfs hij is dus geen voorbode van een salafistische golf. De angst dat Vlaamse moslims radicaal anders stemmen dan autochtone Vlamingen klopt niet met de feiten, betoogt Daniels.

Benhaddou: de rationele islam

Ondertussen wachten we nog steeds op Benhaddou. Als twaalfjarige kon hij de hele Koran uit zijn hoofd opdragen, vandaag is Benhaddou imam van de grootste moskee in Gent. Hij schreef het ondertussen uitverkochte boek met de veelzeggende titel: Is dit nu de islam? – Hoe ik als moslim voor nieuwe tijden ga: rationeel, Europees en verzoenend. Daarnaast schreef hij samen met Rik Torfs en Paul Cliteur het eveneens uitverkochte boek Mag God nog – Een vrijzinnige, een christen en een moslim in gesprek. Deze keer een vraag zonder vraagteken in de titel.

Eindelijk arriveert Benhaddou. De organisator geeft nog even een korte samenvatting van wat Daniels vertelde, en dan mag Benhaddou het woord nemen.

Benhaddou is voorstander van een rationele islam, geen Europese islam. Uit Europa groeiden geen Europese waarden, zo legt hij uit, maar universele waarden. Dat vertolkt zich ook in de Universele Rechten van de Mens – niemand spreekt van de Europese Rechten van de Mens. En nu zou de islam een Europese islam moeten worden? Dat ziet hij niet zitten. In die zin is zijn project om een rationele islam te vinden veel Europeser dan een Europese islam ooit zou kunnen zijn. Deze rationele islam moet zich onder meer laten inspireren door de periode van verlichting bij de islam, maar ook door Westerse denkers. Hij vertelt ook hoe hij vaak intimidatiepogingen ontvangt van de salafisten, maar ook wel steun van gewone moslims.

Tegenspraak en bevestiging

Uiteraard ging Benhaddou niet akkoord met de analyse van Daniels, maar interessant is hoe vaak hij de feiten die Daniels opnoemde niet ontkende maar net bevestigde. Hij ontkende niet de agressieve expansie van de vroegere islam. Daniels vroeg het zelfs drie maal – retorisch: ‘als de moslims zich verdedigden tegen een externe vijand, waarom stonden ze dan plots in Damascus?’ Benhaddou verklaart dit door de politieke motieven die toen, ook bij de vroege islam, meespeelden. Zoals dat toen de tijdsgeest was.

Zo wordt het verschil tussen Benhaddou en Daniels minder groot: ze erkennen dezelfde feiten. Maar waar dit volgens Daniels wijst op een fundamenteel probleem van het Mohameddanisme (zoals Daniels de islam graag benoemt), blijft Benhaddou de mening toegedaan dat het enkel een historisch probleem betreft. Los daarvan vindt Daniels dat Benhaddou veel goed werk levert, en dat hij op veel punten gelijk heeft. Zo eindigt het beleefde en informatieve debat tussen twee heren met botsende meningen maar samenvloeiende harten.

Het islamitische paard van Troje

Maar wat betekent dit debat voor de maatschappelijke problemen? Is de islam nu een steeds groter wordend probleem voor het Westen, of zien we licht aan het einde van de tunnel? Is Benhaddou een éénzaat die faliekant zal mislukken, of zal de beweging van de rationele islam uiteindelijk de polarisatie overwinnen? Dat laatste punt, Benhaddou is imam van een grote moskee, zijn invloed onder de moslims moet wel groot zijn.

Maar het idee van de islam in Europa als een soort paard van Troje is niet volledig van de pot gerukt: moslims zijn de snelst groeiende minderheid en zodra zij een meerderheid behalen zouden ze Europa via de democratie kunnen islamiseren, en zo de democratie en onze Westerse waarden afschaffen – voorbeelden van dergelijke evoluties in de geschiedenis zijn legio. Dat zou inderdaad mogelijk zijn moesten de salafisten het voor het zeggen krijgen.

Naast dit paard van Troje is er echter nog een ander beestje, een vriendelijk soort paard van Troje. Ook de Westerse waarden mogen we niet onderschatten, hoe diep wij ook in onze eigen identiteitscrisis zitten. Bijvoorbeeld, moderne moslimlanden zijn onderhuids sterk door het Westen beïnvloed: democratie, ziekenhuizen, universiteiten, heel hun levensstijl is totaal veranderd – op punten die vandaag niet meer opvallen, maar dat maakt de transformatie net geslaagder. En zelfs Saoedi-Arabië kan blijkbaar stilaan niets anders dan vrouwen laten studeren en vrouwen laten autorijden.

Paardenrace

De vraag bleef echter vooral: welk paard van Troje werkt het snelste? Het salafistische paard is uiteraard het luidruchtigste, maar het westerse paard werkt vaak geruisloos, via de harten. Niet in één keer, maar in een subtiel, gradueel proces. En dan is er nog, als we Daniels mogen geloven, het paard van de volksislam. Het is niet zo dat moslims, beïnvloed door dit vriendelijke paard, van de ene op de andere dag meteen aan het verwachtingspatroon van een islam-criticus voldoen. De meesten onder hen worden niet meteen ex-moslim, de invloed is veel subtieler.

Het is echter moeilijk om de werkelijke invloed van het Westen naar de moslims te evalueren. Islamcritici wijzen niet zonder redenen op het gevaar van takiyya bij zogenaamde democratische moslims. Hier ligt een werkelijk probleem, want het zou niet de eerste keer zijn dat een zeer vrijgevochten lijkende moslim plots omslaat tot een zelfmoordterrorist. Islamcritici hebben dus een punt als ze stellen dat schijn zwaar kan bedriegen. Maar wat ik gezien heb tijdens het debat kan geen takiyya zijn geweest: fundamentalistische moslims van het kwade soort worden woedend, schelden en verlaten de zaal bij kritiek op Mohammed. Ze hebben hier niets te winnen met takiyya.

Wat me ook opviel, Benhaddou ziet Mohammed als een persoon van zijn tijd, iemand die dingen doet waar we vandaag niet mee akkoord moeten gaan. Zelfs als hij zichzelf overtuigd moslim blijft noemen, plant hij een zaadje veel fundamentelere Mohammed-kritiek. Want als Mohammed een gewelddadig man was in een gewelddadige tijd, waarom hem dan nog zien als profeet.

Aan het eind van de tunnel

En een laatste punt lijkt me nog de bespreking waard: het ging hier om een overwegend links wereldwinkelpubliek. Als zij net zo politiek correct waren als hun vertegenwoordigers in de politiek, op de klassieke media of in de universiteiten, dan waren ook zij niet zo braaf blijven zitten tot het einde. Als Halle een stadje is dat enigszins representatief is voor de rest van het land, betekent dit dat de politieke correctheid een reus is geworden op lemen voeten: veel institutionele macht, maar met steeds verder afkalvende steun van hun eigen achterban. Die achterban is zoekende, en heeft nog niet gevonden.

Ze stonden open voor dit debat tussen Daniels en Benhaddou, want beide personen kwamen met een oprecht verhaal en vertoonden geen sprankeltje haat, noch tegenover elkaar, noch tegenover andere tegenstanders. Deze eerder linkse toeschouwers zoeken een radicale afrekening met de haat. Vroeger dachten ze die te hebben gevonden in de politieke correctheid, maar ze begrijpen stilaan dat dit niet klopt. Tegelijk blijven ze echter zeer beducht tegenover de haat die ze ook zien bij de tegenstanders van de politieke correctheid. Maar de kloof tussen hen moet niet zo diep meer zijn.

Dat gaat hier misschien toch nog goed eindigen.

Rob Lemeire (1973) is getrouwd en heeft twee dochters. Hij is de auteur van het boek ’12 regels voor opvoeden met autoriteit’. Hij is ingenieur en schrijft over opvoeding, cultuur, klimaat, voeding en het sociale weefsel.

Commentaren en reacties