Dedecker naar Extinction Rebellion?
Het objectieve bondgenootschap tussen de brulboei en de uitroeiingsrebellen.
Menselijke wegblokkades, een voorbeeld van de burgerlijke ongehoorzaamheid van Extinction Rebellion.
foto © Reporters / iimages
Jean-Marie Dedecker en Extinction Rebellion zijn elkaars objectieve bondgenoten. De ene kan de andere ridiculiseren, de andere de ene hekelen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementJean-Marie Dedecker neemt geen blad voor de mond. Dat is meteen ook de titel van zijn nieuwe boek. Mocht hij rond klimaatverandering wel een blad voor de mond nemen, in de vorm van de IPCC-rapporten, dan zou zijn verhaal helemaal anders klinken. Hoewel: Dedecker zal zijn recht voor de raap imago als een goudader blijven aanboren. Hij moet informatie kunnen verknippen tot een tegendraads (en waar nodig tegenfeitelijk) verhaal, anders zet hij de schaar in zijn kiespubliek. De fiere Middelkerkse burgervader laat zijn fans dan ook smullen met zijn laatste stuk op Doorbraak, getiteld Jean-Marie Dedecker: ‘Ik wil geen generatie die gedeprimeerd is door de klimaatreligie’.
Einde van de wereld
Toch deel ik gedeeltelijk de bezorgdheid die uit de titel spreekt. Het einde van de wereld is niet nabij. Kinderen en jongvolwassenen moeten geïnformeerd worden over de uitdagingen van onze tijd, zonder hun onbezorgdheid te verliezen. Hetzelfde geldt voor volwassenen: een apocalyptisch toekomstbeeld leidt bij de bevolking tot een moedeloos nietsdoen. Enter: de balorige jongens en meisjes van Extinction Rebellion. In sneltreinvaart dreigen zij het moeizaam opgebouwde draagvlak voor klimaatmaatregelen weg te slaan. Dat is evenwel de minste van hun zorgen.
Niet-gewelddadige burgerlijke ongehoorzaamheid
Extinction rebellion omschrijft zichzelf als ‘een internationale beweging die niet-gewelddadige burgerlijke ongehoorzaamheid gebruikt in een poging om een massale uitroeiing te stoppen en het risico op een sociale ineenstorting te minimaliseren’. Dat wordt een evenwichtsoefening waar zelfs Nina Derwael reikhalzend zal naar uitkijken, want burgerlijke ongehoorzaamheid overschrijdt per definitie de (regelgevende) grenzen van ons sociale netwerk. Het valt nog af te wachten of de grens tussen geweldloos en gewelddadig verzet hermetisch gesloten blijft.
Extinction Rebellion neigt naar een totalitaire organisatie van de samenleving, maakt strategisch een foute keuze en maakt ook op korte termijn geen goede beurt.
Totalitair
De keuze voor uitroeiing als doembeeld is niet onschuldig. Een nakende uitroeiing vergt een kordate aanpak van het probleem bij de wortel. De maatschappij moet heropgebouwd worden vanaf een wit blad. Of dit een revolutie genoemd moet worden of een paradigmashift of nog iets anders: dat is semantiek. Overdrijf ik? De stichter van Extinction Rebellion, de Brit Roger Hallam, doet in een interview met Der Spiegel de volgende uitspraak: ‘Als een samenleving amoreel handelt, wordt de democratie irrelevant’.
Natuurlijk zouden we al veel verder moeten staan in onze aanpak van het verlies van de biodiversiteit en de klimaatverandering, maar de democratie irrelevant? Het alternatief is een ecodictatuur. Dirk Kurbjuweit, adjunct-hoofdredacteur van het Duitse weekblad Der Spiegel legt in zijn column in De Standaard de vinger op de stinkende wonde: ‘Er bestaan geen dictaturen die maar op één gebied harde maatregelen nemen. Een ecodictatuur is een dictatuur en niets anders.’
De laatste internationale rapporten van het IPBES over biodiversiteit en het IPCC over de klimaatverandering zijn gelijkluidend: de toestand is ernstig, maar niet hopeloos. Toch kiest deze beweging voor het worst case scenario (uitroeiing) als het af te wenden toekomstbeeld. Het biodiversiteits- en klimaatprobleem wordt misbruikt om een naar het totalitaire neigende samenleving te propageren. Het streven naar basisdemocratie is heel waardevol, maar dat mag nooit in de plaats komen van onze democratische rechtsstaat, waarbij de ganse samenleving de ideeënstrijd aangaat. Wie daarvoor pleit, doet een ultiem zwaktebod: ‘Ik slaag er niet in om mijn gelijk te halen, dus blaas ik het systeem op.’ Dan wil ik nog eens zien hoeveel speelruimte afwijkende meningen zullen krijgen binnen dat nieuwe systeem. En wat de reactie zal zijn als extreemrechts plots burgerlijk ongehoorzaam wordt.
Rosa Parks
Rosa Parks, de Amerikaanse burgerrechtenactiviste die haar plaats op de bus niet wou afstaan, is een dikwijls ingeroepen legitimatie door de Extinction Rebellion-beweging. Wie zichzelf met deze fenomenale vrouw vergelijkt, moet vast in zijn schoenen staan. Is een fundamenteel meningsverschil over de snelheid en de methode om het klimaatprobleem aan te pakken te vergelijken met het opeisen van dezelfde (burger)rechten voor zwarten als voor blanken? Hoeveel gewicht krijgt het reeds bestaan van een democratisch klimaatbeleid bij de beoordeling van een niet-democratische actie? Welke precedentwaarde heeft burgerlijke gehoorzaamheid voor het klimaat ten opzichte van andere thema’s zoals migratie? Zo kunnen we nog even doorgaan, maar de vraag of deze beweging vergelijkbaar is met Rosa Parks wordt bij voorkeur met redelijke nederigheid beantwoord.
Strategisch
Ik had eigenlijk al willen stoppen met schrijven na mijn vorige paragraaf. Wie aan de democratie raakt, raakt aan ons allemaal. Waarschijnlijk wordt de soep echter niet zo warm gegeten als ze opgediend wordt: voor vele deelnemers aan Extinction Rebellion-manifestaties is burgerlijke ongehoorzaamheid geen spuitje om de democratie te euthanaseren. Ze zullen er misschien zelfs een springlevende uitspatting van de democratie in zien. Maar strategisch, dus op de langere termijn, is het toch de foute keuze.
De weg naar een doortastend klimaatbeleid is een processie van Echternach. Velen willen dat het sneller gaat, velen vinden dat het te snel gaat. Het maatschappelijk draagvlak voor dit beleid is cruciaal en in volle opbouw: zowel voor het nemen van overheidsmaatregelen als voor het doen van persoonlijke inspanningen. Mijn bescheiden mening: ik zie de niet-overtuigden door deze acties geen millimeter opschuiven naar dat gewenste ambitieuze beleid of gedrag, integendeel. De overtuigden zullen waarschijnlijk overtuigd blijven, maar velen zullen hun door Extinction Rebellion gekrulde tenen weer moeten recht strijken.
Op korte termijn
Extinction Rebellion wil hetzelfde als Anuna De Wever, maar gaat nog een stapje verder. Er zat een beetje sleet op het wekelijkse klimaatspijbelen en dat heeft Anuna gesnapt. Extinction Rebellion drukt evenwel het gaspedaal in. Met betaalde medewerkers, zo bevestigt de Nederlandse tak. In Nederland plaatst de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) Extinction Rebellion zelfs op het snijvlak van activisme en extremisme, met kans op ontsporingen.
De bovenstaande compilatie van (bevestigde) persberichten doet het imago van de beweging op korte termijn geen goed. Daarmee zal de beweging de gewenste 3,5% mobilisering voor een systeemverandering niet bereiken. Trouwens: rechtvaardigt de mobilisering van 3,5 % van de bevolking een systeemverandering?
Lede ogen
Intussen zien vele voorstanders van een daadkrachtig en sterk onderbouwd klimaatbeleid met lede ogen aan hoe Extinction Rebellion het broodnodige draagvlak weer een stuk brozer maakt. Jean-Marie Dedecker overweegt misschien wel de aankoop van een lidkaart bij Extinction Rebellion. Hoe onstuimiger de pianist zijn toetsen aanslaat, des te gemakkelijker kan de vranke chouchou van tegendraads Vlaanderen er dan immers op schieten.
Tags |
---|
Steven Vandenborre (°1979) is jurist van opleiding. Toch streeft ook hij naar een rechtvaardige en leefbare wereld. Als voormalig voetballer bewondert hij spelers die zowel links als rechts uit de voeten kunnen. Hij gaat al lang niet meer naar heilige huisjes, hij ziet ze ook liever niet opduiken in discussies.
Welk facet van de kolonisatie van Congo ook belicht wordt: België draagt een verpletterende verantwoordelijkheid.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.