Di Rupo wil meer geld voor groot Wallonië
PS’er wil financieringswet wijzigen
Elio Di Rupo vertelt een grap
foto © Reporters / Andrieu
Wallonië heeft meer oppervlakte dan Vlaanderen, dus moet het meer geld krijgen. Ook al wonen er minder mensen. Zo sprak Di Rupo.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementPS-voorzitter Elio Di Rupo is voorstander van een hervorming van de financieringswet. ‘Niet nu maar in 2024 of later’, zegt hij in een gesprek met De Tijd. Dat zijn armer Wallonië gefinancierd wordt (al sinds 1989) op basis van de personenbelasting vindt hij (al sinds 1989) onrechtvaardig. Hij wil de oppervlakte van Wallonië laten meetellen.
Verkiezingskoorts
Einde mei moeten we naar de stembus. Kopstukken van de verschillende politieke partijen pakken in de aanloop daarnaar graag uit met flinke voorstellen. Dat is niet anders voor Di Rupo en zijn PS.
Van een nieuwe staatshervorming kan na de verkiezingen van mei voor de federale ex-premier geen sprake zijn. Maar kijk, in ‘2024 of later’ wil hij er dan toch een. Wallonië heeft een probleem, en we weten zo onderhand wel wat er dan gebeurt: dan achten politici het doorgaans tijd om even aan de Vlaamse bel te trekken.
Stil
Vlaanderen is in deze paasvakantietijd nog niet goed wakker. Merkwaardig hoe stil het hierover bleef in onze dagbladpers. De Tijd vermeldde de vraag van Di Rupo, maar dan enkel in de digitale editie (6 april). Het Laatste Nieuws duwde de info in een eenkolommertje, en dat was het. Ewald Pironet kwam erop terug in een artikel in Knack (10 april).
Was het niet Philippe Busquin (PS) die in 1995 al smeekte om (nog maar eens) een potje Vlaams geduld? Centjes voor tien jaartjes, dat moest toch kunnen? Ten bate van ‘het andere, nieuwe Wallonië’. Was het niet Elio Di Rupo (PS) die tien jaar later hetzelfde verhaal nog eens dunnetjes overdeed?
Ze waren na de verkiezingen van juni 2010 nog de stemmen aan het tellen toen de francofonen de lijnen uitzetten van wat de zesde staatshervorming moest worden. Die werd uiteindelijk geserveerd onder de mantel van ‘la solidarité!’. Vlaamse onderhandelaars (CD&V, sp.a en Open Vld) volgden braafjes op de weg naar zijn Vlinderakkoord.
Transfers
Over de transfers zijn al een rist studies gemaakt. Maar laten we vooral luisteren naar de Franstalige chefs zelf: Di Rupo was begin 2012, na de zesde staatshervorming erg duidelijk tegenover de woelige vakbondsmilitanten in Mons: ‘Le nord représente 60% de la population du pays et il est solidaire de 3,2 millions de Wallons à hauteur de 7 milliards d’euros par an’ (Nord-Eclair Sudpresse, 15/01/2012). In 2016 had Paul Magnette het over 5,5 à 6 miljard per jaar.
Eerste probleem
Een normaal mens zou al eens denken, ‘zal ’t gaan ja?’… Maar het gaat niet. Opnieuw komt Di Rupo uit de Waalse kast. Hij heeft een dubbel probleem. Zijn staatshervorming van 2011/2012 had als vervelend gevolg dat de gewesten minder middelen kregen toegewezen. De enveloppes werden gekoppeld aan de opbrengst van de personenbelasting in de regio’s, en Wallonië had gehoopt dat de kloof met Vlaanderen zou krimpen omdat er beterschap op komst was. Maar wat blijkt: de kloof werd alleen maar groter. Het was Vlaanderen dat het economisch beter deed en doet.
Dat blijkt uit alle economische parameters. In Vlaanderen is de werkloosheid nauwelijks een probleem (werkloosheidsgraad 3,5 procent), in Wallonië (8,5 procent) en in Brussel des te meer (13,4 procent). In Vlaanderen is 69,7 procent van de 20 tot 64-jarigen aan het werk, in Wallonië maar 63,7 procent en in Brussel 61,4 procent. Het gemiddelde voor België is 71 procent, bij de niet EU-burgers is dat 43,4 procent (bron: EAK).
En voor wie opmerkt dat de (hoge) werkloosheidscijfers in Wallonië de jongste jaren toch ietsje sneller daalden dan (de lage) in Vlaanderen: dat klopt, maar kijk dan even naar de leeflooncijfers. Vlaanderen telt met een kleine 60 procent van de inwoners 24 procent van de leefloners, Wallonië 47 procent en Brussel 29 procent (bron: ACV). Wat werklozen minder, maar nog altijd dubbel zoveel, en wat leefloners meer, zoiets?
Tweede probleem
Daar komt nog iets bovenop. In de jongste en huidige financieringswet (2011-2012) is voor het achterop lopende Wallonië uiteindelijk een compensatiemechanisme ingebouwd, en ook Brussel kreeg meer geld. Maar dat molentje blijft niet draaien. Het compensatiemechanisme wordt vanaf 2025 geleidelijk aan afgebouwd om tegen 2034 te verdwijnen. Dan komt Wallonië helemaal in ademnood.
Oplossing
Di Rupo ziet andermaal meteen waar de oplossing ligt: in Vlaanderen. Daarom liet hij nu weten de toewijzing van financiële middelen aan gewesten en gemeenschappen te willen herzien, door ze te koppelen aan een nieuw criterium. Minder aan de personenbelasting, die in Wallonië veel lager ligt. Meer aan de ‘oppervlakte’ van de gewesten, zoals het vroeger al eens was. Dat is ‘rechtvaardiger’, vindt Di Rupo, Wallonië (32 procent van de bevolking) beslaat wel 52 procent van het Belgische grondgebied!, zegt hij in De Tijd.
Moeten we blij zijn met het antwoord van de PS-politici op deze situatie: een vierdaagse werkweek mét behoud van loon, een verlaging van de pensioenleeftijd (van 67 naar 65 jaar), gratis openbaar vervoer en gratis consultaties bij huis- en tandartsen. ‘Een kniesoor die vraagt waar het geld vandaan moet komen’, aldus Pironet in Knack.
Taboe
Dit keer horen we Di Rupo niet over de miljardentransfers die er al zijn. Ze zijn een taboe voor de burger, nauwelijks of geen nieuws voor veel van onze politieke verslaggevers, en geen nieuws voor de meeste Vlaamse partijen. Een legislatuur lang verstopte ook de N-VA dat thema in haar communautaire stilte.
Al decennia lang worden de Vlamingen gesust met voluntaristische cijfers, maar de situatie werd alleen maar erger. ‘Ah neen! Géén communautaire thema’s op tafel’, roept nu ook premier Michel. Maar hij zal er niet aan ontsnappen. ‘Is het niet tijdens de campagne, dan wel tijdens de regeringsonderhandelingen’, besluit Pironet.
Categorieën |
---|
Jan Van de Casteele is historicus. Hij was journalist bij Het Nieuwsblad (1989-1999), werd stafmedewerker van de VVB (vanaf 1999) en hoofdredacteur van Doorbraak van 2003 tot 2012. Sindsdien is hij zelfstandig journalist.
De peiling van VTM/HLN zal weinig partijen deugd hebben gedaan. Maar vergeleken met 2014 wijst ze op interessante structurele veranderingen.
De laatste Amerikapodcast voor de presidentsverkiezingen: over een eekhoorn, vuilnis en slechte grappen.