JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Diete Oudesluijs: ‘Ik wilde weten hoe het er in een concentratiekamp écht aan toeging’

Luc Pauwels4/12/2021Leestijd 4 minuten

Diete Oudesluijs publiceerde een opzienbarend boek over het concentratiekamp Sachsenhausen (1933-1944). Ze ging allergrondigst te werk.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Nederlandse auteur en tolk-vertaalster Diete Oudesluijs publiceerde een opzienbarend boek over het concentratiekamp Sachsenhausen (1933-1944). Dat ligt maar 36 km van haar woning in Berlijn. Ze ging allergrondigst te werk. Luc Pauwels sprak met haar.

Voor een goed begrip: af en toe spreekt men van het con­centra­tiekamp Oranienburg-Sachsenhausen, dan weer over gewoon KZ Sachsenhausen. Het gaat toch twee keer over hetzelfde kamp? Vanwaar die verschillende namen?
‘Een allereerste kamp (1933) was een ‘wild’ kamp, wel in het centrum, in de brouwe­rij, ingericht, maar in feite nog geen KZ. Het diende om snel tegen­standers van het regime ergens gevangen te kunnen zetten.’

‘In veel latere overlijdensberichten staat Oranienburg, terwijl het dan vrijwel altijd om het concentratiekamp gaat, dat aan de rand van Ora­nienburg, de wijk Sachsenhausen, lag, soms ook over commando’s in de directe omgeving.’

Sachsenhausen werd al lang voor de Tweede Wereldoorlog ge­bouwd en in gebruik genomen, eigenlijk vlak na Hitlers machts­over­name. Wat was het oorspronkelijke doel?
‘Na het ‘wilde’ kamp is vanaf 1936 het echte concentratiekamp gebouwd door gevangenen uit de Ems­landkampen. Dachau (1933-1945) was officieel wel het ‘voor­­beeldkamp’, maar Oranienburg lag dichter bij Berlijn. Daarom werd ook de Inspectie van de kampen daar ondergebracht. Aanvankelijk ging het alleen om Duitse gevangenen, met de officiële doelstelling dat mensen daar nog de kans zouden hebben om…’

‘Het ging met name om communisten, tegenstanders van het re­gime, ‘asocialen’ en Joden. In 1940 kwamen er enkele buiten­land­se gevangenen, meestal uit het verzet, en vanaf eind 1941 steeds meer. Het grote transport vanuit Vught (Nederland), begin sep­tember 1944, bracht velen aanvankelijk naar Sachsenhausen. Maar daarna kwam een grote groep weer in een ander kamp terecht.’

Hebt u ooit de Vlaamse hoogleraar Flor Peeters (1909-1989) ont­moet, een oud-gevangene van Sachsenhausen die er ook een boek over schreef? Hij was ongenadig scherp voor zijn communis­tische medegevangenen en in het bijzonder voor de ‘kapo’s’. Deelt u die mening?
‘Ontmoet helaas nooit, maar ik kende zijn dagboek (vanaf 1942) 40 maanden in Sachsenhausen dat in 2020 weer als Mijn triomf van de wil (verwijzing naar de film van Leni Riefenstahl) is uitgegeven. Begrip heb ik zowel voor de­ge­nen die de commu­nis­ten veraf­schuw­den als voor de com­mu­nis­ten zelf, die met veel in­span­ning en blijvend risico de ‘groen­lap­pen’ (cri­minelen) als een soort be­stuur onder de SS konden ver­vangen.’

‘Er heerste daarna over het alge­meen een veel beter be­wind in barakken. Maar ze gingen een soort illegale kamp­lei­ding vor­men. Het is mijns inziens logisch dat ze met name de ‘eigen’ men­sen zo veel mogelijk bescherm­den (dat deden in feite alle natio­nali­teiten/groe­pen) om na de oorlog de ‘ideale maatschappij’ op te bouwen. Daarbij vielen natuurlijk anderen heel hard ‘buiten de boot’. En ze had­den meestal veel langere kampervaring om te kunnen overleven. In het dagboek van Jan Lemaire jr. (Mannen in Zebra. Ons leven in het concentratiekamp Oranienburg, 2020) is goed beschreven hoe dat functio­neerde.’

Hoe kwamen er zoveel Nederlanders en Vlamingen in Sachsen­hausen terecht?
‘Nederlanders kwamen aanvankelijk meestal uit het ‘Oranjehotel’ in Scheveningen, later via Kamp Amersfoort, en de grootste groep na Dolle Dinsdag uit Vught, overigens samen met een grotere groep Belgen, die op 30 augustus 1944 daarvoor uit Breen­donk was overgebracht.’

‘Voor Nederland worden tot ca. 5.000 man ge­noemd, officieel werd bij de opening van Onder den Oranje Boom in Oranienburg 2000 in aanwezigheid van Konin­gin Beatrix en Prins Claus ‘ca. 3.700’ ge­zegd. Zelf heb ik in­mid­dels een lijst met ongeveer 2.500 Nederlan­ders. Voor België wor­den 2.167 man genoemd.’

Hoeveel mensen zijn in Sachsenhausen gestorven? Kan men een onderscheid maken tussen degenen die door ziekte en ontbering stierven en de terechtgestelden?
‘In het Totenbuch van de gedenkplaats zijn de namen van de (daar bekende) overledenen te vin­den, voor België 32 namen als bij geboorteplaats Belgien wordt ingevuld (ook een paar vrouwen). Er staan echter alleen de sterf­datum en het kampnummer in. 13 mannen kwamen uit Antwerpen, 12 uit Brussel, 11 uit Gent, dus er zijn meer namen als je de plaats exact opgeeft, 12 voor Luik (Lüttich). Bij de Ne­der­land­se terecht­ge­stelden van 3 en 11.5.1942 staat geen doodsoorzaak, wel dat je contact met de gedenkplaats kunt opnemen.’

‘Je kunt wel doodsoorzaken en verblijf in Sachsenhausen vinden op internet natuurlijk, bijvoorbeeld als het gaat om leden van de verzetsbeweging De Zwarte Hand.’

Hoe functioneerde het KZ Sachsenhausen, wat was de rol van de ‘bijkampen’ en wat veranderde er in de loop van de tijd?
‘Sachsenhausen was een kamp van de ‘betere’ cate­gorie, Maut­hausen (categorie III: Rückkehr nicht erwünscht) had een veel slechtere reputatie, al werd het onderscheid in cate­go­rieën tegen het eind van de oorlog eerder theoretisch.’

‘De gevangenen moesten in en rond het kamp werken, onder meer voor de vervaardiging van bouwmateriaal. Het gebrek aan voedsel en hy­gië­ne en de slechte behandeling zorgden echter voor grote sterfte. Toen begin 1942 bleek dat de oorlog (veel) langer zou gaan duren werd het gebrek aan arbei­ders, die nu langere tijd in de Wehr­macht moesten dienen, bijzonder nij­pend. Steeds vaker moesten gevange­nen ook in de oorlogsindustrie werken, in fabrieken en werk­plekken die ter plaatse in bijkam­pen wer­den onder­gebracht.’

Wat gebeurde er met de gevangenen bij de ineenstorting van het Derde Rijk?
‘Gevangenen uit het Westen werden gerepatrieerd, soms via Frankrijk, of gingen op eigen houtje. Soms moesten ze weer op krachten komen, sommigen bleven na terugkeer nog lang ziek. Er zijn ook mannen die te ziek waren om mee te lopen na de bevrijding en in het kamp zelf overleden. Gevangenen uit Oost-Euro­pa, Polen en de Sovjet­unie wilden soms niet naar huis uit vrees voor represailles – een deel werd door de geallieerden echter toch uitgeleverd.’

Hoe verging het de gevangenen na terugkeer naar huis?
‘Heel veel aandacht was er van regeringszijde niet, maar velen werden wel door hun familie/gemeenschap/vroegere verzetsgroep warm welkom geheten. Ook de communisti­sche partij stond in feite niet open voor ’terugkeerders’. Die kwamen in het kader van de Koude Oorlog tussen alle stoelen terecht, zoals b.v. de man van de Komintern, Daniël Goulooze of de stateloze Spanjestrijders Nico Mourer. De families van de terugkeerders hebben vaak jarenlang te kampen gehad met nachtmerries, vreemd gedrag van de oud-gevangenen. Er kwam wel een soort verzetspensioen.’

‘Na de Wende in 1989 was ‘een tweede reis’ naar Sachsenhausen weer makkelijk mogelijk. Pas sinds de jaren 90 is er langzamerhand ook meer publieke aandacht aan besteed. Op 4 mei organiseert de Nederlandse ambassade een jaarlijkse herdenking in Sachsenhausen. Misschien zou de Belgische ambassade ook zoiets kunnen organiseren, of zich bij het Nederlandse initiatief aansluiten? Opvallend is m.i. dat men in België toch op meer begrip kon rekenen. En dat er meer pogingen waren om de getuigenissen min of meer centraal te registreren. Een ander verschil: de Belgen kregen pakketten van een centrale dienst. Als de Nederlanders pakjes kregen, was dat van individuele personen.’

Het boek is te koop bij boeken.doorbraak.be, surf naar deze link.

Luc Pauwels (1940) is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.

Commentaren en reacties