JavaScript is required for this website to work.
post

Dieter Leisegang was partijganger noch wereldverbeteraar

De dichter van de innerlijkheid reflecteerde over het wezen van de kunst

Dirk Rochtus21/3/2023Leestijd 3 minuten

foto ©

De poëtische filosoof Dieter Leisegang was naar de woorden van DDR-dissident Reiner Kunze ‘iemand die voor geen enkele partij de trommel slaat’.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Een van zijn ‘Brüder im Geiste’, een van die mensen waarmee hij zich geestelijk nauw verwant voelde, was Heinrich von Kleist (1777-1811). En net zoals die beroemde dichter koos Dieter Leisegang, vandaag precies vijftig jaar geleden, voor de dood.

‘Freitod’ heet dat in het Duits, zeker als het over kunstenaars gaat die zich in het ondermaanse niet meer geborgen voelen. Leisegang was zo iemand: filosoof, dichter en vertaler. Hij spiegelde zich aan Kleists tragische romantiek, niet aan zijn politieke gedrevenheid. Kleist had zich politiek geëngageerd tegen Napoleon en de Duitsers opgeroepen zich te verzetten tegen de Franse bezetting – onder meer met het drama Die Hermannsschlacht (1808) over de slag bij het Teutoburgerwald van de Germanenleider Arminius (Hermann) tegen de Romeinen (als allegorie van de Fransen). Leisegang zelf hield zich ver van het gepolitiseerde literaire bedrijf van de Bondsrepubliek van de jaren ’60. Dat én zijn vroege dood (op 30-jarige leeftijd) maakten dat hij in vergetelheid geraakte.

Partij

Misschien was zijn naam alleen al ‘programma’. ‘Leisegang’, je zou het vrij kunnen vertalen als ‘zachte tred’. Dieter Leisegang was inderdaad geen tafelspringer zoals vele van zijn dichtende tijdgenoten. Literatuurcriticus Daniel Fuchs schreef over hem: ‘Er setzte bis zum Ende auf Innerlichkeit, versteckte sich hinter einer Maske des Bürgerlichen’ (Hij focuste tot op het einde op innerlijkheid, verstopte zich achter het masker van het burgerlijke).

In een vest gekleed en met wit hemd en stropdas verscheen hij op het levenstoneel; de sigaret die uit zijn mondhoek bengelde, was het enige dat uiterlijk iets van de poëtische ‘bohémien’ verraadde. Hij was naar de woorden van de bekende Oost-Duitse dichter en DDR-dissident Reiner Kunze ‘einer, der für keine Partei wirbt‘ (iemand die voor geen enkele partij de trommel slaat). Leisegang was geen partijganger.

Relatie

Zijn leven is vlug verhaald. Geboren werd hij op 25 november 1942 in Wiesbaden als het twaalfde kind van de schilder en cartograaf Gustav Leisegang. Ondervoeding in de laatste oorlogsjaren en daarna maakten dat hij tuberculose kreeg. Later zou hem een deel van een long worden afgenomen. Het roken gaf hij desondanks niet op.

Op zijn 26ste promoveerde hij aan de Johann Wolfgang von Goethe-Universität (Frankfurt am Main) bij Theodor W. Adorno en Julius Schaaf tot doctor in de filosofie. Zijn doctoraat behandelde de relatietheorie, waarbij het elke ‘Beziehung’ (relatie, verbinding) eigen is, ‘daß sie, indem sie eint, zugleich trennt, und indem sie trennt, zugleich eint‘ (dat ze, doordat ze verenigt, tegelijk scheidt, en doordat ze scheidt, tegelijk verenigt’) zoals zijn promotor Schaaf stelde.

Apartheid

Leisegang startte samen met vriend en uitgever Horst Heiderhoff de poëziereeks Das neueste Gedicht waarin naast eigen dichtbundels ook zijn vertalingen van onder meer W.H. Auden verschenen. Beroepsmatig doceerde hij van 1968 tot 1971 esthetica en retoriek aan twee hogescholen en vanaf dat jaar tot aan zijn dood in 1973 ook kunsttheorie aan de universiteit van Frankfurt. In 1972 verbleef hij in Zuid-Afrika als gastdocent aan de Universiteit van Witwatersrand bij Johannesburg.

Ter plekke vatte hij het plan op om een filosofische analyse, uitgaande van zijn ‘Relationstheorie’, te wijden aan het heersende politieke systeem onder de titel ‘Apartheid and Integration as Moments of a True Political Relationship between Black and White in South Africa’. Zijn niet-voltooide analyse draaide rond de vraag of de eenzijdige relatie tussen de twee groepen niet een sociale en economische catastrofe zou teweegbrengen. In zekere zin sprak daaruit een profetische kijk: die vorm van relatie zou na het einde van de Koude Oorlog en in het tijdperk van de opkomende globalisering niet meer houdbaar blijken te zijn, wat zou leiden tot de afschaffing van de apartheid in 1992.

Kunst en wereld

Dichten, vertalen en reflecteren over kunst vulden het leven van Leisegang. Over de mogelijkheid van het woord en de kunst om een betere wereld te creëren, maakte de poëtische filosoof zich geen illusies, in tegenstelling tot vele van zijn artistieke tijdgenoten die in de ban van ‘1968’ waren. Om het met zijn eigen woorden te zeggen: ‘Die Kunst interpretiert die Welt nicht und kann sie auch nicht verändern. Sie ist für manche allenfalls eine Art und Weise, die Welt bzw. sich selbst zu ertragen‘ (De kunst interpreteert de wereld niet en kan ze ook niet veranderen. Ze is voor sommigen hooguit een manier om respectievelijk de wereld en zichzelf te verdragen).

Maar zelfs tot die ‘sommigen’ behoorde hij niet. Op 21 maart 1973 schoot hij zichzelf in Offenbach am Main voor het hoofd. Van het ‘solitaire werk’ zoals Daniel Fuchs zijn oeuvre bestempelde, spreken ingetogen, in sobere woorden gehulde gedichten nog altijd tot ons, zoals het niet van ironie gespeende melancholische

Kahlschlag I

Vor meinem Fenster fallen
Die letzten
Paar Bäume

(Das hat Vorteile, sicher
Wegen der
Weite des Blicks)

Die Stirn an der Scheibe (Het voorhoofd tegen de ruit)
Fällt es mir
Wieder ein: Ich wollte

Förster werden (boswachter worden).

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties