JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Draagvlak groeit niet aan de bomen, het wordt gecreëerd

Roan A. Asselman22/6/2023Leestijd 4 minuten
Bart De Wever en Jan Jambon.

Bart De Wever en Jan Jambon.

foto © Belga Image

Volgens Bart De Wever en Jan Jambon is er geen draagvlak voor Vlaamse onafhankelijkheid. Klopt, maar wiens fout is dat?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het Vlaams Belang en de N-VA hebben een probleem. Beide politieke partijen promoten de ontbinding van het koninkrijk België en de oprichting van een Vlaamse republiek. De ontmanteling van dit land, met verplichtingen jegens haar burgers, andere landen en internationale instellingen, is een niet terug te draaien en dus niet lichtzinnig te nemen besluit. Een meerderheid van de burgers, liefst een grote meerderheid zelfs, dient na een grondig debat in te stemmen met de herschikking van haar politieke overheden. Er dient, met andere woorden, voldoende ‘draagvlak’ te zijn voor een onafhankelijk Vlaanderen.

Wensdroom

Een snelle blik op de laatste Grote Peiling doet Vlaams-nationalisten hopen. Professor Herman Matthijs (UGent, VUB) berekende op indicatieve wijze het aantal Vlaamse parlementszetels waarop de ‘V-Partijen’ aanspraak maken. Met 30 en respectievelijk 29 zetels komen Vlaams Belang en N-VA maar 4 zetels te kort voor een absolute meerderheid. Een sterke eindspurt naar 2024, mogelijks middels een dossiergebonden krachtenbundeling van VB en N-VA, kan de basis vormen voor een eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring. Vive la République!

Tot zover de Vlaams-nationale wensdroom. Jan Jambon, de leider van de Vlaamse regering en lid van de leidinggevende Vlaams-nationale partij, liet tijdens een passage in De Afspraak optekenen dat er geen draagvlak is voor een onafhankelijk Vlaanderen. Dat net Jambon dit uitdrukkelijk en publiekelijk erkent, is extra pijnlijk. De burgemeester van Brasschaat heeft een ‘V-cv’ om u tegen te zeggen. Lid van denktanken In de Warande en Res Publica, politiek secretaris van de Vlaamse Volksbeweging (VVB) en voorzitter van het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen: weinig politici zetten zich de voorbije dertig jaar vlijtiger in voor Vlaams zelfbestuur dan de minister-president.

Koude steen

Het probleem, althans voor de Vlaamse Beweging, is dat hij gelijk heeft. Na de verkiezing van 2019 toonde Knack een studie van onderzoeksbureau Kantar. Daaruit bleek dat amper een derde van de VB-kiezers iets voelde voor een Vlaamse natiestaat. Bij N-VA viel dat aandeel terug tot een kwart.

De voorzitters van Vlaams Belang en N-VA moeten afrekenen met een kiespubliek dat niet geïnteresseerd is in het eerste artikel van de beginselverklaring in hun partijstatuten. Het is natuurlijk niet ongewoon dat verschillende personen om verschillende redenen op de ene of de andere partij stemmen. Zo zijn Vlamingen en Brusselaars die op de partij van Tom Van Grieken of Bart De Wever stemmen, net zoals hun landgenoten, bekommerd om de uitdagingen die een vergrijzende economie, een multiculturele samenleving of een oorlogvoerend Europa met zich meebrengen.

De eisen van de Vlaamse Beweging vallen bij velen van hen op een koude steen. Een zoveelste staatshervorming roept herinneringen op aan stilstand, teleurstelling en politieke crisis. In tegenstelling tot wat Van Grieken en De Wever (elk op hun eigen manier) beweren, wordt een nieuwe hertekening van de Belgische staat niet gezien als een voorwaarde voor goed (of beter) bestuur, maar als een hinderpaal.

Appendix

Zowel Vlaams Belang als N-VA zitten verveeld met het onbestaande momentum voor ‘hun’ Vlaamse republiek. Ten eerste, omdat de partijbonzen hun onafhankelijkheidsstreven niet willen opgeven. Tom Van Grieken en de zijnen formuleerden onlangs nog hun ‘stappenplan’ naar Vlaamse onafhankelijkheid. En niemand met kennis van zaken denkt dat Bart De Wever, Jan Jambon of Theo Francken plots berusten in de Belgische constructie. Over de staatsrechtelijke eindbestemming bestaat eensgezindheid, over de politieke weg ernaartoe allesbehalve.

Daarnaast kunnen zij de strijd niet opgeven. Een derde en een kwart zijn dan wel geen meerderheden, het zijn ook geen te verwaarlozen minderheden. Conformering aan de Belgische Staat zou immers een opening bieden voor een nieuwe, Vlaams-nationale partij. Bovendien zijn onafhankelijkheidsactivisten oververtegenwoordigd onder de partijleden en in de middenkaders. De (kader)leden, de activisten die lokale afdelingen oprichten, op de dorpsmarkt staan om te flyeren, opdagen op eetfestijnen en familiedagen en (!) de partijvoorzitter kiezen, zijn Vlaamsgezinder én meer betrokken dan de gemiddelde kiezer. Leden zijn misschien niet (langer) de slagader van de Vlaamse partijen, een nutteloze appendix zijn ze evenmin.

Draagvlak

Draagvlak groeit niet aan de bomen, het wordt gecreëerd. Het gebrek aan steun voor een onafhankelijk Vlaanderen beklagen is de eerste stap, er iets aan doen de logische tweede. Dit is, voor de duidelijkheid, geen verwijt aan de persoon van Jambon. Het is wel een aanklacht tegen het collectief schouderophalen dat te veel Vlaams-nationale politici kenmerkt.

De – minstens retorische, soms ook inhoudelijke – verwatering van het onafhankelijkheidsstreven creëert geen draagvlak, het vernietigt het. Wanneer erudiete en/of welbespraakte politici niet langer resoluut de onafhankelijkheidskaart durven trekken, zal de ‘gewone’ Vlaming, de kiezer, dat ook niet doen.

De bestuurders van het Algemeen Nederlands Zangverbond en de VVB leveren goed werk, maar missen de nationale megafoons en podia van verkozen politici. Bovendien werd de Vlaamse Beweging de voorbije decennia leeggeroofd door dezelfde politieke partijen die vandaag naar het middenveld kijken voor draagvlakcreatie. De hiërarchische, vermogende politieke partijen werden de Vlaamse Beweging. Steun voor Vlaamse onafhankelijkheid kan alleen door hen worden opgetrommeld.

Gemene streek

Als Vlaams Belang en N-VA in 2024 een parlementaire meerderheid behalen, kan – mag – de onafhankelijkheid niet worden uitgeroepen.

Omdat de federale grondwet geen volksraadpleging toelaat, moeten beide partijen de voorafgaande federale verkiezingscampagne verheffen tot een informeel referendum over het voortbestaan van België. Het zou toch een gemene streek zijn dit land te ontbinden zonder deze ontbinding eerst voor te leggen aan de bevolking. Een parlementaire meerderheid die het resultaat is van campagnes met een focus op economie, migratie of oorlog, geeft Tom Van Grieken en Bart De Wever niet het recht om eenzijdig de onafhankelijkheid uit te roepen en het Vlaams Parlement om te vormen tot grondwetgever. Daarvoor is er, inderdaad, onvoldoende draagvlak.

Roan Asselman (°1996) studeerde rechten (KUL), vermogensbeheer (EMS) en vennootschapsbelasting (FHS). Van 2020 tot 2023 was hij werkzaam als zakenadvocaat aan de Brusselse Balie. Roan werkt sinds 2019 mee aan Doorbraak. Vandaag is hij lid van de redactie verantwoordelijk voor de vrije tribunes (het 'Forum'), verzorgt hij de rubriek 'Amerika in Alle Staten' en is hij samen met David Neyskens te horen in de driewekelijke Amerikapodcast. In 2023 verscheen van zijn hand 'Amerika Ontrafeld. Over de cultuurstrijd die een natie verscheurt', uitgegeven door Doorbraak Uitgeverij. Roan is tevens voorzitter van het Custodes Instituut, een conservatieve denktank actief in de Lage Landen.

Commentaren en reacties