Noord-Italië kiest voor autonomie
Nationale oplossingen voor lokaal sterk verschillende lokale socio-economische problemen zijn, vooral in Zuid-Italië, inefficiënt gebleken.
Matteo Salvini , partijleider van de Lega Nord bij de persconferentie na het referendum voor meer autonomie in Lombardije.
foto © Reporters
Ook in Noord-Italië kiezen twee regio’s, Veneto en Lombardije voor meer autonomie in een referendum, dat ook door centrumlinks werd gesteund.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementZondag vonden er in Noord-Italië twee referenda plaats voor meer regionale autonomie. Zowel in Veneto als in Lombardije konden de kiezers hun stem uitbrengen over de uitbreiding van de regionale bevoegdheden en meer fiscale autonomie. In tegenstelling tot Catalunya ging het deze keer niet over secessie, maar over grotere autonomie binnen de Italiaanse staat.
Beide regio’s worden dan ook niet toevallig bestuurd door Minister-presidenten van de rechts-populistische Lega Nord (Luca Zaia in Veneto en Roberto Maroni in Lombardije), beide grote voorstanders van de volledige federalisering de Italiaanse staat. Het referendum was raadgevend en niet-bindend, en dus was reeds op voorhand geweten dat de uitslag geen enkel direct politiek gevolg zou hebben.
Resultaaat
In Veneto bracht maar liefst 57,30 procent van de kiesgerechtigden hun stem uit, ruim meer dan het quorum van 50 procent dat Minister-president Zaia zich opgelegd had. In Lombardije lag de opkomst iets lager dan 40 procent (38,25%), maar boven de benedengrens van 34 procent. Het verschil in het opkomstcijfer tussen de beide regio’s ligt vooral aan de stad Milaan (31,20%), deels te verklaren door de grote aanwezigheid van de vele Zuid-Italiaanse migranten (en nakomelingen). Die liggen begrijpelijkerwijs niet echt wakker van het Lombardisch autonomiestreven. Maar ook de opkomst in de stad Venetië (44,9%) lag duidelijk lager dan in de rest van de regio Veneto. Inwoners van steden met grote groot (inter)nationale socio-cultureel en economische belangen, zoals Milaan en Venetië, bleken zondag minder geïnteresseerd in de referenda dan provinciesteden met een sterke lokale socio-culturele en economische verankering zoals Vincenza of Brescia.
In beide referenda was de uitslag volgens de verwachting een overwinning voor het si-kamp, met resultaten tussen de 95 en 98 procent. Hoe men het ook bekijkt, zondag werd er een sterk politiek signaal gegeven door de burgers en de referenda waren een succes voor de Lega Nord van Matteo Salvini. De partij heeft onder zijn leiding een tweede adem gevonden na de schandaalsfeer rond de stichter Umberto Bossi van enkele jaren geleden. De migratie- en bankencrisis legde hen geen windeieren, maar ook de socio-economische malaise en het gebrek aan politiek geloofwaardige alternatieven brengen veel kiezers terug naar de Lega Nord. De uitslag is ook belangerijk om de positie van de partij te versterken bij de komende onderhandelingen over de centrumrechtse coalitielijst met het centrumrechtse Forza Italia (FI) en de nationaalconservatieve Fratelli d’Italia (FdI).
Opkomst en reacties
De opkomst in beide regio’s lag veel hoger dan waarop de tegenstanders van de referenda, waaronder de centrumlinkse regeringspartij Partito Democratico (PD), hadden gehoopt. De reactie van de regering liet niet op zich wachten. Vice-minister van Regionale Zaken, Gianclaudio Bressa (PD), verklaarde minder dan een uur na het sluiten van de stembureaus reeds dat de overheid klaar is om te onderhandelen met beide regio’s, maar niet over de eis tot fiscale autonomie (niettegenstaande deze reeds wettelijk vastgelegd ligt in artikel 119 van de Italiaanse Grondwet). Zijn voorzitter, Matteo Renzi (PD) pleitte in een reactie wel voor een verlaging van de fiscale druk en een efficienter overheidsbeleid als antwoord op het Noord-Italiaanse ongenoegen.
Voor het overlegmodel dat zal worden gevolgd, kijkt men naar de gesprekken die men reeds met de regio Emilia-Romagna voert over verdere federalisering. Deze regio hield daarvoor geen referendum en wordt geleid door de centrumlinkse Stefano Bonaccini. De drang naar meer autonomie bij de Noord-Italiaanse regio’s is geen monopolie van de Lega Nord. Zowel de centrumlinkse burgemeester van Bergamo, Giorgio Gori, als bijvoorbeeld de cemtrumlinkse minister-president van de autonome regio Friuli-Venezia Giulia, Debora Serracchiani, spraken zich uit voor het si-kamp. De enige echte tegenstem kwam er van de voorzitster van de nationaalconservatieve Fratelli D’Italia, Giorgia Meloni, die waarschuwde voor een verdere fragmentering van de nationale bevoegdheden.
Eisenpakket
De minister-president van Veneto, Luca Zaia, wou er alvast geen gras over laten groeien en riep maandag reeds de regionale regering van Veneto bijeen om een eisenpakket goed te keuren dat moet dienen als uitgangspunt voor de onderhandelingen met de Italiaanse regering: de overheveling van een resem federale bevoegdheden, grotere fiscale autonomie, de oprichting van een Consulta del Veneto per l’autonomia (een permanent orgaan dat bestaat uit leden van alle maatschappelijke sectoren) en de wijziging van artikel 117 van de Grondwet waardoor Veneto erkend zou worden als regio met een autonoom statuut.
Ook Roberto Maroni zal binnen twee weken een voorstel aan de Italiaanse regering voorleggen met gelijkaardige eisenpakket voor Lombardije. Hij kondigde ook de oprichting van een speciale taskforce aan met leden uit alle politieke families, waaronder de reeds vernoemde centrumlinkse burgemeester van Bergamo Giorgio Gori. Zijn onderhandelingspositie is echter zwakker dan die van Luca Zaia, en de eis tot een autonoom statuut voor Lombardije kwam dan ook nooit ter sprake.
De uitslag van het referendum deed ook eventjes de historische machtsstrijd tussen Lombardi en Veneti in de Lega Nord oplaaien. Gisteren bekritiseerde de Lombardo Roberto Maroni de Veneto Luca Zaia omwlle van zijn voortvarendheid met zijn eis tot volledige autonomie. Deze onnodige provocatie zou volgens hem de toekomstige onderhandelingen alleen maar bemoeilijken. Ook partijvoorzitter, en Lombardo, Matteo Salvini floot gisteren Luca Zaia op diplomatische wijze terug, al voegde hij eraan toe dat elke regio zijn eigen strategie mocht ontwikkelen.
Naar een federaal Italië
In Italië hebben vijf van de twintig regio’s een autonoom statuut, vastgelegd in artikel 116 van de Italiaanse grondwet: Friuli Venezia Giulia, Sardinië, Sicilië, Trentino-Alto Adige/Süd-Tirol en Valle d’Aosta. De socio-economische bevoegdheden, en de financiering ervan, verschillen wel naargelang de regio omwille van de verschillende ontstaansgeschiedenis. In Sardinië en Sicilië was de autonomie een strategie om de sterke lokale naoorloogse onafhankelijkheidsbewegingen te counteren. In Trentino-Alto Adige/Süd-Tirol speelde de Oostenrijkse territoriale aanspraken en de Duitstalige minderheid een grote rol. Ook in Valle D’Aosta lagen linguistische oorzaken aan de basis van het speciaal statuut. In Friuli-Venezia Giulia had men te maken met de Sloveense minderheid en de onopgeloste territoriale geschillen met het Joegoslavië van Tito.
Door de wijziging van artikel 117 van de Italiaanse Grondwet in 2001, onder de regering Amato-II en bekrachtigd onder Berlsuconi-II, kregen alle regio’s een uigebreidere autonomie en verminderde in dit opzicht de ‘bijzonderheid’ van de regio’s met een bijzonder autonoom statuut. Elke Italiaanse regio kreeg sindsdien wetgevende macht, op gelijke voet met de federale overheid. De bevoegdheden werden onderverdeeld in exclusieve nationale bevoegdheden, concurrerende bevoegdheden (zowel regio als nationale overheid) en regionale bevoegdheden. Het is vooral die concurende bevoegdheden die vandaag door Veneto en Lombardije, en niet alleen, worden opgeëist.
Meer autonomie voor de regio’s betekent een grotere lokale verantwoordelijkheid en vrijheid om de overheid te organiseren ten behoeve van de lokale socio-economische noden. Het maakt het beleid veel transparanter en de kloof tussen de politiek en de burger kleiner. Daardoor kunnen politici veel sneller ter verantwoording worden geroepen door de kiezer. Het beleid wordt zo een betere afspiegeling van lokale civiele cultuur. De afstanden in grote landen zoals Italië, met een nog steeds sterke lokale culturele eigenheid, zijn zowel fysiek als mentaal groot. Tussen Catania en Bolzano ligt een afstand van 1.476km, evenveel als tussen tussen Antwerpen en Barcelona (al lijkt mentaal Barcelona vandaag misschien wel dichter te liggen bij Antwerpen dan pakweg Charleroi of Brussel). Nationale oplossingen voor lokaal sterk verschillende lokale sociaaleconomische problemen zijn, vooral in Zuid-Italië, inefficiënt gebleken waardoor een verdere federalisering van Italië en meer lokale autonomie, zonder te raken aan transparante solidariteitsmechanismes, in de toekomst noodzakelijk wordt.
Categorieën |
---|
Philip Roose (1979) studeerde geschiedenis in Leuven en Granada en marketing en management in Parma. Hij woont in Catania (Sicilië) en exporteert Italiaanse wijnen. Samen met Joost Houtman schreef hij het boek 'Bella Figura: Waarom de Italianen zo Italiaans zijn?' (Uitgeverij Vrijdag; verschijnt 31 mei 2018).
Woorden scheppen de realiteit, of toch de perceptie ervan. Philip Roose over de instrumentalisering van taal.
Evolueren we naar een politiek model zoals in een communistische eenpartijstaat? Ontdek het in ‘Ondernemen in Achterland 1.0’.