JavaScript is required for this website to work.
post

Dresden als orgelpunt van cultuurreis

Van Silezië over het Sudetenland naar Saksen

Dirk Rochtus29/7/2022Leestijd 4 minuten

foto ©

Deel drie: reizen door Silezië en Saksen. Naar de geboorteplaatsen van Fühmann, Fichte en Lessing en de Duitse genius loci in Tsjechië en Polen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De weg van Haus Wiesenstein (zie reportage) naar Rokytnice nad Jizerou kronkelt dertig mijl lang door het Reuzengebergte en passeert de grens tussen Polen en Tsjechië. Overal zijn er sporen te vinden van Duitse aanwezigheid, cultureel en architectonisch.

Eens aangekomen in Rokytnice (Tsjechië), het vroegere Rochlitz an der Iser, in het Sudetenland is het niet lang zoeken naar het huis waar de Sudetenduitse auteur Franz Fühmann (1922-1984) zijn jeugd heeft doorgebracht. Zijn vader was apotheker; het huis herbergt nog altijd de apotheek van dit bergstadje in het Sudetenland. Fühmann heeft er de laatste keer op 5 mei 1945 bij zijn ouders verbleven. De jonge soldaat had verlof; vijf dagen na de zelfmoord van de ‘Führer’ hielden de Duitse troepen nog stand in Bohemen.

Vader vertelde hoe hij tijdens de Eerste Wereldoorlog samen met de expressionistische dichter Georg Trakl in het leger van de Oostenrijks-Hongaarse Dubbelmonarchie had gediend. De gedichten van Trakl over ondergang en verval zouden Franz Fühmann later als in de DDR wonende schrijver doen inzien dat het geloof in een ‘heile Welt’, een gelukzalige wereld, en in de maakbaarheid van de samenleving volgens een strak ideologisch schema, autoritair denken bevleugelt.

Sudetenduitse minderheid

De volgende dag nam Fühmann afscheid van zijn vader; hij zou hem nooit meer terugzien. De Sudetenduitse minderheid — haast drie miljoen mensen! — werd onteigend en verdreven door de Tsjechoslowaakse regering van Edvard Beneš. Vader Fühmann zou zichzelf van het leven beroofd hebben. Op weg naar zijn compagnie werd de jonge Fühmann tegengehouden door een patrouille van zogenaamde ‘Kettenhunde’, gendarmes die een metalen plaat om de hals droegen. Zijn papieren waren niet in orde. Gelukkig kenden de veldgendarmes hem persoonlijk, anders hadden ze hem als deserteur opgehangen aan de eerste de beste boom.  Amper twee dagen voor de capitulatie van de Wehrmacht…  Fühmann geraakte even later in Sovjet-Russische krijgsgevangenschap verzeild. Vier jaar later kwam hij vrij en vestigde hij zich in de pas opgerichte DDR.

Grensrivier Neiße

Onze tocht gaat over druk bereden landwegen verder naar Liberec, het vroegere Reichenberg, nog altijd in Tsjechië. Het imposante stadhuis in neorenaissancestijl vormde en vormt de coulisse van heel wat speelfilms. Na een middagpauze op weg naar het Duitse Zittau in Sachsen (Saksen), op het drielandenpunt van Duitsland, Polen en Tsjechië. Een stad in een uithoek van Oost-Duitsland, en toch zo verzorgd en kraaknet en vol mooie architectuur.

We volgen de Neiße, grensrivier tussen Duitsland en Polen, stroomafwaarts tot Görlitz. De stad werd tijdens de Tweede Wereldoorlog niet gebombardeerd. Oorspronkelijk telde ze 100 000 inwoners, nu nog maar de helft daarvan. De paar duizend burgerhuizen uit de ‘Gründerzeit’ (de bloeiperiode na de Duitse eenmaking van 1871) zijn bijna allemaal gerenoveerd en in hun oude glorie hersteld, maar vele staan leeg. Een probleem waarmee talrijke Oost-Duitse provinciesteden geplaagd zitten. Vele mensen trekken er weg na de kaalslag door de afbouw van de industrie. Maar Görlitz is een streling voor het oog. De stad geldt als een van de mooiste en best bewaarde van Duitsland. Even over de brug naar de rechteroever, waar Polen ligt. Het vroegere stadsdeel van Görlitz is nu het Poolse Zgorzelec. In 1950 erkende de DDR met het Görlitzer Vertrag de Oder-Neiße-Linie als haar grens met Polen. Het was een van de eerste politieke daden van Georg Dertinger, de ‘burgerlijke’ buitenlandminister van de DDR. Later zou hij in ongenade vallen bij de communisten. Een tragisch lot (zie portret in Doorbraak).

Fichte

De volgende dag trekken we verder naar het 80 mijl westwaarts gelegen Dresden, de hoofdstad van Saksen. Maar eerst nog enkele kleinere steden of oorden bezoeken. Bautzen/Budyšin met zijn middeleeuwse stadskern is tweetalig: de straatnamen zijn er in het Duits en het Sorbisch, de taal van de Sorben, een Slavische minderheid die in de regio Lausitz woont. En vervolgens Rammenau, een dorpje met een prachtig barokslot. Johann Gottlieb Fichte (1762-1814), een van de grote denkers van het Duitse idealisme, zag er het levenslicht als zoon van een arme lintwever. Het geboortehuis is al lang van de aardbodem verdwenen, maar de geest van Fichte waart nog altijd rond in Rammenau.

Begaafdheid is niet genoeg om een groot en beroemd denker te worden; ook de meest begaafde kan een mentor gebruiken. De bewoner van het ‘Schloss’, Freiherr Ernst Haubold von Miltitz, was zo onder de indruk van het talent van de negenjarige Fichte om een preek te herhalen, dat hij hem de kans bood om te studeren. Fichte werd later filosoof aan de universiteiten van Jena en Berlijn. Zijn filosofie weerspiegelde de harde omstandigheden waarin hij als kind was opgegroeid. Het ‘Ich’ weet zich geplaatst tegenover de uiterlijke wereld der objecten, het ‘Nicht-Ich’, en wordt zich daardoor bewust van zichzelf. Het meest bekend werd Fichte met zijn Reden an die deutsche Nation (1808), colleges over de moreel-culturele zending van de Duitsers.

Lessing

Door een prachtig landschap van zacht glooiende heuvels rijden we voort naar het naburige Kamenz waar Gotthold Ephraim Lessing (1729-1781), een van de grote denkers van de ‘Aufklärung’, de Verlichting, geboren werd als zoon van een dominee. Het milieu waarin hij opgroeide, maakte hem gevoelig voor vraagstukken van religie en moraal en deed hem pleiten voor verdraagzaamheid tussen de drie monotheïstische godsdiensten. ’s Avonds wacht ons het zicht, vanop de rechteroever van de Elbe, op het majestueuze Dresden.

Uit het puin herrezen

Het ‘Elbflorenz’, het Firenze aan de Elbe, verzonk in puin door vier geallieerde luchtbombardementen op 13 en 14 februari 1945. Historici debatteren nog altijd over de vraag waarom Dresden het doelwit van een vernietigend bommentapijt werd. Wat er ook van zij, de stad staat symbool voor de 160 Duitse steden (en 850 gemeenten) die tijdens de Tweede Wereldoorlog werden gebombardeerd. Met de heropbouw van het barokke centrum begon men al ten tijde van de DDR. De stad straalt nu weer in volle pracht. Symbool hiervan is de uit het puin herrezen ‘Frauenkirche’. Rond het barokke centrum ligt een gordel van moderne appartements- en kantoorgebouwen. De functionele lelijkheid ervan contrasteert met de schoonheid van de ‘Altstadt’.

Buiten die ring ontvouwen zich ongeschonden woonwijken vol met mooie huizen en villa’s uit de ‘Gründerzeit’. In de ‘Weißer Hirsch’, een ‘Nobelviertel’ (chique wijk), woonde tot aan zijn dood in 1957 Friedrich Paulus, de generaal die op 2 februari 1943 in Stalingrad de capitulatie van het Duitse Zesde Leger ondertekende. Kort daarvoor had Hitler hem tot veldmaarschalk benoemd. Die promotie was geen geschenk, maar een signaal dat Paulus de eer aan zichzelf moest houden. Nooit eerder immers in de Duitse geschiedenis had een Pruisische generaal-veldmaarschalk zich levend in krijgsgevangenschap begeven. Maar Paulus besloot in leven te blijven. Hij liet zich voor de kar van de Sovjets spannen. Bekeerd tot het ‘antifascisme’ bracht hij de laatste jaren van zijn leven door in een mooie villa, een gouden kooi.

Genius loci

Dresden was architectonisch het orgelpunt van een cultuurreis door Silezië en Saksen, regio’s vol mooie steden en heerlijke landschappen, en vooral, waar je ook de genius loci nog in verschillende oorden kunt aanvoelen, zoals uit de reportages over Schloss Klein-Öls en Haus Wiesenstein moge gebleken zijn.

Dit artikel is de derde en laatste reportage over een cultuurreis in het gebied tussen Wrocław, het vroegere Breslau, en Dresden.

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties