Drie absurde verhalen, ma non troppo
Socrates et cetera 10
De regering van Stilstaande Zaken loopt niet zo lekker
foto © Reporters / Imago
De regering is geen regering van Lopende Zaken, maar van Stilstaande Zaken. Met als gevolg: het ontbreekt Socrates et cetera aan inspiratie
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementZoveel is zeker: de regering is geen regering van Lopende Zaken. Het is een regering van Stilstaande Zaken. Met als gevolg dat het Socrates et cetera aan inspiratie ontbreekt. Maar niet getreurd. In zijn literair magazijn is voldoende voorraad om de continuïteit van deze column te garanderen. Onder meer korte verhalen die hij in een gekkenhuis schreef. Ze zouden hem helpen zichzelf weer te vinden, zei de psychiater. Wat gebeurde. Hij schreef ze en werd weer de man die hij altijd geweest was. Over de kwaliteit valt niet te twisten.
Transformatie
De schilder P. Bekaert had zin een schilderij te maken. Hij ging naar zijn atelier, zette een maagdelijk doek op de ezel, nam palet en penseel in de hand en schilderde een ezel. Eenmaal klaar ging hij op kroegentocht.
De volgende dag trok hij naar zijn atelier met wortelen om de ezel te voederen.
Tot zijn verbazing was de ezel een pony geworden. Het ligt aan de verf, dacht hij. Al kan het zijn dat het doek niet goed is geprepareerd.
Enfin, hij stuurde het doek in voor de Prijs Jonge Europese Schilderkunst. De internationale jury vond het raadselachtig. Ze kwamen er niet uit of het een ezel, een pony dan wel een geschoren schaap was.
Het schilderij werd bekroond. De pers was niet eendrachtig in zijn oordeel. Zoveel meningen als er stemmen waren. Wat de waarde van het schilderij ten goede kwam. Het werd op een veiling voor een bedrag met zes nullen afgeklopt en verworven door het artistiek comité van het Universitair Ziekenhuis. Een klusjesman in vaste dienst kreeg de opdracht het op te hangen in het kantoor van de hoofdchirurg van de net vernieuwde afdeling Geslachtschirurgie.
De hoofdchirurg was zeer vereerd en vond het passend. Waar kon het beter hangen dan op de afdeling waar voortdurend patiënten kwamen die niet wisten of ze een ezel dan wel een pony of een geschoren schaap waren? Zelf twijfelde hij nooit. Hij was een dierenliefhebber zonder onderscheid van rang of ras, gewicht of formaat.
Het contract
De auteur is op weg naar huis. Hij komt van zijn uitgever die hem heeft medegedeeld dat zijn verzameling absurde verhalen niet zal worden uitgegeven. Het genre is niet in de mode. Onderweg vindt hij in een berm een revolver. Dit kan geen toeval zijn, denkt hij. Hij neemt de revolver, zet die aan zijn hoofd en haalt de trekker over. Klak! De revolver blijkt niet geladen. De auteur gaat terug naar de uitgever. In diens bureau houdt hij de uitgever onder schot. ‘Een contract,’ zegt hij. ‘In tweevoud! En wel meteen, of ik haal de trekker over.’
De uitgever haalt een contract in tweevoud te voorschijn, vult de stippellijnen in, signeert ze en schuift ze de richting uit van de auteur. Met de revolver in de linkerhand op de uitgever gericht, tekent de auteur met de rechterhand beide contracten en steekt een exemplaar op zak. Een glimlach verschijnt op zijn gezicht. ‘Met een ongeladen revolver bereik je meer dan met een geladen manuscript,’ zegt hij, de revolver naar zijn hoofd brengend. Hij haalt de trekker over. Bang!
Opruiming
Een man liet alle deuren van zijn huis openstaan in de hoop dat dieven met zijn spullen aan de haal gingen. De goedkoopste manier, dacht hij, om de rotzooi waar ik op uitgekeken ben kwijt raak. Hij vertrok op vrijdagmiddag en kwam terug op zondagavond. Niets bleek verdwenen.
Hij verhuisde naar een buurt waar vaak ingebroken werd. Hij liet alle ramen en deuren openstaan en zette de radio keihard. De muziek moest dieven lokken. Hij vertrok. Na drie dagen keerde hij weer. Alles stond op zijn plaats, de radio gaf van katoen.
Hij nam een tas, propte er wat spullen in. Aan het raam hing hij een affiche met het opschrift ‘ALLES GRATIS! — WIE EERST HAALT, BEST MAALT!’
Hij vertrok met een gerust gemoed.
Na een maand kwam hij thuis. Geen haarspeld was verdwenen, evenmin als zijn oldtimer die in de garage met open poort stond te blinken, sleutel op het slot.
Hij dacht, is het nu werkelijk zulke rommel dat zelfs geen dief er profijt in ziet.
Hij belde een kringloopwinkel en vroeg om zijn rommel op te halen. De uitbater beloofde dat de volgende dag een ploeg langs zou komen. Twee mannen kwamen, keken rond en namen hem mee.
Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.
Milo Rau vertrekt bij het NT Gent. Hij zag zijn benoeming enkel zag als een tussenstap op de weg naar zonniger bestemmingen.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.