Eco-jeunisme
de Culturele Revolutie in Vlaanderen?
Spijbelen voor het klimaat.
foto © Youtube
Cynisch doen over de betogende jeugd is zinloos, maar misbruik en ontsporing van jeugdopstanden zijn nooit ver weg.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementNoch de Francken-visa, noch de Farma-gate van Maggie De Block beheersten de voorbije dagen de politieke agenda. Wel een ecologistische jeugdopstand, geleid door jochie Anuna De W
De Wever sproot voort uit een sociologe en een planoloog en is noch meisje noch jongen. Kan het nog beter? A pure ecostar is born! Politici van links en rechts lopen elkaar voor de voeten om het idealisme van deze acné-activisten te prijzen en schrijven in allerijl nieuwe paragrafen in hun verkiezingsprogramma’s waarin zij om ter strafst maatregelen aankondigen om de klimaatopwarming tegen te gaan.
Meyrem Almaci kijkt vanuit haar groene hemeltent genoegzaam toe en telt bij elke betoging het aantal zetels waarmee haar groene fracties zullen aangroeien. Spijtig dat er geen stemplicht is vanaf veertien jaar, zoals destijds het ANC in Zuid-Afrika voorstelde. Dan zat een groene premier er zeker in.
De zuiverheid van de jeugd
Een jeugdopstand heeft steeds iets aandoenlijk, omdat het zuiverheid uitstraalt. Het engagement is eerlijk en gericht op de lange termijn. Jongeren zitten nog niet vastgenesteld in de bekommervolle wereld van loopbaan, werkzekerheid, gezin, belastingen. Hun lange levensverwachting duwt hun blik automatisch op de lange termijn.
Over jeugdopstanden moet, zoals die andere De Wever terecht zei, niet cynisch gedaan worden. Volwassenen hebben inderdaad de neiging dit fenomeen te reduceren tot een niet door de schoolkalender voorziene bosklas en hopen dat de dreiging met strafstudies de jochies snel terug op de schoolbanken brengt. Zelf heb ik ook deze brombeerachtige neiging, maar ik onderdruk die al snel wanneer ik aan mijn eigen onnozelheden uit de tijd van Leuven-Vlaams of mei 68 terugdenk.
Naar de jeugd moet zeker geluisterd worden. Problematisch wordt het echter wanneer jeugdigheid een argument op zichzelf wordt en het waarheids- en redelijkheidsgehalte van een opinie niet afgemeten wordt aan de inhoud van die opinie zelf maar aan de hoedanigheid van de persoon die ze formuleert. De jeugd heeft altijd gelijk, want de jeugd vertegenwoordigt de toekomst en wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Dit ‘ideologisch jeunisme’, ontspoort snel in een totalitaire logica. Wat de jeugd uitkraamt – of wat men de jeugd doet uitkramen- wordt als onweerlegbare waarheid vooropgesteld. Elk bezwaar ertegen wordt automatisch weggezet als een kramp van de ‘oude vormen en gedachten’.
Bruine en rode jeugdopstanden
De twintigste eeuw biedt ons twee onzalige voorbeelden van jeugdopstanden, die wonderwel pasten in de agenda van totalitaire regimes.
De boekenverbrandingen in Nazi-Duitsland in april-mei 1933 hadden het karakter van een spontane jeugdopstand. Anders dan doorgaans beweerd, was die boekenverbranding niet georganiseerd in het partijhoofdkwartier van de NSDAP, maar door een netwerk van studentenverenigingen van de Deutsche Studentenschaft. Die wilden afrekenen met hun verouderde burgerlijke, liberaal-democratische, Joodse en bolsjewistische professoren. Alles wat zogezegd ‘on-Duits’ was moest in het vuur. Een nieuw onbezoedeld tijdperk was aangebroken.
In 1966 ontstond in China op grote schaal de jeugdopstand van de Roodgardisten. Ook deze jeugdopstand was niet gepland door de partijhoofdkwartieren, maar werd uitgelokt door de oproepen van grote leider Mao. De studenten kregen van hun leraars vrije tijd om ‘dazibao’s’ (muurkranten) te maken waarop niet alleen slogans werden geschilderd, maar waarop hun leraars, professoren, partijkaders, bestuurders en zelfs de eigen ouders beschuldigd werden van de grofste misdaden tegen de leer van Mao Tse Tung. De jeugdopstand van de Roodgardisten tijdens de Culturele Revolutie leidde naargelang de schattingen van 1,8 tot 8 miljoen doden. Wie de Roodgardisten durfde tegen te spreken was blijven steken in verouderde gedachten, was een reactionair en moest heropgevoed worden. Hij stond een paradijselijke toekomst in de weg.
Klimaat-onverdraagzaamheid
Misbruik en ontsporing van jeugdopstanden zijn, gezien de historische ervaringen, nooit ver weg. Ook met deze ecologische geïnspireerde jeugdopstand is het opletten geblazen. Hun volwassen geestesgenoten blinken immers niet uit in intellectuele verdraagzaamheid. Ecodiva Tine Hens pleitte in De Afspraak onomwonden voor het weren van elke klimaatsceptische stem uit de openbare media. Klimaatscepticisme moet samizdat zijn, zoals in de goede oude Sovjet-Unie. Dit is geen alleenstaande lapsus.
Klimaatsceptici – geen negationisten, let wel- zoals Björn Lomborg, werden door hun academische collega’s deskundig geïntimideerd in allerlei commissies en publieke fora. Terecht vroeg Rob Vermeire zich in Doorbraak van 27 januari af wat de klimaatalarmisten, toch zo onverbiddelijk overtuigd van hun groot gelijk, te vrezen hebben van wat klimaatsceptische tegenspraak. De koppeling van een eco-jeunistisch discours met deze eco-alarmistische onverdraagzaamheid houdt een groot gevaar in voor de openheid van het democratische debat in de toekomst.
Einde van de planeet en einde van de maand
Het gevaar wordt des te groter naarmate de frustratie over het trage en beperkte karakter van klimaatmaatregelen groeit. Politici moeten immers niet alleen rekening houden met kiezers die inzitten met het einde van de planeet, maar ook met kiezers die inzitten met het einde van de maand. De aspiraties en belangen van groene en gele hesjes zijn op korte termijn gewoonweg onverenigbaar.
Vele klimaatmaatregelen snijden onverbiddelijk in het maandbudget van de minder bemiddelden – waartoe de groene elites niet behoren – en drijven brede sociale groepen naar een toestand van moderne subsistentie: voldoende eten, voldoende kleren, voldoende verwarming, een modeste woning buiten de stad en verder niets. Geconfronteerd met deze vraag liet ecostar Anuna meteen in haar kaarten kijken. De kosten van de klimaatmaatregelen moeten gedragen worden door de grote vermogens. De gele hesjes zullen rustig slapen.
‘The cold light of science’
Er zit niets anders op dan koelbloedig te reageren op deze jeugdopstand en de klimaatalarmistische campagne. Alleen klimaatmaatregelen die in ‘the cold light of science’ een aantoonbaar effect hebben zijn verantwoord. Bovendien kunnen zij slechts doorgevoerd worden wanneer zij niet te fel snijden in de beurs van de minder bemiddelde burgers. We moeten hopen dat onze welvaart milieuvriendelijker wordt dankzij de technologische ontwikkeling. In die zin is, zoals Paul De Grauwe in De Morgen terecht stelt, het quasi religieus afwijzen van nieuwe en gesofisticeerde kernenergie onbegrijpelijk.
Indien de welvaart en vooral het aantal welvarenden echter sneller groeit dan de technologie die de ecologisch negatieve effecten ervan weet te neutraliseren, dan komt de aarde inderdaad in de problemen. Het zwaartepunt van de komende welvaartsgroei ligt echter niet in Europa noch in Noord-Amerika. Wel in China en Indië met hun 2,663 miljard inwoners. Indien zij welvarend worden op de wijze zoals wij het in het nabije verleden werden, ziet het er niet goed uit. Dit houdt meteen in dat ook het probleem van de bevolkingsgroei centraal moet gesteld worden. Etienne Vermeersch, de Socrates van Vlaanderen, hield niet op dit element te benadrukken.
Ik hoop dat de spijbelaars ook deze boodschap overnemen.
Boudewijn Bouckaert (1947) is emeritus hoogleraar rechten en 'law and economics' aan de Ugent. Hij was Vlaams Parlementslid voor LDD en voorzitter van de klassiek-liberale club Nova Civitas en van het Overlegcentrum voor Vlaamse Verenigingen. Vandaag is hij voorzitter van de klassiek-liberale denktank Libera!
Een groots opgezette studie in de Verenigde Staten toont aan dat de ‘hillbilly-tragedie’ van J.D. Vance reëel is: de Amerikaanse blanken boeren achteruit.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.