Een jaar N-VA in de Belgische regering: het knettert niet meer
Volgens Bart Maddens verliest de N-VA zichzelf door Belgisch te regeren. De vonk verdwijnt.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOoit woonde ik een N-VA-congres bij. Het was begin mei 2002, in Leuven. Toen congresvoorzitter Bart De Wever een staande ovatie kreeg sprak hij de historische woorden: ‘Straks ga ik hier nog beginnen te blèten gelijk den Bert.’ Maar mij is vooral een andere uitspraak bijgebleven. Het was iets wat ondervoorzitter Eric Defoort zei (tja Eric, dat is nu eenmaal het lot van grote redenaars: hun woorden zinderen altijd lang na).
‘Als Vlaams-nationalist moet het knetteren in je hoofd’. Ik vond dat toen een wat vreemde uitspraak. Eric Defoort kan toch niet bedoeld hebben dat een beetje Vlaams-nationalist knettergek is? Toenmalig N-VA-voorzitter Geert Bourgeois vond dat blijkbaar ook maar een rare manier van zeggen. Tenminste, als we Defoort zelf mogen geloven. Want in een interview anderhalf jaar later liet hij zich ontvallen: ‘Ik heb tegen Geert Bourgeois eens gezegd: laat het eens knetteren in je hoofd. Hij vond dat een raar werkwoord.’ (De Standaard 1 oktober 2003).
Defoort was overigens goed op dreef in dat interview: ‘Kruideniers die te paard stijgen, wanen zich huzaren. Dat heb ik, als N-VA’er, ooit gezegd over de spiritisten die naar alle partijen uiteenstoven. Maar kruideniers die over de vlakte stormen, dat is de N-VA, weet ik nu.’
Kruideniers die over de vlakte stormen. Dat is inderdaad de N-VA ten voeten uit. De N-VA is vandaag meer dan ooit een partij van kruideniers, een partij van centjes en procentjes. Een partij die grossiert in relatief onbenullige maatregelen (‘Krabbelen hier en wat schrapen daar’ aldus Johnny Thijs in de Tijd van vorig weekend) die ze vervolgens als Grote Verandering aan de man probeert te brengen. Zoals die gladde deur-aan-deur verkopers van vroeger. Of zoals Maurits Coppieters ooit zei over de Volksunie: ‘De roeping om de bouwers van het nieuwe Vlaanderen te zijn, werd ingeruild voor de kleinburgerlijke en kleurloze ambitie managers van de Belgische crisis te worden.’
Ach, dat er in Antwerpen een paar zwaarbewapende Belgische para’s rondlopen (met op hun buik een bordje ‘u aangeboden door de N-VA’), voor mij niet gelaten. Maar is het dáárvoor dat generaties flaminganten hebben gestreden ? Dat er een indexsprong wordt overgeslagen en dat we met zijn allen wat langer zullen moeten werken, het zal allemaal wel nuttig en noodzakelijk zijn. Maar is dat nu de ultieme realisatie van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd?
Het niet onaanzienlijke politieke talent dat geaccumuleerd zit in de N-VA wordt tegenwoordig vooral ingezet om excuses te bedenken voor het zwijgen over het confederalisme. ‘We hebben geen bondgenoten’ is het jongste excuus van Peter De Roover (Het Nieuwsblad, 29 september). Stel je voor dat de socialisten op het einde van de negentiende eeuw hadden gezegd: ‘Sorry jongens, dat algemeen stemrecht, dat is allemaal goed en wel, maar daar hebben we geen bondgenoten voor, daarover zwijgen we dus’. Dan zaten we vandaag nog met het cijnskiesrecht. Een overdosis aan pragmatisme en Realpolitik smoort het knetteren van de idealen.
En ja, geloof het of niet, maar dat knetteren van Eric Defoort, dat bestaat echt. Ik heb het vorige maand zelf ervaren in Barcelona: de zinderende dynamiek van de Catalaanse onafhankelijkheidsbeweging, de twee miljoen separatisten op de Via Lliure, de lucht zwanger van revolutie: dat doet je hoofd inderdaad knetteren.
En als de Catalanen op 27 september dan de poort naar de vrijheid openbeuken, wat doet de N-VA? De hoop uitspreken dat Catalonië nu zo snel mogelijk onafhankelijk wordt? Nee, dat woord krijgen ze daar echt niet meer over de lippen. In de plaats daarvan zegt Bart De Wever gortdroog: ‘Ik kan enkel de hoop uitdrukken dat de Spaanse en Catalaanse regering zonder wederzijdse taboes samenwerken om tot een politieke uitkomst te komen.’ Qué ?! Welk taboe moet de onafhankelijkheidsbeweging dan wel laten varen? Dat Catalonië onafhankelijk moet worden? God verhoede dat Junts pel Sí evenveel ijver aan de dag legt in het laten varen van taboes als de N-VA. Want dan wordt Artur Mas binnenkort minister van Financiën in de Spaanse regering Rajoy, alwaar hij er nauwgezet op kan toezien dat de miljardentransfers vanuit Catalonië onverminderd verder gaan.
Het is met een ideaal zoals met een kampvuur. Als je het brandend wil houden, dan moet je er constant houtblokken op leggen. Als je wil dat de idealen blijven knetteren en oplaaien, dan moet je ze voortdurend zuurstof geven, moet je er constant op hameren, moet je dag in dag uit overtuigen, sensibiliseren, mobiliseren. Als je erover zwijgt, zoals de N-VA nu doet met het confederalisme, dan dooft het ideaal onvermijdelijk uit.
Zeker, af en toe wordt er nog een twijgje op het vuur gegooid. Soms zelfs een stok. Maar die zorgen hoogstens voor een kortstondige opflakkering. Als de N-VA zich niet snel herpakt en niet opnieuw voluit het voortouw neemt in de strijd voor zelfbestuur, dan dreigt er in 2019 enkel nog een smeulend hoopje as over te blijven. Koning Filip kan daar eens stevig op plassen, naar aloude scouts-traditie. Van de N-VA-idealen zal dan niets meer resten dan een stinkende walm, die snel zal vervliegen in het vale ochtendlicht.
Foto (c) Reporters
Bart Maddens (1963) is germanist en politieke wetenschapper. Als student was hij actief in het KVHV van Leuven en in de Volksunie-Jongeren. In de jaren 1990 was hij lid en bestuurder van het IJzerbedevaartcomité. Vandaag publiceert hij regelmatig opiniestukken over de Vlaamse Beweging en de staatshervorming. Hij is auteur van onder meer 'Omfloerst separatisme. Van de vijf resoluties tot de Maddens-strategie'.
De Union des Francophones (UF) bestaat nog. En haar zetel bevindt zich in het MR-hoofdkwartier.
De laatste Amerikapodcast voor de presidentsverkiezingen: over een eekhoorn, vuilnis en slechte grappen.