Eén levensbeschouwelijk vak: what is the problem?
LEF is slechts mogelijk mits de heropwaardering van de leraar, stelt Ludo Abicht.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementMisschien heb ik te lang in het buitenland gedoceerd, maar ik kan met de beste wil de commotie rond en tegen het voorstel, om alle hier relevante godsdiensten en levensbeschouwingen in één vak te behandelen, niet begrijpen. Uiteraard heeft de Israëlische historicus Shlomo Sand gelijk, wanneer hij in zijn laatste boek (Sand: 2012) schrijft: ‘(…) whereas politics is an arena of painful compromise, historical scholarship must be as devoid of compromise as possible.’ Tot nader order gaat het in het onderwijs nog steeds om de vorming van mensen met een kritische wetenschappelijke geest, en niet in de eerste plaats om de specifieke training van diplomaten of politici. Die politici zullen in onze nog steeds institutioneel verzuilde maatschappij werk genoeg hebben om de aan de gang zijnde overgang van ‘passief pluralisme’, waarbij iedereen netjes binnen zijn zuil kon leven en sterven, naar ‘actief pluralisme’ te realiseren, hoogstwaarschijnlijk tegen de prijs van pijnlijke compromissen. Maar dit mag in geen geval gelden voor theoretici en leerkrachten die een heel andere taak hebben. Een goed uitgebouwde en evenwichtige cursus ‘inleiding in de filosofie’ of ‘culturele stromingen’, en dergelijke cursussen worden al op heel veel plaatsen in het buitenland met succes gegeven, zou inderdaad zoveel beter (actiever, opener) zijn dan een cursus in de ene eigen levensbeschouwing.
Het klopt dat er ook nu al leerkrachten godsdienst en moraal aan het werk zijn, die hun vak zodanig opengetrokken hebben dat het in feite neerkomt op zo’n algemene inleiding in het denken, met het noodzakelijke respect voor andere opvattingen. Deze mensen zijn vanzelfsprekend niet ‘neutraal’ – wat een vreselijk denigrerend woord overigens -, maar gewoon groter dan hun eigen levensbeschouwelijk gelijk. Het zijn mensen als zij die geschikt zouden zijn om zo’n algemene cursus te doceren, in het spoor van grote denkers als de katholieke theoloog Hans Küng, van wie men zou zweren dat hij ‘moslim is met de moslims en jood met de joden’ over wie hij erudiet en met grote empathie schrijft. Of een man als Rüdiger Safranski, die zowel over Heidegger als Schopenhauer en Nietzsche als Schiller kan schrijven, zonder zich ook maar één moment ‘neutraal’ op te stellen, maar wel geïnformeerd en genuanceerd blijft zoals het hoort.
Indien Küng gelijk heeft met zijn motto, dat ‘de vrede tussen de volkeren (en binnen één multiculturele bevolking) slechts mogelijk is op basis van een permanente open dialoog over de fundamenten van al die levensbeschouwingen’, en ik denk dat hij overschot van gelijk heeft, dan moeten we daar vandaag al aan beginnen. Eerst de grondslagen, dan de pedadogisch aangepaste vertaling ervan en daarna, liefst zo miniem mogelijk, de onvermijdelijke compromissen om die inzichten te implementeren. Het einddoel is duidelijk en waardevol, de weg er naartoe is afgetekend, maar het grote probleem zal, alweer, de zware opdracht voor de leerkrachten in hun klassen zijn die dit concreet moeten waarmaken. Misschien wordt het tijd dat we dit beroep eindelijk naar waarde beginnen te schatten en het in alle opzichten aantrekkelijker maken, zowel financieel als door de waardering ervan in de publieke opinie? Ik heb in principe niets tegen een goedbetaalde bedrijfsmanager of Europese ambtenaar, maar is het niet godgeklaagd dat die heren (en enkele dames) tien tot twintig maal meer verdienen dan de dames (en enkele heren) die onze kinderen moeten opvoeden? Waar zijn onze prioriteiten? Tijd dus voor een sociaal en ethisch verantwoorde loonshift naar de onderwijsmensen die veel meer dan politieagenten en paracommando’s op lange termijn de toenemende onzekerheid en onveiligheid in onze samenleving kunnen opvangen en keren, omdat ze dag na dag en jaar na jaar de confrontatie aangaan met de veelvoud aan godsdiensten en levensbeschouwingen die we rijk zijn. Vanzelfsprekend moeten de opvoeders hiervoor opgevoed worden, maar we weten uit ervaring dat dit mogelijk is. Was dit niet de belofte die we onszelf gedaan hebben tijdens de Verlichting, of hebben we dit nobele streven, één van de mooiste projecten uit de geschiedenis van de mensheid, intussen verslagen ingeruild voor angst en broedertwist en schande?
© Reporters
Tags |
---|
Personen |
---|
Ludo Abicht (1936) studeerde klassieke en Germaanse filologie en filosofie. Doceerde literatuur en filosofie in Canada, de VS, aan UGent, UAntwerpen en P.A.R.T.S. (Brussel). Publiceerde over ethiek, jodendom, het Palestijnse vraagstuk, de Bijbel, nationalisme en interculturaliteit. Ecotoop: de dissidente minderheid (marxist in de Vlaamse Beweging, flamingant binnen radicaal links, Bijbellezer binnen de vrijzinnigheid, Hegeliaan binnen een postmodernistisch paradigma, irritant niet-politiek correct). Resultaat: tegelijkertijd een eeuwige loser én een militant verdediger van de hoop.
Dit boek wordt voorgesteld als een faction, een historische roman die gebaseerd is op ware feiten, waarin de witte plekken, bijvoorbeeld de gesprekken en discussies, zo waarheidsgetrouw mogelijk worden gereconstrueerd. Het is een genre waarvan onder meer de Engelse auteur Hilary Mantel [https://boeken.doorbraak.be/boekzoeker/?search=Hilary+Mantel] het grote voorbeeld geworden is, maar dat we ook bijvoorbeeld terugvinden in het fictieve hoofdpersonage …
Een groep vrienden woont op een ruw eiland voor de kust van IJsland de begrafenis van een medestudente bij, maar al snel volgen er vreemde gebeurtenissen.