Forum
Van offensieve naar defensieve soevereiniteit
Veteraan Steven Arrazola de Oñate schrijft over de toekomst van het Europese defensiebeleid.
—
Steven Arrazola de Oñate diende zijn land in het Belgische leger. Hij was o.m. gestationeerd in Kandahar (Afghanistan), een ervaring waarover hij zijn meest recente boek, ‘Ooit was ik een soldaat’ schreef.
foto © Unsplash
Veteraan Steven Arrazola de Oñate schrijft over de toekomst van het Europese defensiebeleid.
Het klinkt als een paradox: terwijl we streven naar vrede, groeien de militaire uitgaven wereldwijd naar een historisch hoogtepunt. Ze bereikten in 2022 een absoluut record. Alle landen samen gaven ruim 2.000 miljard euro uit aan militaire infrastructuur.
Europa, met zijn recente dertien procent toename in defensie-uitgaven, staat in de schijnwerpers. De spanningen in Oekraïne hebben die stijging aangewakkerd, maar het is niet alleen een kwestie van regionale onrust. Het weerspiegelt een bredere trend van afhankelijkheid van offensieve strategieën, waarbij Amerikaanse belangen vaak als drijvende kracht fungeren.
Onderinvestering
België deed vorig jaar nog alsof het deze trend ook ging volgen en zette in de Kamer het licht op groen voor de militaire programmawet, die het budget van defensie tot 2030 met ruim tien miljard euro optrekt. Het valt af te wachten of dat bedrag effectief wordt toegekend, want in het verleden werd het ook al vaker aangekondigd maar nadien bij een besparingsronde telkens teruggedraaid.
Ons land investeerde de afgelopen jaren amper iets meer dan 1,1 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in Defensie, terwijl de NAVO-norm op twee procent ligt. Met tien miljard euro extra – mochten die er deze keer echt komen – komen de uitgaven in 2030 op 1,54 procent van het bbp. Nog altijd onvoldoende om een goed werkend defensieapparaat op te bouwen.
Verslaving
Ik spreek hier wel degelijk over een defensieapparaat en niet over de huidige manier waarop we met ons land en gans Europa blind meegaan in het offensieve gegeven waarin de Amerikanen al decennialang excelleren. Het lijkt wel een verslaving om overal ter wereld de lakens te kunnen uitdelen. Bovendien draaien ze er hun hand niet voor om om regimes die hen niet gunstig gezind zijn te vervangen door stromannen die wél hun belangen dienen.
Het meest bekende voorbeeld was Operatie PBSUCCESS, een door de CIA georganiseerde staatsgreep in Guatemala die de democratisch gekozen regering van Jacobo Árbenz Guzmán in 1954 uit het zadel stootte. En de CIA is daar nooit meer mee gestopt. Hetzelfde gebeurde in Iran (1957), Congo (1960), Chili (1970), Afghanistan (1979), Polen (1980), Panama (1989), Zaïre (1996), Joegoslavië (2000), Kyrgyzstan (2005) en Libië (2011).
Dit zijn voorbeelden waar geen twijfel over bestaat, omdat de Amerikanen het ook hebben toegegeven. Er zijn nog een heel aantal andere landen waar de CIA vermoedelijk ook een zeer bedenkelijke rol heeft gespeeld. Velen zullen het niet graag lezen, maar de situatie in Oekraïne had er vandaag heel anders uitgezien als de VS zich niet hadden gemoeid…
Ontbinding
Het is helaas een feit dat de Europese lidstaten de afgelopen decennia vaak gemakkelijk zijn meegegaan in militaire interventies. Het is van groot belang dat we lessen trekken uit deze ervaringen om dergelijke situaties in de toekomst te voorkomen. Naar mijn mening zou het een mogelijke oplossing kunnen zijn de NAVO te ontbinden en in plaats daarvan te streven naar een nieuwe militaire alliantie tussen Europese lidstaten, onafhankelijk van de Amerikanen en Canadezen en met de nadruk op defensieve capaciteiten.
Het is namelijk niet onze verantwoordelijkheid om overal ter wereld politieagent te spelen. We hebben altijd beweerd dat we dat deden om onze democratie te beschermen, maar achteraf blijkt vaak dat er andere, meestal niet-democratische, belangen in het spel waren.
Door de NAVO te ontbinden en te kiezen voor een nieuwe Europese militaire alliantie, kunnen de Europese lidstaten hun focus verleggen naar defensieve capaciteiten. Dat zou betekenen dat de nadruk ligt op het beschermen van de eigen territoriale integriteit en het waarborgen van stabiliteit binnen Europa. Het betekent niet dat we ons volledig afsluiten van mondiale vraagstukken, maar wel dat we selectiever en kritischer zijn in onze militaire betrokkenheid buiten Europa.
Een dergelijke heroriëntatie zou ons in staat stellen om meer in lijn te handelen met onze eigen belangen en waarden, en zou ons ook de mogelijkheid bieden om een meer onafhankelijke positie in te nemen ten opzichte van andere grootmachten.
Zwitserland
Idealiter zouden we met heel Europa de neutraliteit van Zwitserland kunnen overnemen. Zwitserland heeft het statuut van neutraal land, waardoor de integriteit en de onschendbaarheid van zijn grondgebied is gegarandeerd. Maar dat wil niet zeggen dat Zwitserland geen defensie heeft. Het land beschikt over een sterke en gereputeerde defensie; er is nog altijd dienstplicht.
Ik kreeg in het verleden de kans om enkele militaire eenheden in Zwitserland te bezoeken en aan de professionaliteit van hun militairen kan geen enkel Europees land tippen. Zij zijn perfect voorbereid op elke mogelijke aanval, zelfs al beseffen ze zeer goed dat de kans bijna onbestaande is dat ze ooit aangevallen zullen worden. Daarnaast wordt de dienstplicht daar als een meerwaarde gezien voor het bedrijfsleven. De dienstplicht draait immers niet enkel om het leren omgaan met een wapen (dat ze trouwens allemaal mee naar huis mogen nemen), maar eerder om het aanleren van normen en waarden en respect.
Europa kan en moet een leidende rol spelen in het herdefiniëren van militaire betrokkenheid. Door te focussen op defensieve strategieën en een meer onafhankelijke positie in te nemen, kunnen we niet alleen onze eigen belangen beter dienen, maar ook een stabielere en vreedzamere wereld nastreven. De tijd is rijp voor een paradigmaverschuiving, weg van agressieve offensieve strategieën, naar een Europa dat vrede en stabiliteit nastreeft door middel van defensieve soevereiniteit.
Laten we leren van het verleden en bouwen aan een toekomst waarin conflicten worden voorkomen in plaats van bestreden.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Personen |
---|
Steven Arrazola de Oñate diende zijn land in het Belgische leger. Hij was o.m. gestationeerd in Kandahar (Afghanistan), een ervaring waarover hij zijn meest recente boek, ‘Ooit was ik een soldaat’ schreef.
Mark Elchardus: ‘Veel van het klagen dat we horen, komt van een relatief kleine groep professionele, gesubsidieerde klagers.’
Rik Van Looy had geen talent om vergeten te worden. Glansprestaties waren in zijn geval de regel. Rik Torfs brengt een eerbetoon aan zijn gouwgenoot.