Een positief verhaal
Wie verslaat Mathias De Clercq in de kunst van de politieke platitude?
Het troubadourstrio van Open VLD: Van Quickenborne, De Clercq, en De Gucht junior
foto © Reporters / Christophe Vander Eecken
In een interview voor De Zondag keert Mathias De Clerq zich tegen vaagheden en holle woorden.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementMathias De Clercq heb ik voor het eerst op de televisie gezien op de avond van de gemeenteraadsverkiezingen. Hij dacht toen dat hij tot burgemeester verkozen was. Mathias verklaarde voor de camera dat hij de Gentenaren een ‘positief verhaal’ zou brengen. Of misschien was het een ‘progressief verhaal’; ik weet het bijvoeglijk naamwoord niet meer precies, omdat ik streepjes aan het zetten was iedere keer dat hij het woord ‘verhaal’ uitsprak.
Vandaag is Mathias burgemeester, en hij wordt geïnterviewd door De Zondag, samen met zijn ambtgenoot Mohamed Ridouani van Leuven. In dàt interview wordt Mathias afgetroefd door de Leuvenaar, die het woord ‘verhaal’ acht keer gebruikt, tegen Mathias één keer. Mathias spreekt één keer van een ‘liberaal verhaal’, terwijl Ridouani het heeft over een ‘aantrekkelijk verhaal’, een ‘sterk verhaal’, een ‘breder verhaal’ en natuurlijk ook een paar keer een ‘positief verhaal’.
Eigendunk
Ik heb ooit eens geschreven dat liberalen gemakkelijk last hebben van eigendunk. Mathias heeft dat een beetje. ‘Een burgemeester moet een bruggenbouwer zijn,’ zegt hij. ‘Ik krijg dat compliment vaak te horen.’
Dat zie ik levendig voor mij. Mathias komt een volkscafé binnen en bestelt een rondje. Een mannetje trekt discreet aan zijn mouw. ‘Burgemeester,’ mag ik eens iets zeggen?’ ‘Gentenaar, spreek,’ antwoordt Mathias. ‘Ik vind,’ zegt het mannetje, ‘dat u toch zo’n bruggenbouwer bent.’ Mathias zijn borst zwelt, om het met het woord van de dichter te zeggen, tot slagschiphoogte. En zo’n scène voltrekt zich dan niet één keer, maar ‘vaak’.
Mathias is een man die houdt van heldere en duidelijke stellingnames. Zijn partijgenoot Van Quickenborne vindt dat Open VLD naar rechts moet opschuiven. ‘Dat zijn zo van die holle uitspraken,’ blaast De Clercq. ‘Wat is naar rechts opschuiven?’ De klassieke partijen, zegt hij nog, ook de zijne, zijn ‘bang van duidelijke standpunten.’ Daar heeft hij misschien gelijk in.
Optimistisch, waakzaam, verbindend, …
Aan die vaagheden en holle uitspraken wil Mathias niet meedoen. Zijn eigen standpunten zijn zo duidelijk als de neus op zijn gezicht*. Er moet een ‘écht beleid’ komen. Het ‘geloof in de politiek’ moet worden ‘hersteld’. Politici moeten ‘optimistisch’ zijn, en ‘waakzaam’, en ‘verbindend’, en ‘evenwichtig’. Al die dingen moeten ze doen ‘elke dag opnieuw’. Kijk, dat is ten minste een duidelijk verhaal.
En aangezien het ook nog eens positief is, zijn we helemaal waar we wezen moeten.
* Misschien is Mathias iets minder helder als hij zijn afgrijzen uitspreekt voor de Vlaamse canon. Hij noemt dat het ‘heropbouwen van een mythisch gereconstrueerd verleden’. Ook zonder dat héropbouwen van die réconstructie, blijft het een duistere gedachte, vooral ook omdat de inhoud van die canon nog niet bekend is.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Philippe Clerick (1955) studeerde romanistiek en germanistiek en is leraar Nederlands. Politiek ongebonden na een extreemlinkse jeugd. Hij houdt een Clericks weblog bij van wat hem te binnen valt over Karl Marx, Tussy Marx en Groucho Marx. En al de rest.
Verplicht Nederlandse taalles voor nieuwkomers: is dat dwang? Dwang die tot een haat jegens het Nederlands leidt? Philippe Clerick meent van niet.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.