Een referendum over de toekomst van België?
Franstalig gepeins over de toekomst van dit land
Marc Uyttendaele
foto © Reporters
Politicoloog Vincent de Coorebyter verzucht in Le Soir dat we op federaal vlak in een doodlopend straatje zijn beland. Waarom dan niet eens nieuwe wegen proberen, zoals een referendum over de toekomst van dit land?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementPoliticoloog Vincent de Coorebyter verzucht in Le Soir dat we op federaal vlak in een doodlopend straatje zijn beland. Dat is bekend terrein. Waarom dan niet eens proberen ons op geheel onbekend terrein te wagen: een referendum over de toekomst van dit land.
België op onbekend terrein
Dat gewaagd voorstel van referendum is het resultaat van een interessant dubbelgesprek in Le Soir met de Coorebyter, eminent professor aan de ULB en topadvocaat Marc Uyttendaele. De standpunten van beide heren vertalen goed de heersende opvattingen over de politieke toestand van België.
De moeilijkheid om tot een federale regering te komen, heeft er volgens Uyttendaele alles mee te maken dat de regering Michel geen verklaring tot herziening van de grondwet liet stemmen. Dat er dus nu niet over het essentiële kan gediscuteerd worden. ‘Het is alsof je een grote maaltijd moet klaarmaken met een lege ijskast,’ zo stelt hij. Bij de vorige crisis in 2014, toen het 541 dagen duurde voor er een regering werd gevormd, werd er tenminste over iets concreets gepraat: over de zesde staatshervorming. Nu is er veel tijd verloren gegaan. Uyttendaele is bijzonder streng voor de informateurs-missie van Reynders en Vande Lanotte die hij ‘grotesk’ noemt en tot helemaal niets diende, tenzij wat tijd te winnen.
Uyttendaele, getrouwd met Laurette Onkelinx en samen met haar tot het laatst fervent verdediger van de afgezette Brusselse burgemeester Yvan Mayeur, houdt van sterke uitspraken, zoveel is duidelijk. Een paar dagen na de vorige verkiezingen pleitte hij al meteen voor een nieuwe stembusslag, omdat hij geen uitweg zag door de extreme polarisatie van de partijstandpunten. Hij vreest nog altijd dat het uiterst moeilijk zal worden om de Belgische politiek te laten uitblinken in haar traditionele specialiteit van het compromis. Met De Coorebyter is hij het erover eens dat zo’n compromis eerbaar kan zijn. Maar er is onder politieke intellectuelen ook een andere visie gegroeid: kunnen partijen waarvan de standpunten zo ver uit elkaar liggen als PS en N-VA tot een overeenkomst komen, zonder er door hun achterban van beschuldigd te worden macht boven principes te stellen?
Eerbaar compromis op z’n Zwitsers?
De Coorebyter herinnert aan de interessante Zwitserse formule, waar de staatsstructuur het compromis verplicht: de federale regering bestaat daar uit zeven ministers, die de zeven politieke partijen uit het parlement vertegenwoordigen. Dat maakt dat ook een nationalistisch-populistische partij deel uitmaakt van de regering. Maar de regering kan er niet anders dan te overleggen met iedereen om tot een compromis te komen.
Zo werkt het Belgisch systeem niet. De winnaars van de verkiezingen kunnen hier niet verplicht worden om met elkaar te regeren. Op lange termijn kunnen electorale verhoudingen die zo uiteenlopen aan de twee kanten van de taalgrens tot een politiek explosieve situatie zorgen, zo menen beide Franstalige politicologen. De Coorebyter wil zich echter niet opsluiten in een ’twee democratieën’-discours. Wie kijkt naar opinie-onderzoeken in plaats van naar verkiezingsuitslagen, ziet dat het verschil tussen de publieke opinie in het zuiden en het noorden van dit land niet zo groot is. Ook in Wallonië beroert een thema als migratie de gemoederen.
De bevolking aan het woord
En zo komt Marc Uyttendaele met een gewaagd voorstel. Waarom niet rechtstreeks aan de bevolking vragen of ze dit land willen behouden? Hij geeft het voorbeeld van Quebec waar er ook referenda zijn geweest over onafhankelijkheid. Toen bleek dat daar geen meerderheid voor te vinden was, moesten de politieke partijen zich daar wel bij neerleggen. In Vlaanderen is maximaal 15% van de bevolking gewonnen voor een autonoom Vlaanderen; de electorale vertaling daarvan is helemaal anders. Volgens Uyttendaele zou een referendum aantonen dat een meerderheid van de Vlamingen de separatistische einddoelen van Vlaams Belang en N-VA niet volgt.
De Coorebyter geeft toe dat hij het idee van een referendum onvoldoende heeft onderzocht om er zich over uit te spreken. Interessant is dat hij zowel als Uyttendaele geloven dat er ook aan Franstalige kant een minderheid bestaat, die groter is dan men denkt, die het Belgische kader zou willen verlaten. Merkwaardig dat de Coorebyter zich laat verleiden tot enkele merkwaardige uitspraken over de ‘ongelijkheid’ waarmee de Franstaligen volgens hem op federaal vlak behandeld worden. Alsof de huidige staatsstructuur aan de minderheid van Franstaligen in dit land geen evenredigheid schenkt binnen de federale regering.
Nog vreemder klinkt zijn argument dat een breuk van de Franstaligen met België mogelijk zou zijn ‘met behoud van de budgettaire eis om nog van financiële transfers te kunnen genieten.’ Over de gevolgen voor een autonoom Wallonië van een verdeling van de nationale schuld bij het opbreken van het ‘Belgisch contract‘ reppen beide politicologen met geen woord. Net als over Brussel, waarover de Coorebyter toegeeft dat ook hij niet meteen een oplossing ziet om die ‘gordiaanse knoop’ door te hakken. Daarover hebben Uyttendaele en de Coorebyter niets relevants te zeggen. Waarschijnlijk denken ze dat de Fédération Wallonie-Bruxelles een verworven zaak; wat politieke fictie lijkt. Even weinig onderbouwd is de idee dat de transfers vanuit Vlaanderen ook buiten een Belgisch kader zouden kunnen doorlopen. Dat is de fundamentele zwakte van hun analyse, die zo de geloofwaardigheid van hun referendum-voorstel ondergraaft…
Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.
Joanthan Littell vertrok naar Oekraïne om een boek te schrijven over een massamoord op Joden in 1941, maar het heden haalde hem in.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.