JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Een verzwegen stuk oorlogsgeschiedenis

Henri Reyns 100 jaar geleden geëxecuteerd

Guido Moons12/5/2015Leestijd 5 minuten

Blijkbaar zijn er toch enkele hoofdstukken uit de oorlogsgeschiedenis waarover men van officiële kant het liefst in alle talen zwijgt.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De post verlaten in het zicht van de vijand

Op zondag 17 mei zal het precies dag op dag 100 jaar geleden zijn dat in een weide aan de Boterweg in Oostvleteren de 22 jarige Henri Reyns, soldaat bij het 1ste regiment Karabiniers werd terechtgesteld wegens ‘het verlaten van zijn post in het zicht van de vijand’. Anders gezegd: Reyns kreeg de kogel omdat hij deserteur was. Hij zou trouwens de laatste Belgische soldaat zijn die het leven liet aan de executiepaal. In totaal zijn er tijdens de Eerste Wereldoorlog in het Belgisch leger elf soldaten veroordeeld tot de dood met de kogel: negen van hen wegens desertie en twee wegens ‘doodslag op een meerdere’. Dat tragische dossier lag jarenlang stof te vergaren.

De eerlijkheid gebiedt te vermelden dat er in het verleden geregeld tussenkomsten waren in het parlement (vanuit verschillende partijen) om een humaan gebaar te stellen en deze tragische bladzijde eindelijk om te draaien. Die vragen bleven onbeantwoord en behalve een beperkt aantal familieleden leken bitter weinig mensen interesse te hebben voor dit vergeten en verzwegen stuk oorlogsgeschiedenis.

Daar kwam pas verandering toen Jacques Maes, emeritus eerste advocaat-generaal bij het militaire gerecht en gewezen docent militair straf- en tuchtrecht aan de Koninklijke Militaire School in het historische vaktijdschrift ‘Bijdragen tot de Eigentijdse Geschiedenis’ een studie publiceerde over het krijgsgerecht en de executies tijdens WO I. Daarin had hij het o.a. over ‘aantasting van de rechtsgang’, ‘misbruiken’ en jawel, ook over ‘wetsverkrachting’.

Grote publieke en mediabelangstelling kwam er pas volop in 2008 toen de Brugse uitgever (De klaproos) Siegfried Debaeke zijn boek De dood met de kogel. Elf arme drommels ten onrechte gefusilleerd? publiceerde. Het is de grote verdienste van Debaeke dat hij met een helder, overzichtelijk en degelijk uitgegeven boek de publieke opinie in Vlaanderen wakker heeft geschud en de aandacht heeft weten te vestigen op dit (bewust) vergeten stuk oorlogsgeschiedenis. Die publicatie leidde tot een oproep, einde 2013, aan de vooravond van de honderdste verjaardag van WO I.  Debaeke vroeg samen met twee families van terechtgestelde soldaten (Alphonse Gielen en Paul Vandenbosch) in een duidelijke en emotionele oproep aan de Belgische staat om voor de negen veroordeelden wegens desertie ‘een gebaar van eerherstel te stellen’. Tot op de dag van vandaag blijft deze oproep zonder gevolg. Dit in tegenstelling tot vergelijkbare gevallen in Nieuw-Zeeland, Groot-Brittannië, Canada, Frankrijk en Ierland. Wil België dat dit dossier voor eeuwig en drie dagen een vergeten hoofdstuk uit de Groote Oorlog blijft?

De zaak-Reyns

Bij het uitbreken van de oorlog diende het eerste regiment Karabiniers, waar Reyns soldaat was, in de zogenaamde ‘onneembare’ forten van Luik. De zware Duitse kanonnen schoten binnen de kortste keren deze reputatie letterlijk aan flarden. Gevolg: een zware slachting onder de soldaten die de forten bemanden. Reyns werd gewond, maar moet ook een zwaar psychisch trauma opgelopen hebben. Hij wordt gedurende drie maanden verzorgd in een militair hospitaal en wordt daarna nog een maand tewerkgesteld in een militair depot nabij Calais. Wanneer hij dan opnieuw wordt goedgekeurd voor de dienst vindt hij zijn eenheid terug in de regio Pollinkhove-Oostvleteren.

Na enkele dagen trekt hij met zijn eenheid naar de voorste linies en wordt daar met zijn makkers geconfronteerd met een zware aanval van de Duitsers. Reyns en zijn medesoldaten slagen erin om tot viermaal toe de Duitse aanval af te slaan. Maar die vierde aanval moet een bloedige en verschrikkelijke zaak geweest zijn. Waarschijnlijk beschikten noch de karabiniers noch hun Duitse aanvallers over voldoende kogels en werd het een lijf-aan-lijfgevecht met de bajonet op het geweer. Reyns’ regiment leed zware verliezen, hijzelf kwam heelhuids uit die strijd maar moet opnieuw een zwaar psychisch trauma verwerken.

Gedurende de daarop volgende dagen en weken weigert Reyns, wanneer zijn eenheid naar de voorste linies moet, mee te gaan. Hij zoekt geen excuses en zegt eerlijk aan zijn oversten waarop het staat. Tot vier maal toe weigert hij naar het front te trekken. Dat blijft natuurlijk niet zonder gevolg en Reyns wordt opgesloten in het cachot om vervolgens op 10 mei 1915 voor de krijgsauditeur te verschijnen op beschuldiging van ‘desertie in het zicht van de vijand’. De beschuldigde ontkent de hem ten laste gelegde feiten niet. Maar wat volgt is op zijn zachtst gezegd hallucinant en hemeltergend. De eenvoudige fabrieksarbeider, die amper kon lezen of schrijven, besefte nauwelijks wat er met hem gebeurde. Want hoewel de krijgsauditeur hem bij het begin van het verhoor had gevraagd in welke taal hij wenste ondervraagd en gevonnist te worden en Reyns uiteraard koos voor het Nederlands, verliepen de verschillende verhoren en zittingen in het Frans. Ook aan het IJzerfront gold in die dagen: ‘Et pour les flamands la même chose!’.

De generaal-majoor wil twee of drie voorbeelden

Wat Henri Reyns op dat moment echter onmogelijk kon weten is dat de opperbevelhebber van de zesde legerdivisie, generaal-majoor De Ceuninck enkele weken voordien een brief had geschreven naar koning Albert. De Ceuninck had geruchten opgevangen over een toenemend aantal vaandelvluchtigen en dat stoorde hem mateloos. Hij had daarvoor zelf een ‘doortastende’ oplossing bedacht. ‘Wanneer ik twee of drie voorbeelden per regiment kan stellen zal die epidemie compleet de kop ingedrukt zijn.’ Zo liet De Ceuninck zonder omwegen weten dat hij er uitgesproken voorstander van was deserteurs voor het vuurpeloton te brengen. Meteen maakte hij de vorst ook duidelijk dat hij beter geen genade verleende aan deze ‘voorbeelden’. Vier dagen na het eerste verhoor werd Reyns door de krijgsraad ter dood veroordeeld. Een genadeverzoek gericht aan de koning werd door de vorst negatief beantwoord.

Tumult onder de manschappen

De executie werd voltrokken op maandag 17 mei om negen uur in de ochtend op een weide gelegen aan de Boterweg, op enkele honderden meters van het dorpscentrum van Oostvleteren. Terwijl enkele compagnies andere soldaten toekeken (het ging er immers om anderen te ontmoedigen nog dienst te weigeren) vormden twaalf karabiniers uit Reyns’ regiment het executiepeloton en vuurden het dodelijke salvo af. Hoewel. De meesten hadden bewust naast de geblinddoekte Reyns geschoten uit protest tegen de gang van zaken. Uiteindelijk moest de adjudant die het vuurpeloton leidde Reyns met een genadeschot uit zijn lijden verlossen.

Onmiddellijk na de executie ontstond er zwaar tumult onder de manschappen, die het blijkbaar totaal oneens waren met de gang van zaken. Het protest was zo scherp en hevig dat de legerleiding inzag dat de gestelde ‘voorbeelden’ (Paul Vandenbosch ook 1ste regiment karabiniers, geëxecuteerd dertien dagen voor Reyns en Reyns zelf) van De Ceuninck toch niet zo ’n goed idee waren. Twee dagen na Reyns’ executie volgde een legerorder dat van die dag af dienstweigeraars naar een strafcompagnie zouden worden gestuurd (in Cézambre en Auvours).

Na 100 jaar de “stilte” doorbreken

Op zondag 17 mei ek. organiseren de Vlaamse Volksbeweging (VVB) en het Verbond VOS een sobere en serene herdenking van de bevolen moord op Henri Reyns. Dag op dag honderd jaar na de executie en op de plaats van de terechtstelling (een weide aan de Boterweg in Oostvleteren) willen beide organisaties met deze eenvoudige plechtigheid het schuldig stilzwijgen van de overheid aanklagen en de sociale achteruitstelling van de Vlaamse soldaat toen (cfr. een rechtsgang waar de beschuldigde niets van begreep) onder de aandacht brengen. Na 100 jaar is het meer dan nodig dat ‘een schuldig zwijgen’ doorbroken wordt een gebaar van verontschuldiging of eerherstel is méér dan op zijn plaats anders dient het Belgisch herdenken van WO I tot niets. Reyns en zijn lotgenoten mogen niet langer sociale paria’s blijven.

Foto © VVB

Voor verdere inlichtingen: www.vvb.org of tel. 03/3661850

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties