De greep naar de Far West leidde tot vriendjespolitiek voor de nieuwe kiezers in de dunbevolkte Amerikaanse staten. Hun stemmen wegen zwaarder, wat ook weer meespeelde bij de midterms op 8 november. Slimme Vlamingen weten dat Walen bij ons met minder stemmen gelijkwaardige parlementszetels veroveren. Politieke weeffouten dus ginder en hier. In de VS moesten de stichterstaten - de 13 oorspronkelijke staten in het oosten - hun politieke macht delen met de nieuwe staten voorbij de Appalachen waar weinig mensen…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
De greep naar de Far West leidde tot vriendjespolitiek voor de nieuwe kiezers in de dunbevolkte Amerikaanse staten. Hun stemmen wegen zwaarder, wat ook weer meespeelde bij de midterms op 8 november. Slimme Vlamingen weten dat Walen bij ons met minder stemmen gelijkwaardige parlementszetels veroveren. Politieke weeffouten dus ginder en hier.
In de VS moesten de stichterstaten – de 13 oorspronkelijke staten in het oosten – hun politieke macht delen met de nieuwe staten voorbij de Appalachen waar weinig mensen woonden. Een situatie en discussie die ook vandaag elke Amerikaanse verkiezing, ook de tussentijdse, beroert. De stemmen in de kleine staten van de Far West hebben bij de verkiezingen onevenredig veel macht. Slimme Vlamingen weten dat Walen met minder stemmen evenwaardige parlementszetels toegeschoven krijgen. Een parlementaire weeffout hier en over de plas. Hoe groeide de Amerikaanse discriminatie tussen oost en west?
Aan het einde van de 18de eeuw hengelden de jonge Verenigde Staten – onafhankelijk van de Britse kolonisator sedert 1776 – naar het wilde westen, terrein van veel indianen en weinig blanken. In 1787 ontstond een soort grondwet, de Articles of Confederation, met 1 binding, het Continental Congress. De federalisten streefden naar een sterker centraal gezag en een betere grondwet.
De ‘Northwest Ordinance’
Om de macht tussen de oude en de nieuwe VS-gebieden eerlijk te verdelen werd de Northwest Ordinance bedacht, met grote gevolgen. Deze wet was bepalend voor de indeling van het land en voor het kiessysteem dat kleine staten nog steeds onevenredig veel macht geeft, aldus de Amerika-kenner Frans Verhagen in het Nederlandse tijdschrift Historisch Nieuwsblad van september laatsleden.

De bergachtige Appalachen waren de officiële westgrens van de nieuwe Verenigde Staten bij het sluiten van de Vrede van Parijs (1783) die de Onafhankelijkheidsoorlog (met de Britten) beslechtte. De VS kreeg toen al het Engelse gebied ten westen van de bergrug tot aan de Missisippi. Frankrijk controleerde de overkant van de stroom. De westelijke staten van de jonge confederatie die terrein bezaten tot aan de Missisippi wilden die graag voor zichzelf behouden.
De meer oostelijke, en machtige staten zonder open westgrens – New York, Massachusetts, South Carolina – ijverden voor een nationale pot van land en landerijen, onder het gezag van het Congress. Verhagen: ‘Eén basisafspraak was er wel: de staten zouden al het gebied ten westen van de Appalachen overdragen aan de Confederatie, die de opbrengsten van landverkopen zou gebruiken voor het algemeen belang.’ Op 13 juli 1787 werd een ordening officieel tot wet verheven en geregeld dat deze gebieden, als ze aan voorwaarden voldeden, nieuwe staten konden worden van de Unie met twee senatoren en een aantal afgevaardigden voor het Huis van Afgevaardigden op basis van het aantal inwoners.
Thomas Jefferson
De meest creatieve stichter van de VS, een Founding Father, Thomas Jefferson, stelde voor om in de nieuwe gebieden een tiental staten op te zetten. De nieuwelingen zouden op gelijke voet met de oorspronkelijke staten lid worden van de Confederatie. Zijn systeem van landverdeling was mooie meetkunde waardoor tot vandaag de grenzen van staten en hun county’s ten westen van de Appalachen rechte lijnen hebben zoals een schaakbord. Jefferson kocht in 1803 het Franse gebied ten westen van de Missisippi tot aan het Rotsgebergte, de zogenaamde Louisiana Purchase. De omvang van de VS verdubbelde op slag.
In 1819 botsten voor de eerste maal de staten van Noord en Zuid, een voorloper van de verwoestende burgeroorlog van de jaren zestig, over de organisatie van de Louisiana Purchase. Verhagen: ‘Tot dan toe was de balans goed bewaard gebleven tussen nieuwe zuidelijke staten met slavernij en de nieuwe staten in het Ohio Territory waar slavernij verboden was.’
Slavernij
Bij de toetreding van het rijke landbouwgebied Missouri, deel van het Louisiana Territory, ontwikkeld door de slavenhouders van de zuidelijke plantages, doken lui op die belust waren op expansie. De voorgestelde grondwet van de nieuwe staat voorzag slavernij. Alleen lag Missouri aan de foute kant van de Ohio-rivier en mocht het volgens de Northwest Ordinance geen slavernij hebben. Na jarenlang gestook en geruzie in de Senaat over de slavenkwestie volgde een compromis waarbij in principe de slavernij werd doorgetrokken tot de westkust.
Een even belangrijke erfenis van de Northwest Ordinance is dat staten ongeacht het aantal inwoners of de oppervlakte op gelijke voet konden toetreden tot de Unie. Verhagen: ‘Het is een erfenis die bij elke presidentsverkiezing en bij elke discussie over de oververtegenwoordiging van de dunbevolkte staten in de senaat weer zichtbaar is. De Northwest Ordinance van 1787 is een van de belangrijkste wetten die ooit in de Verenigde Staten zijn aangenomen.’