Ein feste Burg ist unser Gott
Open brief aan de lezer
Luther in de versie van Playmobil.
foto © Reporters
N.a.v. de Boekenbeurs, de aanschaf van een boek over J.S Bach en de start van de Reformatie schreef Guido Lauwaert een gedichtencyclus.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn recordtijd heb ik een gedichtencyclus geschreven. Hugo Claus stond bekend om sneller te schrijven dan zijn verbeelding, maar ik vermoed dat ik hem in snelheid gepakt heb.
De cyclus zal ik niet op dit artikel laten volgen, daarvoor is hij te persoonlijk, al is het mogelijk dat na mijn dood hij op een of andere wijze alsnog het oog van Vlaanderen en de omliggende landerijen bereikt. Wat ik bij deze wel doe is de reden van de compositie geven en het duiden.
De Boekenbeurs
Welnu, een goede vriendin heeft op de Vooropening van de Boekenbeurs een boek over Bach gekocht. Niet het ‘prachtige portret’ dat John Eliot Gardiner schreef en in 2013 verscheen, BACH – Muziek als een wenk van de hemel, maar een introductieboek voor de leek. Wat geen oneer is. De goede lezer begint in het geval van James Joyce niet met diens Ulysses, maar met Dubliners. Om vervolgens naar Een portret van de kunstenaar als jongeman te grijpen. Eenmaal daarmee klaar is hij in staat om zijn meest beroemde boek te lezen en het niet na een paar bladzijden in de pronkkast naast Robert Musil, Marcel Proust en Laurence Sterne te zetten, tot het einde der dagen.
Vergelijkbaar is dat je niet eerst Het Been van Willem Elsschot leest, want dan zit je met de vraag die tot aan je aars reikt: ‘Waarom struikelt Karel Boorman over dat been van mevrouw Lauweryssen?’ Om het krappen aan je kont te vermijden moet je eerst Lijmen lezen, en dan pas Het Been. Dus een introductieboek verdient applaus en een hoofse buiging.
Cantate van Bach
Nu, de dag nadat zij het boek gekocht heeft zat ik in mijn heerlijke eentje te zoeken naar een passende relatie met mijn cyclus. Zoals het mijn gewoonte is dook ik de geschiedenis in, met Bach aan mijn zij, en kwam terecht bij de cantate Ein feste Burg ist unser Gott (BWV – 80). Het is niet Bachs beste cantate, daarvoor is hij te pompeus en te pathetisch. De intimiteit die Bach kon bereiken – zelfs met een groot koor en alle instrumenten die voorhanden zijn – ontbreekt in deze compositie. Hij moet er zelf niet geheel tevreden mee zijn geweest. De cantate is geschreven in 1727, in 1728 en opnieuw door de hervormingsmachine gehaald in 1740.
Maar, wat ook, de cantate is, in eender welke versie, niet geschreven om de ziel te bereiken, eerder om het hart te verwarmen. De gelegenheid vroeg er ook naar. Er kwam voor de protestantse Thomaskirche van Leipzig, waar Bach cantor was, een feestdag aangefietst. Daar hoorde dus een feestgezang bij. Wat Kerstdag voor de katholieken is, is Hervormingsdag voor de protestanten. Die dag valt op 31 oktober 1517.
Wittenberg
De geschiedenis wijst die dag aan als het begin van de Reformatie, en slaat op de avond voor Allerheiligen toen Maarten Luther zijn 95 stellingen tegen de aflatenhandel van het paapse Rome op de poort van de kerk van Wittenberg spijkerde. Wat een fabeltje is. De werkelijkheid is geheel anders. Hij publiceerde ze gewoon, als geschrift. Maar het feit dat ze geschreven werd, heeft zulke ingrijpende invloed gehad op de westerse cultuur, dat die dag het tot feestdag heeft gebracht. Nu nog wordt in elke protestante kerk Ein feste Burg, geheel of ten dele, op 31 oktober uitgevoerd en gezongen. Dit jaar is voor de protestanten daarenboven 31 oktober een allerheiligste feestdag. De Reformatie, dankzij Luther, is precies 500 jaar geleden begonnen.
Tevens aardig om weten is dat Bach in de derde, vierde en vijfde beweging een duiveluitdrijving verwerkt. De duivel in de persoon van Satan. Maar is Satan voor Bach (en Luther) de gevallen aartsengel? Nee, hij is voor de protestanten de Roomse kerk.
Bach te leen bij Luther
Luther moet een gezellige kerel zijn geweest, gezien zijn conflicten met zowat iedereen die zijn theologisch denken betwistte. Eenmaal hij van de paus de eretitel ‘ketter’ kreeg was dat niet alleen in Duitsland, maar in zowat alle kerken en universiteiten. De theologen van de Brabantse universiteit noemde hij ‘De ezels van Leuven’. Hij liet ook zijn haar groeien. Je zou hem zo gezien ook de peetvader van de hippies kunnen noemen. Niet zo vreemd. Hippies zijn in wezen protestanten.
Tot slot even Bach, Luther en deze simpele knaap met elkaar verbinden. Bach ging voor de teksten van de acht delen te rade bij verschillende tekstschrijvers én Luther. De cantate is genoemd naar een gebed dat Luther schreef en er muziek bij componeerde, want, verrassing! voor wie Luther enkel ziet als een augustijner broeder die de priesterwijding had gehad – hij was een gelegenheidscomponist. Zowat de eerste godsman die de eredienst in de volkstaal wilde houden. Om dat ingang te doen vinden schreef hij passende gebeden in een Duits dat zelfs de analfabeet begreep, kwestie van het makkelijk uit het hoofd te kunnen leren. En te zingen.
Bach heeft het gebed en de muziek van Maarten Luther ten overgenomen voor de eerste en de laatste beweging, maar die naar zijn hand gezet. Weer eens blijkt hoe kunstenaars met elkaars veren gaan lopen.
Ook ondergetekende is niet vrij van zonden. Mijn gedichtencyclus telt evenveel gedichten als de cantate delen kent. Wat meer is, elk gedicht ontleent één versregel, in de oorspronkelijke taal, uit het parallelle deel.
Toegift: ook Paul van Ostaijen was blijkbaar in de ban van deze cantate. In HULDEGEDICHT AAN SINGER verwerkt hij de titel. Hij schreef het nadat de schilder Floris Jespers een naaimachine voor zijn vrouw gekocht had. Het gedicht volgt op deze brief. Zoeken maar. Naar de titel, én de fout.
HULDEGEDICHT AAN SINGER
Slinger
Singer
naaimasjien
Hoort
Hoort
Floris Jespers heeft een Singernaaimasjien gekocht
Wat
Wat
jawel
Jespers Singer naaimasjien
hoe zo
jawel
ik zeg het u
Floris Jespers heeft een Singernaaimasjien gekocht
Waarom
waardoor
wat wil hij
Jawel
hij zal
hoe zo
Circulez
want
SINGERS NAAIMASJIEN IS DE BESTE
de beste
waarom
hoe kan dat
wie weet
alles is schijn
Singer en Sint Augustinus
Genoveva van Brabant
bezit ook een Singer
die Jungfrau von Orleans
Een Singer?
jawel
jawel jawel jawel ik zeg het u een Singer
versta-je geen nederlands mijnheer
Circulez
Bitte auf Garderobe selbst zu achten
ik wil een naaimasjien
iedereen heeft recht op een naaimasjien
ik wil een Singer
iedereen een Singer
Singer
zanger
meesterzangers
Hans Sachs
heeft Hans Sachs geen Singermasjien
waarom heeft Hans Sachs geen Singer
Hans Sachs heeft recht op een Singer
Hans Sachs moet een Singer hebben
Jawel
dat is zijn recht
Recht door zee
Leve Hans Sachs
Hans Sachs heeft gelijk
hij heeft recht op
SINGERS NAAIMASJIEN IS DE BESTE
alle mensen zijn gelijk voor Singer
Circulez
een Singer
Panem et Singerem
Panem et Singerem Panem et Singerem Panem et Singerem
et Singerem et Singerem
Ik wil een Singer
wij willen een Singer
wij eisen een Singer
wat wij willen is ons recht
ein fester Burg ist unser Gott
Panem et Singerem Panem et Singerem Panem et Singerem
et Singerem et Singerem
Waarom
hoe zo
wat wil hij
wat zal hij
Salvation army
Bananas atque Panama
de man heeft gelijk
hij heeft gelijk
gelijk heeft hij jawel
jawel
jawel
waarom
wie zegt dat
waar is het bewijs
jawel hij heeft gelijk
Panem et Singerem Panem et Singerem Panem et Singerem
Singerem Singerem
Waarom
hoe zo
wat wil hij
wat zal hij
Salvation army
Bananas atque Panama
de man heeft gelijk
hij heeft gelijk
gelijk heeft hij jawel
jawel
jawel
waarom
wie zegt dat
waar is het bewijs
jawel hij heeft gelijk
Panem et Singerem Panem et Singerem Panem et Singerem
Waarom
hoe zo
wat wil hij
wat zal hij
Salvation army
Bananas atque Panama
de man heeft gelijk
hij heeft gelijk
gelijk heeft hij jawel
jawel
jawel
waarom
wie zegt dat
waar is het bewijs
jawel hij heeft gelijk
Panem et Singerem Panem et Singerem Panem et Singerem
Singerem Singerem
SINGERS NAAIMASJIEN IS DE BESTE
Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.
Milo Rau vertrekt bij het NT Gent. Hij zag zijn benoeming enkel zag als een tussenstap op de weg naar zonniger bestemmingen.
De ontmanteling van de stopgezette kernreactoren is nog niet begonnen, laat het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle weten. Alles blijft mogelijk.