Emo-journalistiek als mistgordijn
Hoe een ‘vrouwvriendelijk’ TV-journaal de justitieminister uit de wind zette
foto © VRT
Neen, het is geen man-vrouw-probleem, de dood van Julie is wel degelijk te wijten aan een falende rechtstaat en een nalatige bewindsman.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDit is een delicate kwestie waarbij respect voor de nabestaanden en hun rouwproces dient in acht genomen. Een kind verliezen is het ergste wat iemand kan overkomen, je gaat duizend keer liever zelf dood. Toch mag ook in de zaak Julie Van Espen de rol van de media niet uit het oog worden verloren, als manipulator van opinie en perceptie.
Vlak na het drama publiceerde ik in Doorbraak een eerste analyse, waarbij de vraag naar verantwoordelijkheid werd gesteld: deze van de rechter bijvoorbeeld, die Steve Bakelmans in voorlopige vrijheid stelde, hoewel nu uitkomt dat de man wel degelijk voorheen al in de natuur was verdwenen terwijl hij zich ter beschikking moest houden. Er wordt zijdelings naar de advocatuur gewezen en het gebrek aan haar zin voor maatschappelijk belang; naar de psychiater die tegen beter weten in de ‘rehabilitatie’ organiseerde; naar de onbestaande opvolging door de justitie-assistente; maar vooral: de duidelijk aanwijsbare verantwoordelijkheid van justitieminister Koen Geens zelf, en de ergerlijke tsjeventaal waarmee hij die probeerde te ontlopen.
Een dag later werd eveneens in dit magazine die politieke verantwoordelijkheid verder onder de loep genomen: rechters zijn onafhankelijk, maar de wet op voorlopige hechtenis is verouderd, de kans op recidive wordt er niet in meegenomen. Ook het kapot besparen op het justitie-apparaat is wel degelijk een beleidskwestie. Tenslotte is Koen Geens al eens ernstig in opspraak gekomen, na de islamitische aanslag in Luik, toen bleek dat de dader, ondanks flagrante ontsporingen tijdens eerder penitentiair verlof, toch opnieuw toelating had gekregen om de gevangenis te verlaten, met de zegen van de minister. Die nu, amper twee weken voor de verkiezingen, zijn propaganda moet bijsturen, feestjes moet afblazen en affiches laat weghalen waarop hij zichzelf aanprijst als de man die seksuele misdrijven strenger gaat bestraffen.
Victimisme
Maar dezelfde dag van mijn column, 7 mei, gebeurde er op het VRT-avondjournaal iets bizars. We zien en horen Goedele Wachters –wie anders- met tremelo in haar stem een verhaal afsteken over mannelijke agressie, vrouwenrechten en pepperspray. Steve Bakelmans bleek het prototype van het seksuele roofdier dat wij, mannen, allemaal min of meer zijn, en het gevoel van onveiligheid was vooral een probleem van machomentaliteit en de daaruit voortkomende agressie. Een hele rist specialisten passeerde de revue, opiniemakers (vooral maaksters) die allemaal dezelfde boodschap uitdroegen: verkrachting en seksueel geweld, het moet nu maar eens ophouden.
Koen Geens, nauwelijks op de rooster gelegd door een gematigde Kathleen Cools (vergelijk met het beruchte Van Langenhove-interview) moet op dat moment door een kier de hemel terug hebben gezien: had hij in eerste instantie de peren gegeten, dan blijkt het nu toch wel zeker een ‘maatschappelijk’ probleem. Het gerecht kan niet elke man in ’t oog houden, we moeten er samen aan werken, de mentaliteit moet anders, en er is dan ook nog het glazen plafond, te weinig vrouwen aan de top, etcetera. Ook in De Afspraak gewaagt Wouter Beke van een soort collectieve schuld (‘Voor wat misliep in de zaak Julie van Espen zijn wij allen verantwoordelijk’).
Deze verontschuldiging van het systeem is niet onschuldig. In mijn boek ‘Na het journaal volgt het nieuws’ wijs ik erop hoe het victimisme (de slachtoffercultuur) de verantwoordelijkheid van het beleid verlegt naar een flou artistique waarin zowat iedereen met een erfzonde is belast, behalve de slachtoffers dan. Discriminatie en racisme zijn dan de klassieke dooddoeners, denk aan Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck en zijn historische uitspraak over het Vlaamse criminele DNA. In de zaak Julie Van Espen is het dat vermaledijde seksisme waaraan zowat elke (mannelijke) Vlaming lijdt. Vlaanderen bleek opeens geteisterd door een meute Jack the Rippers, en de Vrouwenraad zal de gepaste maatregelen voorstellen. Criminoloog André De Zutter vraagt in De Morgen dan weer om een generaal pardon voor zijn seksegenoten: ‘De meeste verkrachters zijn heel gewone mannen, op zoek naar intimiteit’. Hallelujah, komaan dames, geef ons wat intimiteit en we zullen ons gedragen.
‘Verbondenheid’
Deze valstrik van de universalia werkt zonder meer als mistgordijn voor een scherpere aflijning. Steve Bakelmans is niét zomaar om het even wie en was daar niet zomaar, hij is een recidivieke psychopaat die daar niet hoorde te zijn, en daar heeft het systeem gefaald. De veralgemening inspireert ook tot goed bedoelde interventies die veel ruis veroorzaken, zoals de nicht van Annick Van Uytsel, in 2007 vermoord door Ronald Janssen. Ze wijst op de gelijkenissen tussen de moord op Julie en deze op Annick, dat is menselijk: in beide gevallen ging het om een seksueel delict met een vreselijke afloop, beide slachtoffers op de fiets, en gevonden in het Albertkanaal, of all places. Alleen: Ronald Janssen was op dat moment een vrij man en nergens van verdacht, Steve Bakelmans had al een indrukwekkende track record van veroordelingen, ook voor seksuele delicten, en liep vrij rond in afwachting van zijn proces.
Dat de nabestaanden door associaties worden overvallen en het verleden als het ware opnieuw meemaken, is begrijpelijk. Dat de media niet in staat zijn om een ernstige analyse te maken, en zich verliezen in sociologische en bijna antropologische mystificaties met veel emosaus, is ergerlijk.
Effectief, de shift van rationele analyse rond individuele – en systeemfouten naar feministisch sentiment betekent wellicht de ultieme politieke redding van de actuele justitieminister. Het zijn de mannen tegen de vrouwen, niet het systeem versus de burger. VRTnieuws, zonder twijfel gangmaker van de emo-shift, heeft Koen Geens een pracht van een cadeau gedaan, het is moeilijk uit te maken of dat met voorbedachten rade was. Alleszins is het een procédé, en duikt emojournalistiek overal op waar problemen vooral niét mogen benoemd worden.
Dat zien we bijvoorbeeld ook na een terreuraanslag zoals deze in Zaventem en Brussel/Maalbeek anno 2016. Na de eerste sensatiebeelden en verslaggeving van de reporter-ter-plaatse dook een discours op rond ‘verbondenheid’ en ‘protest tegen zinloos geweld’. Die laatste term betekent alles en niets. Stille optochten met kaarsjes werden nadrukkelijk in beeld gebracht, merkwaardig genoeg ook altijd met veel tricolore vlaggetjes. Ja, we moeten waardig blijven, stil en vooral niet kwaad worden. Zo werd de echte angel gecamoufleerd, en die was dubbel: het feit dat we wel degelijk in een cultuurclash leven met een religieus fundamentalisme als uitdager, en anderzijds het naakte feit dat de overheid blijkbaar niet in staat is de veiligheid van zijn ‘verbonden’ burgers te garanderen.
Ik laat het hierbij, uit respect voor Julie en familie, en ergens hoop ik dat Koen Geens er niét mee wegkomt, ondanks de wonderbaarlijke VRT-interventie. Ik zou nog veel kunnen zeggen rond media en de dood. Het overlijden van StuBru-presentator Christophe Lambrecht bijvoorbeeld, en het wansmakelijk publicitair spektakel dat er rond wordt opgevoerd door de zender zelf, ook weer emo ten top. ‘Normale’ mensen die een kind, een vader of een moeder verliezen, dragen hun verdriet in intimiteit, radio- en televisielui moeten zo nodig ook na hun dood nog een hysterische begrafenisshow ondergaan. Of waarom het woord emo-porno misschien eens moet uitgevonden worden.
Morgen, zondag, vindt in Antwerpen een stille mars tegen seksueel geweld plaats. Met tal van BV’s weer voorop. Als gedenkmoment voor Julie Van Espen is dat OK. Bij de rest stel ik me vragen. Natuurlijk heeft de politiek liever stille marsen dan luide. Die mogen er alleszins komen tegen het wanbeleid. 26 mei is het echte moment van de waarheid.
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Bij de docu-film van Jambers over BDW blijft de vraag hangen waar de N-VA als ‘republikeinse partij’ nu eigenlijk nog voor staat.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.