En daarmee is ‘Brussel’ toch al opgelost
Zinzen kient eigenhandig zevende staatshervorming en statuut Brussel uit
Brussel is een ‘bestuurlijk wangedrocht’ en ‘nodeloos ingewikkeld’, constateert Zinzen. En alsof hij wil illustreren hoe juist zijn diagnose is, laat hij zichzelf hopeloos verloren lopen.
foto © Belga / Pieter-Jan Vanstockstraeten
Walter Zinzen maakt van Brussel een ‘gewest à part entière’ en stuurt de rekening naar Vlaanderen en Wallonië.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe duobaanministers van Institutionele Hervormingen, Annelies Verlinden (CD&V) en David Clarinval (MR), nemen zich voor bij de bevolking ideeën te sprokkelen voor de komende staatshervorming. Die moeite en die kosten kunnen ze zich beter besparen, want in zijn jongste column in De Morgen (1 maart) lost Walter Zinzen het probleem Brussel eigenhandig op. En aangezien, zoals hij schrijft, ‘iedere staatshervorming staat of valt met het statuut voor Brussel’, is tegelijk de hele zevende staatshervorming zo goed als geregeld.
Driedubbele hoofdstad
Brussel is een ‘bestuurlijk wangedrocht’ en ‘nodeloos ingewikkeld’, constateert Zinzen. En alsof hij wil illustreren hoe juist zijn diagnose is, laat hij zichzelf hopeloos verloren lopen. ‘Twee van onze negen ministers van Volksgezondheid zitten in de Brusselse regering, voor iedere gemeenschap één’, schrijft Zinzen.
Factcheck: we hebben acht ministers van Volksgezondheid en geen van hen zit in de Brusselse regering, want voor het gezondheidsbeleid is het Brussels gewest niet bevoegd. Elke Van den Brandt (Groen) en Alain Maron (MR) maken weliswaar deel uit van de Brusselse regering, maar het is als lid van het College van de Vlaamse respectievelijk de Franse Gemeenschapscommissie dat ze voor Gezondheid bevoegd zijn, niet als gewestminister.
‘Brussel is ook een driedubbele hoofdstad: van Vlaanderen, België en Europa. Gek toch, Vlaanderen is het enige gewest ter wereld dat zijn hoofdstad buiten zijn eigen grenzen heeft’, schrijft Zinzen.
Factcheck: Brussel is weliswaar de zetel van de Europese Commissie, zoals Straatsburg de zetel is van het Europees Parlement en Luxemburg van het Europees Hof van Justitie, maar niet de hoofdstad van de Europese Unie, laat staan van Europa. De Europese Unie heeft helemaal geen hoofdstad.
Het klopt dat Brussel een drievoudige hoofdstad is, maar dan wel van België, de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap. Het Vlaams Gewest heeft geen hoofdstad, het kan daarom onmogelijk het enige gewest ter wereld zijn dat zijn hoofdstad buiten zijn eigen grenzen heeft. De stad Brussel ligt in het bevoegdheidsgebied van de Vlaamse Gemeenschap, vulgo Vlaanderen. Bijgevolg ligt de hoofdstad van Vlaanderen niet buiten maar binnen de grenzen van Vlaanderen.
Gemeenschappen afschaffen
Daar komt, als het van Walter Zinzen afhangt, evenwel verandering in. Om de complexe staatsstructuur te vereenvoudigen, schaft hij de gemeenschappen af en draagt hij hun bevoegdheden over aan de gewesten. ‘Aan Franstalige kant verdwijnen dan de Franse gemeenschapsregering en dito parlement. (Aan Vlaamse kant is dat al gebeurd).’, schrijft hij.
Factcheck: aan Vlaamse kant is net het omgekeerde gebeurd. Niet de Vlaamse gemeenschapsregering en dito parlement zijn ‘verdwenen’, maar de Vlaamse gewestregering en dito parlement. Het is immers de Vlaamse Gemeenschap die sinds 1980 de bevoegdheden van het Vlaamse Gewest uitoefent.
Voor Zinzen moeten de gemeenschappen weg. Dan wordt Brussel ‘verlost van de voogdij van de gemeenschappen’ en ‘bevrijd van de drie gemeenschapscommissies die nu de Brusselse autonomie ondermijnen’. Met die ‘voogdij’ en dat ‘ondermijnen’ valt het nogal mee, blijkt uit een factcheck. De Vlaamse en de Franse Gemeenschap zijn weliswaar actief (onderwijs, cultuur, ….) op het grondgebied van het Brussels gewest, maar geheel naast en volledig los van het gewest en zijn instellingen. Met de bevoegdheden die Brussel als gewest heeft — van openbare werken over gemeentelijke organisatie tot landbouw —, laten de twee gemeenschappen en de drie gemeenschapscommissies zich in genen dele in. Hoe zou er dan van ‘voogdij’ over Brussel en ‘ondermijnen’ van de Brusselse autonomie sprake kunnen zijn?
Vier deelstaten
Wat Walter Zinzen voorstelt, is het Van de Lanotte-Magnette-model: federalisme met vier deelstaten — Vlaanderen-zonder-Brussel, Wallonië, Brussel en Ostbelgien — die de huidige gemeenschaps- en gewestbevoegdheden uitoefenen.
In die constellatie zou het inderdaad gek zijn dat Vlaanderen ‘als enige gewest ter wereld zijn hoofdstad buiten zijn eigen grenzen heeft’. In die constellatie kan Vlaanderen zich beter terugtrekken uit Brussel en kunnen het Vlaams Parlement, de Vlaamse regering en de Vlaamse administratie met hun duizenden medewerkers er beter wegtrekken. En de VRT waar Zinzen ooit journalist was natuurlijk ook. Het zou toch gek zijn dat Vlaanderen het enige gewest ter wereld is dat zijn openbare omroep buiten zijn eigen grenzen heeft.
Financieel addertje
‘Brussel een gewest à part entière’: dat is Zinzens oplossing. Onder het gras van het ‘part entière’ ziet hij echter een addertje zitten: ‘Brussel is te klein en een deel van zijn bevolking te arm om alle nieuwe bevoegdheden te financieren’. Daarom zullen ‘Vlaanderen en Wallonië een band met het hoofdstedelijk gewest moeten behouden’.
Zinzen krijgt het blijkbaar niet uit zijn pen, maar het gaat natuurlijk om een financiële band. Zo simpel is het: de Vlaamse en de Franse Gemeenschap moeten weg uit Brussel, de Vlamingen en de Walen mogen Brussel niet langer ‘bevoogden’ en ‘ondermijnen’, maar Vlaanderen en Wallonië moeten wel betalen om Brussel ‘gewest à part entière’ te laten zijn. Als dat geen wangedrocht van federalisme en deelstatelijke autonomie. Of zou het niet gek zijn dat Brussel straks het enige gewest ter wereld is dat zijn rekeningen doorschuift naar zijn buren?
104 taalgroepen
‘Het Brussel van 2021 lijkt in niets meer op het Brussel van 1960. (…) De Brusselaars spreken allen samen geen twee maar 104 talen’, weet Walter Zinzen nog. Daarom gaat het niet langer aan de ministerposten te verdelen onder Nederlandstaligen en Franstaligen, want ‘de 102 overige taalgroepen vallen [dan] uit de boot’ en dat is vanuit democratisch oogpunt niet te verdedigen. ‘Zouden we de samenstelling van het Brussels Parlement en de Brusselse regering niet beter over laten aan de Brusselse kiezer, die zijn/haar vertegenwoordigers verkiest op eentalige, tweetalige, of vijftalige lijsten?’, vraagt Zinzen retorisch.
Vijftalige lijsten? En wat met de overige 99 taalgroepen? Vanuit democratisch oogpunt is het toch niet te verdedigen dat die dan uit de boot vallen. Vijftalige lijsten volstaan dus niet, we moeten opschalen naar honderdenviertalige lijsten! En als goede democraat moeten we consequent zijn: wie als Roemeen of Somaliër op zo’n lijst verkozen is, moet in het Brussels parlement zijn eigen taal kunnen spreken. Voorwaar, voorwaar, de tolken en de vertalers wacht in Brussel een schitterende toekomst.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Mark Deweerdt (1952) was journalist bij De Standaard en De Financieel-Ekonomische Tijd/De Tijd, en schreef als kabinetsmedewerker toespraken en teksten voor Yves Leterme, Kris Peeters, Herman Van Rompuy en Geert Bourgeois.
Vijf maanden na de verkiezingen is er nog geen uitzicht op een nieuwe regering. Welke factoren bevorderen of bemoeilijken de regeringsvorming?
Broeder René Stockman spreekt open over de toekomst van de kerk, het synodaal proces en misbruik.