JavaScript is required for this website to work.
Europa

De erfenis van Ceaucescu

ColumnRita Bellens15/3/2019Leestijd 4 minuten
Kamerlid Rita Bellens (N-VA)

Kamerlid Rita Bellens (N-VA)

foto ©

Kamerlid Rita Bellens (N-VA) trok naar een conferentie in Roemenië, de huidige EU-voorzitter. Het recente verleden laat er zich nog voelen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ondervoorzitter zijn van de commissie Buitenlandse Betrekkingen heeft bij momenten onvermoede opportuniteiten. Vooral wanneer de voorzitter verhinderd is aan een aantal verplichtingen te voldoen. Zo heb ik begin maart de eer gehad de commissie Buitenlandse Betrekkingen van de Kamer te vertegenwoordigen op de ‘Inter-Parliamentary Conference for the Common Foreign and Security Policy and the Common Security and Defence Policy‘ (IPC), een halfjaarlijkse bijeenkomst van commissievoorzitters buitenland en Defensie van de EU-lidstaten. Die bijeenkomst wordt telkens georganiseerd in het land dat op dat moment het roterend EU-voorzitterschap waarneemt. Nu was dat Roemenië – op naar Boekarest dus.

De vergaderingen gingen door in het prachtig, immens grote parlementsgebouw. Het is nog een cadeautje van Ceaucescu. Tweede grootste overheidsgebouw ter wereld, na het Pentagon. Zelfs het personeel verdwaalt er: ik was op dag één langs de verkeerde ingang binnen gestapt. Het beste advies dat ze mij konden geven was terug naar buiten gaan en blokje rond wandelen. Voor een doorsteek door het gebouw kenden ze zelf de weg niet.

Het programma

Zoals het meestal gaat bij zulke bijeenkomsten waren er een aantal sessies gepland over prangende vraagstukken, van belang voor de EU. Nu mocht ik kiezen tussen bijeenkomsten over de cyberdreiging, het belang van de regio rond de Donau, het ‘Eastern Partnership’ (de EU-toenadering tot Moldavië, Oekraïne en de zuidelijke Kaukasus) en de uitbreiding naar de westelijke Balkan. Over dit laatste onderwerp heb ik eerder al mijn mening gegeven. In Roemenië had men het stuk blijkbaar niet gelezen. Het land heeft in navolging van Bulgarije (vorig jaar EU-voorzitter) ook gepleit voor een snelle aansluiting van de westelijke Balkan bij de EU. Belangrijkste argument? ‘Ze hebben al heel hard hun best gedaan’. Tsja…

Een ander belangrijk speerpunt van het Roemeense EU-voorzitterschap is veiligheid. Roemenië doet zich graag voor als een land dat veiligheid ernstig neemt. Zo hebben ze zich nagenoeg meteen bereid verklaard aan de eis van Trump 2% van het BNP aan defensie uit te geven, te voldoen. Dat Roemenië geen Russenvriend is, mag niet verbazen. De jaren achter het IJzeren Gordijn liggen nog vers in het geheugen. Daarom ook dat ze zich opwerpen als dam tegen Russische inmenging. Onder meer het cultiveren van goede relaties met Moldavië moet helpen in het ‘Eastern Partnership’. Dat de Russen de facto voet aan grond hebben in het buurland, in de afgescheurde republiek Transnistrië, is dan van minder tel.

Toch blijft het land van strategisch belang. Zijn ligging aan de Zwarte Zee maakt het tot een belangrijke toegangspoort. Een belangrijk doel van het ‘Eastern Partnership’ is Azerbeidzjaans gas binnenhalen en de afhankelijkheid van Rusland verkleinen. Ook de Donau speelt hierin een belangrijke rol. Hetzelfde geldt trouwens voor Bulgarije. Geopolitiek is bij momenten blijkbaar belangrijker dan de Europese waarden. Net daar wringt het schoentje voor Roemenië.

Lippendienst

Van bij het begin werd het Roemeense EU-voorzitterschap door commissievoorzitter Juncker en Europees president Tusk aangewend om het land te wijzen op zijn tekortschieten. De cijfers liegen er niet om. Van de hele EU is Roemenië het armst – het laat zelfs het zwaar geteisterde Griekenland voor zich. Een kwart van de actieve bevolking is aan de slag in het buitenland. Roemenië overleeft dus voor een flink stuk op geld dat de diaspora opstuurt. Het land blijft schulden maken en heeft onlangs zijn munt, de leu, met een factor 10.000 gerevalueerd. 43% van de ontwikkeling van het land wordt door de EU gesubsidieerd.

Corruptie is er schering en inslag, graaien het politieke normaal. Politici weten van elkaar dat ze in de vetpotten zitten en ‘vriendendiensten’ zijn een vast gegeven. Niet echt een klimaat dat verbetering toelaat. Op het moment dat Roemenië het voorzitterschap van Oostenrijk overnam, lag de machtigste man van het land overhoop met de EU. Liviu Dragnea is voorzitter van de Roemeense sociaal-democraten, de SPD. Hij is geen premier kunnen worden vanwege een veroordeling voor verkiezingsfraude. De EU beschuldigt hem er van smeergeld te hebben aangenomen én EU-fondsen te hebben verduisterd. Het antwoord van het Roemeense parlement: een wet indienen die álle parlementsleden die veroordeeld zijn voor corruptie ontslaat… van vervolging. Een algemene amnestiewet – dat zegt natuurlijk iets over de omvang van het probleem.

Leegloop en verstarring

De problemen in Roemenië laten zich duidelijk voelen. Braindrain, een gebrek aan langetermijninvesteringen, slecht onderwijs en een ongelooflijke desinteresse in politiek. Bij de laatste verkiezingen was de opkomst 39%. Protesten worden georganiseerd vanuit de diaspora, in het land zelf haalt men meestal de schouders op. Een recente verhoging van de lonen werd omgezet in een hogere consumptie.

De erfenis van Ceaucescu krijgen de Roemenen moeilijk van zich afgeschud. De politieke top beslist en laat ondergeschikten weten hoe het er voor staat. Die mentaliteit toonde zich ook in de conclusies van de IPC-vergadering. Ze lagen ’s middags al op tafel, ook van de sessies die diezelfde namiddag nog moesten plaatsvinden. Altijd fijn om weten dat je een impact hebt op de debatten. Een initiatief van de aanwezige vrouwen om naar aanleiding van Internationale Vrouwendag een lans te breken voor meer vrouwen in buitenlands en veiligheidsbeleid viel op een koude steen. De voorzitter had duidelijk weinig ervaring met afwijken van het draaiboek.

Zwartkijken

Het probleem is dat niemand in het land bereid is de binnenlandse problemen aan te pakken. De inertie in de Roemeense politiek brengt grote gevaren met zich mee. Populisme kan er voet aan grond krijgen, het maatschappelijk weefsel kan snel ontrafelen. Als er dan iemand met veel charisma en weinig goede bedoelingen in het gat springt, kan het snel gaan. Zo wordt de grote Hongaarse minderheid in het land al aangehaald door Viktor Orban.

Maar de tactiek van het Roemeense establishment om met deze problemen om te gaan is de vlucht vooruit. Roemenië meet zichzelf graag het aura aan van de goede leerling binnen de EU en zingt de lof van het Europese project. Ook het pleidooi voor uitbreiding naar de westelijke Balkan is daar niet vreemd aan. De ironie van de situatie bestaat er in dat Roemenië voor een groot deel zélf te kampen heeft met problemen die ook leven in de westelijke Balkanlanden. Het land is met andere woorden het beste argument om de westelijke Balkanlanden nog even buiten de EU te houden. We moeten namelijk eerst in de recente aanwinsten de boel op orde brengen.

Frontex is ook zo’n Europees project waar de Roemenen wat graag mee uitpakken en ‘actief’ toe bijdragen. Niet dat Roemenië zo’n populaire bestemming is voor migranten. De deelname van Roemenië is eerder symbolisch en bedoeld om de EU gunstig te stemmen. Een anekdote verduidelijkt misschien de aantrekkingskracht van het land. In 2018 strandden er zes Somali’s op de Zwarte Zee-kust. Toen ze werden opgepakt, vroegen ze waar ze nu juist waren aanbeland. De zes barstten in huilen uit toen het Roemenië bleek te zijn.

Rita Bellens is Kamerlid voor N-VA en zetelt in de commissie Buitenlandse Betrekkingen, de commissie Defensie en de commissie Bedrijfsleven.

Meer van Rita Bellens

Ontwikkelingssamenwerking heeft nood aan private investering. We hebben hiervoor de juiste instrumenten, maar durven ze niet te gebruiken.

Commentaren en reacties