JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Ethisch debat krijgt communautaire dimensie

Bart Maddens20/11/2019Leestijd 4 minuten
Het halfrond van de Kamer

Het halfrond van de Kamer

foto © De Kamer

Bart Maddens rekende eerder voor dat bij een grondwetsherziening de N-VA op de wip zit tussen katholieken en vrijzinnigen. En wat blijkt…?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De levensbeschouwelijke breuklijn in de Belgische politiek is terug van nooit echt weggeweest. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de discussie over de herziening van de Grondwet in de aanloop naar de verkiezingen van 26 mei.

Vanuit vrijzinnige hoek werd erop aangedrongen artikel 24 van de grondwet voor herziening vatbaar te verklaren. Dat artikel verplicht het gemeenschapsonderwijs een keuze aan te bieden tussen godsdienstles en niet-confessionele zedenleer. Met de herzieningsverklaring zette men de deur open naar de vervanging door een nieuw vak ‘Levensbeschouwing, ethiek en filosofie’.

Te vroeg gejuicht

In de Kamer werd het voorstel goedgekeurd met een ruime meerderheid van 96 tegen 39 stemmen. Het waren de 31 N-VA-Kamerleden die de balans deden doorslaan naar het vrijzinnige kamp. De N-VA wou immers de hele grondwet voor herziening vatbaar verklaren. Daarom keurde de partij domweg alle herzieningsvoorstellen goed. De vrijzinnigen juichten evenwel te vroeg. In de Senaat was er een onverwachte wending toen Bert Anciaux, gecoöpteerd senator voor de sp.a, plots verrassend katholiek uit de hoek kwam. Op zijn aansturen stemde de sp.a-fractie tegen. Daardoor werd het voorstel nipt verworpen, met 23 stemmen voor en 23 tegen. Bijgevolg is de afschaffing van het godsdienstonderwijs voorlopig van de baan. En toegegeven, dat incident bewijst ook dat het zwart-wit-onderscheid tussen ‘vrijzinnige’ en ‘katholieke’ partijen te simplistisch is.

Levensbeschouwelijke breuklijn

Maar toch, het zou naïef zijn te denken dat er tussen de partijen geen levensbeschouwelijke breuklijn meer loopt. Sterker nog, dat conflict lijkt actueler dan ooit sinds de verkiezingen. Een vrijzinnige meerderheid in de Kamer maakt van de politieke impasse gebruik om de abortuswetgeving radicaal te liberaliseren. En ook inzake euthanasie wordt aangestuurd op een verregaande versoepeling. Die ethische thema’s zouden wel eens het cement kunnen worden van een paars-groene regering. Heel wat liberalen denken nog steeds met veel nostalgie terug aan de ethische ‘doorbraken’ ten tijde van de eerste regering-Verhofstadt. Het vooruitzicht op een terugkeer van die ‘gouden tijd’ zou hen over de streep kunnen trekken voor paars-groen.

Eerder drukte ik in Tertio  al mijn verbazing uit over de dubbele standaard die progressieve commentatoren hanteren als het over parlementaire meerderheden gaat. Over de ‘eenzijdige’ Vlaamse splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde in november 2007 schreeuwden ze moord en brand. In een consensusdemocratie moet men ook rekening houden met het standpunt van de minderheid, luidde het. Maar toen een vrijzinnige meerderheid in 2002 even ‘eenzijdig’ de euthanasiewet doordrukte, kon de pret niet op. Zo gaat dat nu eenmaal in een democratie, zeiden ze. De meerderheid beslist. Nochtans zou je denken dat er voor fundamentele kwesties rond leven en dood meer nood is aan consensus dan voor een beperkte technische aanpassing van het kiesstelsel.

Twee democratieën

Vandaag komt daar nog iets bij: het ethische debat krijgt een communautaire dimensie. In Vlaanderen is er nu geen meerderheid voor de drastische liberalisering van abortus die op tafel ligt. Zowel CD&V, N-VA als Vlaams Belang staat daar huiverachtig tegenover. Samen vertegenwoordigen die partijen 58,3 procent van de Vlaamse kiezers. Ze hebben 55 van de 89 zetels in de Nederlandse taalgroep van de Kamer.

Onder de regering-Verhofstadt I was dat anders, toen de paars-groene partijen in Vlaanderen wel nog een meerderheid hadden. Er zijn vandaag goede redenen om Vlaanderen en Franstalig België te beschouwen als twee verschillende democratieën. Beide hebben een eigen partijsysteem, een eigen publieke opinie en eigen media. Als je het zo bekijkt, betekent dat dat Vlaanderen een ethische wetgeving krijgt opgedrongen vanuit een naburige democratie. Het is een beetje alsof Nederland zijn liberale abortuswetgeving zou opleggen aan Vlaanderen. Zeker, het ethische thema speelde geen rol in de verkiezingscampagne. Je kunt niet zeggen dat een meerderheid van de Vlamingen op 26 mei heeft gestemd tegen een verdere liberalisering van abortus. Maar dat doet geen afbreuk aan het democratische feit dat de parlementsleden die straks een verbijsterend verregaande versoepeling van de abortuswet zullen goedkeuren, amper 40 procent van de Vlamingen vertegenwoordigen.

Cruciale keuze

Of abortus de komende maanden een belangrijk politiek strijdpunt wordt, zal vooral afhangen van CD&V. Zal de partij zich beperken tot wat pro-formaprotest en een tegenstem? Of zal ze zich hierop echt profileren, mee geïnspireerd door het duidelijke standpunt van de Belgische bisschoppen? Zal de partij het dossier op tafel durven te leggen bij de regeringsonderhandelingen? Of zal ze erover zwijgen, uit vrees dat men de ethische dossiers aangrijpt om de partij in de oppositie te duwen? De nieuwe voorzitter zal hier al meteen voor een cruciale keuze staan. De twee politici die het meest geneigd waren het christelijke en ethische profiel in de verf te zetten, Pieter De Crem en Hendrik Bogaert, hebben spijtig genoeg gepast voor het voorzitterschap. De zeven die zich wel kandidaat hadden gesteld, lijken het harde ideologische debat te mijden en praten liever over de interne organisatie van de partij. Al houden ze wel, de ene met meer nadruk dan de andere, vast aan de C van CD&V.

Extra relevant

Want inderdaad, als CD&V niet meer christelijk is, waarom zou men er dan nog voor stemmen? Een louter centrumprofiel staat voor de kiezers gelijk met geen profiel, met overbodigheid dus. Levensbeschouwing en religie zullen altijd belangrijk blijven in de maatschappij en de politiek. In tijden van verregaande secularisering en ethische ontsporing wordt een religieus geïnspireerde boodschap niet alleen extra relevant, die boodschap gaat ook opnieuw fris en authentiek klinken. Daarin zit meer toekomst dan in het verloochenen van de C. De ‘humanisten’ van cdH kunnen erover meespreken.

Dit stuk verscheen ook in Tertio.

Bart Maddens (1963) is germanist en politieke wetenschapper. Als student was hij actief in het KVHV van Leuven en in de Volksunie-Jongeren. In de jaren 1990 was hij lid en bestuurder van het IJzerbedevaartcomité. Vandaag publiceert hij regelmatig opiniestukken over de Vlaamse Beweging en de staatshervorming. Hij is auteur van onder meer 'Omfloerst separatisme. Van de vijf resoluties tot de Maddens-strategie'. 

Commentaren en reacties