JavaScript is required for this website to work.
Europa

EU, luister nou toch eens naar het volk

Pieter Cleppe18/4/2016Leestijd 5 minuten

Wat de EU en de Nederlandse regering nu zeker niet mogen doen, is de uitslag van het referendum negeren. 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Met een overtuigende meerderheid stemden de Nederlanders tegen het EU-associatieverdrag met Oekraïne in een adviserend referendum. Slechts 32 procent van de stemgerechtigden kwam opdagen, maar dat is meer dan bijvoorbeeld voor de Europese verkiezingen in 1999. Bovendien bleef 16 procent van de niet-stemmers thuis in de hoop dat de opkomstdrempel van 30 procent niet zou worden gehaald. Het referendum leefde dus wel degelijk.

Nederland heeft uiteraard niets tegen Oekraïne en velen in het nee-kamp willen ook best een handelsverdrag met Oekraïne sluiten. Hun punt is echter dat het verdrag niet louter een handelsverdrag is, en dat is juist. Het verdrag belooft immers ook financiële steun aan het corrupte Oekraïne, boven op de 100 miljoen per jaar die het nu al krijgt. Ook wil het verdrag een ‘versterkte deelname van Oekraïne aan civiele en militaire operaties inzake crisisbeheer onder leiding van de EU’, terwijl het land niet eens lid van de NAVO is en er zeker onvoldoende steun in de NAVO bestaat om het land militair te verdedigen.

Mikpunt

Volgens het nee-kamp was ‘alles wat fout is met de EU ook fout met dit verdrag’. Sommige tegenstanders zeiden zelfs openlijk dat Oekraïne hun niets kon schelen. Het mag dus duidelijk zijn dat de EU het ware mikpunt was, maar dat heeft ze aan zichzelf te wijten. De hoofdschuldigen voor het Nederlandse nee zitten in Brussel, met als medeplichtigen de nationale politici die alle waarschuwingen die jarenlang hebben geklonken, naast zich neer legden.

Eerst werd veel macht naar het EU-niveau overgeheveld. Dit werd in de eerste plaats gestimuleerd door nationale politici die hun beslissingen graag op wat meer afstand van de publieke opinie in hun hoofdsteden wilden nemen. In de jaren tachtig werden de nationale veto’s, die tegen de Europese regelgeving konden worden ingebracht, geschrapt. Het gevolg was dat de Europese overregulering zo ver doorsloeg dat de Europese Commissie gedwongen werd allerlei grootscheepse programma’s op te zetten om de regellast in te dammen, wat tot op de dag van vandaag in de praktijk niet veel effect heeft gehad.

In de jaren negentig werd besloten tot invoering van een eenheidsmunt. De Italiaanse economie is nu kleiner dan rond het jaar 2000 en Noord-Europese spaarders, gepensioneerden en belastingbetalers worden momenteel zwaar getroffen om het eeuwig in een crisis verkerende europroject overeind te houden. De Noord-Europeanen willen niet betalen en de Zuid-Europeanen willen de voorwaarden die zijn verbonden aan de geldoverdracht van Noord naar Zuid niet accepteren. Een ander neveneffect van de euro is dat het de sfeer tussen de Europeanen verziekt, bijvoorbeeld tussen Grieken en Duitsers. Er zijn echter ook winnaars. Nog nooit was het zo goedkoop voor overheden om zichzelf in de schulden te steken, op kosten van de burger.

Toen verleden jaar de vluchtelingencrisis uitbrak, wat op zichzelf niet de schuld van de EU was, misbruikte de EU die gelegenheid om meer macht naar zich toe te trekken, met als dieptepunt de beslissing om Oost-Europese landen, die in de minderheid waren, te dwingen – althans juridisch – om vluchtelingen op te nemen. Dit wekte in die landen veel anti-EU sentiment op.

Zucht naar macht en geld

Steeds opnieuw waren er waarschuwingen: dat er geen draagvlak is om Europa tot regelgevende moloch om te bouwen, dat de euro zowel vanuit keynesiaans als neoklassiek of Oostenrijks economisch oogpunt niet goed kan werken, dat beslissingen over migratie en vluchtelingen overal ter wereld zeer delicaat zijn en daarom beter genomen kunnen worden door lokale politici dan door supranationale ambtenaren. Het mocht niet baten. De onweerstaanbare zucht van de EU naar meer macht en meer geld won het van de rede.

Mede als gevolg daarvan richten burgers hun aanvallen nu op wat de kernactiviteit van de EU zou moeten zijn: het wegwerken van handelsbelemmeringen. Zij gebruiken daarbij het argument dat de bewuste EU-projecten niet enkel over handel gaan. Dat geldt voor het EU-Oekraïne-Verdrag, maar ook voor TTIP, het beoogde handelsakkoord tussen de EU en de VS.

Wat de EU en de Nederlandse regering nu zeker niet mogen doen, is de uitslag van het referendum negeren. Helaas is dat wel gebruikelijk bij EU-referenda. De Denen moesten twee keer stemmen omdat ze in 1992 eerst tegen het Verdrag van Maastricht hadden gestemd. Dat Verdrag legde de grondslag voor de euro. Had men toen maar naar het volk geluisterd. De Ieren moesten twee keer stemmen over het Verdrag van Nice in 2001 dat een machtsoverdracht van de nationale staten naar het EU-niveau bewerkstelligde door de nationale veto’s af te schaffen. Het Franse en Nederlandse nee in 2005 tegen de Europese Grondwet werd genegeerd door de inhoud ervan als het ‘Verdrag van Lissabon’ gewoon goed te keuren. Als gevolg van dit verdrag werden opnieuw nationale veto’s geschrapt. Ook kwamen er nieuwe supranationale functies zonder veel legitimiteit, zoals ‘Europees President’ en ‘Europees minister van Buitenlandse Zaken’. Die laatste heeft gezien het gebrek aan eensgezindheid over het buitenlands beleid weinig in de melk te brokkelen, maar krijgt wel een ambtenarenapparaat van een paar duizend mensen.

In 2014 stemde niet-EU-lidstaat Zwitserland nipt voor het beperken van het vrije personenverkeer vanuit de EU. Dat was geen extreem standpunt, aangezien bijna een op de vier inwoners een buitenlander is en Zwitserland de afgelopen vijftien jaar meer buitenlanders heeft verwelkomd dan welk ander Europees land dan ook. Toch weigert de EU de facto te heronderhandelen over de aanpassing van het EU-akkoord met Zwitserland en suggereert ze zelfs om de bevolking opnieuw te laten stemmen.

Geen flexibel antwoord

De afgelopen twaalf maanden waren er nog twee referenda waarbij de bevolking tegen de EU stemde: in Griekenland stemde een meerderheid tegen de voorwaarden die zijn verbonden aan het derde pakket Europese miljardensteun. Het pakket werd gewoon uitgevoerd zoals gepland, maar loopt alweer spaak. In Denemarken, tot slot, stemde de bevolking tegen de eis van de EU om meer bevoegdheden af te staan aan de EU als de Denen de samenwerking met Europol wilden behouden. Ook hier weigert de Europese Commissie een flexibel antwoord te geven.

Zelfs wanneer een groot land als het Verenigd Koninkrijk enkele redelijke voorstellen doet – die onder meer de interne markt van de EU versterken – en met een exit-referendum dreigt, is de reactie in Brussel vijandig en terughoudend. Nadat vervolgens een verwaterd compromis wordt gesloten, dat de kans op een Brexit misschien wel vergroot, jammert Europees parlementsvoorzitter Martin Schulz dat zo’n Brexit tot een ‘implosie’ van de hele EU kan leiden.

Met het Nederlandse nee krijgen de EU en de Nederlandse regering de kans het anders aan te pakken. Elke lidstaat heeft een vetorecht voor het beëindigen van de voorlopige inwerkingtreding van de handelsaspecten van het EU-Oekraïneverdrag. Het zal de Nederlandse regering dus wel vergeven worden als ze, bijvoorbeeld, op dit punt geconfronteerd wordt met een Pools veto.

De Nederlandse regering kan echter wel de inwerkingtreding van de niet-handelsaspecten tegenhouden en zo de internationale partners dwingen een puur handelsverdrag te aanvaarden: dan komt er geen militaire samenwerking, wat geen groot probleem is omdat, zoals de Poolse minister van Buitenlandse Zaken zegt, de EU inderdaad ‘geen gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid heeft dat die naam verdient’. Ook komt er dan geen extra financiële steun voor Oekraïne, wat eigenlijk een goede zaak is voor de civil society in Oekraïne zelf. Nog meer geld sturen naar een failliet staatsapparaat dat al zeer kwetsbaar voor corruptie is, zou de oligarchische economische structuren juist versterken tegen een middenklasse die zich onafhankelijk van de regering in Kiev ont- wikkelt. Georgië boekte een enorme vooruitgang op het vlak van corruptiebestrijding door de grootte van de – oligarchische – staat te verkleinen.

Signaal

Zodoende zou dan eindelijk geluisterd worden naar een signaal van de bevolking. Ook wordt het EU-Oekraineakkoord dan ook echt een handelsverdrag, iets wat veel nee-stemmers niet erg zouden vinden. Er wordt een signaal gegeven aan Poetin en zijn kliek dat de EU – en het Westen – gewoon handel drijft met wie zij wil, zonder Oekraïne te dwingen geostrategisch te kiezen tussen zijn spreekwoordelijke vader en moeder.

De Europese Commissie zou de Nederlandse regering zelfs openlijk kunnen adviseren voor deze oplossing te kiezen. Daarbij zou ze in de aanloop naar het Britse referendum over het EU-lidmaatschap op 23 juni een belangrijk signaal geven aan de Britse bevolking dat de EU wel degelijk in staat is tot flexibiliteit, en oprecht de kloof met de burger wil dichten.

 

De auteur is hoofd van de Brusselse vestiging van denktank Open Europe. Deze tekst verscheen gisteren op De Volksrant.nl.

Categorieën

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties