JavaScript is required for this website to work.
post

Faillissementen zijn nuttig

Paul Becue22/1/2020Leestijd 4 minuten
Het faillissement van Thomas Cook was één van de zwaardere van de afgelopen
jaren.

Het faillissement van Thomas Cook was één van de zwaardere van de afgelopen jaren.

foto © Reporters / DPA

‘Faillissement’ heeft een te negatieve bijklank en is net nuttig. Het houdt de economie gezond en dient als leerschool voor jonge ondernemers.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De faillissementen in België stegen gedurende 2019 met bijna 9 %, tot iets meer dan 10.700. We komen zo praktisch aan het tweede slechtste jaar ooit, ondanks het feit dat de conjunctuur toch zo slecht niet was.

Discrepantie statistieken

Begin januari krijgen we altijd de voorlopige faillissementscijfers van het handelsinformatiebureau Graydon. Deze kwamen uit op 11.817 faillissementen voor 2019, maar de FOD Economie zit aan een cijfer van rond 10.700. Het verschil tussen beiden bronnen is te verklaren, maar daar gaan we nu niet op in. We baseren ons op de cijfers van de FOD Economie.

Twee soorten insolventie

Een faillissement impliceert dat een bedrijf juridisch dood is: er is geen weg terug. De betrokken werknemers verliezen hun werk. Daarnaast is er ook nog de gerechtelijke reorganisatie, waarbij bedrijven met de hulp van een tijdelijke bescherming tegen hun schuldeisers kunnen werken aan een herstructureringsplan. De patiënt/het bedrijf is ziek, maar nog niet reddeloos verloren. Er zullen wel afvloeiingen van werknemers volgen, samen met een reductie en herschikking van de schulden ten nadele van onder andere de leveranciers.

Hierover publiceert de FOD Economie geen cijfers, wat erg jammer is. Graydon doet dit wel af en toe: ze schommelen tussen de 800 tot 900 gerechtelijke reorganisaties per jaar.

Goed nieuws: kunstmatige oorzaken

De sterke stijging in 2019 is evenwel terug brengen tot een paar wetswijzigingen, en dus niet aan een slechte conjunctuur.

Er is ten eerste de nieuwe insolventiewet van 11 augustus 2017 (van toepassing sinds 1 mei 2018), die samen met de nieuwe wet van 15 april 2018 houdende hervorming van het ondernemingsrecht, een nieuwe definitie introduceerde van het begrip onderneming.

Vroeger was een onderneming grosso modo ofwel een vennootschap (bijvoorbeeld een NV of naamloze vennootschap), ofwel een eenmanszaak. In totaal waren er circa 900.000. Maar sinds 1 mei 2018 omvat de onderneming ook verenigingen (zoals vzw’s) en vrije beroepen (zoals dokters, advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders, …). Die kunnen nu ook failliet gaan Het aantal ondernemingen steeg zo fors tot 1,2 miljoen, of met ongeveer 33 %.

De stijging van de faillissementen is dus veel kleiner dan de toename van het aantal ondernemingen, hetgeen de falingsgraad naar beneden duwde van 1,1 % naar 0,89 %. Dat is positief en ook logisch: bij een vrij beroep is men met zijn persoonlijk vermogen verbonden aan de goede gang van zaken van zijn activiteit, net zoals bij een eenmanszaak. Dit is veel minder het geval bij een vennootschap: bij faillissement verliest men in principe enkel het ingebrachte kapitaal, zodat men dit gemakkelijker failliet wil laten gaan.

Zombiebedrijven

Een tweede nieuwe wet pakte de zombiebedrijven aan, of ondernemingen die heel zwak zijn. We komen daar later nog op terug, maar volgens de OESO zijn 9% van de Belgische ondernemingen ‘walking dead’.

Door de wet van 17 mei 2017 krijgen de kamers voor ondernemingen in moeilijkheden veel meer mogelijkheden om de gerechtelijke ontbinding van deze bedrijven in gang te zetten, bijvoorbeeld als zeven maand na de afsluiting van het boekjaar nog geen jaarrekening is neergelegd. Deze kamers zijn de vroegere depistage  bij de ondernemingsrechtbank, die binnen het kader van de preventie zwakke bedrijven opsporen. Het arrondissement Luik pakte op die manier de zombies aan, en andere arrondissementen schoten ook in gang.

Slecht nieuws: België kent relatief hoge stijging

De kredietverzekeraar Euler Hermes publiceert al jaren een insolventie-index die de evolutie van de faillissementen in de diverse landen van de wereld onderling vergelijkbaar maakt door een vorm van indexering, waarbij het de faillissementen van het jaar 2000 gelijkstelt met 100. Daaruit blijkt dat op internationaal vlak de faillissementen in 2016 ongeveer 7% lager waren dan in 2000 (voornamelijk in de USA, Japan, Duitsland, UK, ..): dit is heel uitzonderlijk. Normaliter ontstaan door de economische groei meer bedrijven, wat tot meer falingen zou moeten leiden.

Wat we nu meemaken is dus uniek: het komt door de agressieve lagerentepolitiek van de centrale banken en de overvloedige beschikbaarheid aan liquiditeiten waardoor zieke bedrijven het langer kunnen uithouden. Ook werden er internationaal meer inspanningen gedaan om faillissementen te voorkomen, bijvoorbeeld door de gerechtelijke reorganisatie en de minnelijke procedure.

Maar in België waren de faillissementen anno 2016 een goede 35 % hoger in vergelijking met 2000 (onder andere als gevolg van het opkuisen van zombies). In 2019 zijn de faillissementen in de wereld wel opnieuw gestegen en zijn ze nu 20% hoger ten opzichte van 2000, en in België is het faillissementsniveau ondertussen 57% hoger dan in 2000.

Faillissementen relativeren

Een faillissement is natuurlijk niet prettig, maar langs de andere kant is het onvermijdelijk. Ook moet men de zaken relativeren: 80 % van de faillissementen in België heeft praktisch geen werknemers in dienst, en is dus zeer klein (denk maar aan cafés). De negatieve impact op de omgeving is dus klein. Grote faillissementen met meer dan 100 werknemers blijven meestal beperkt tot 15 per jaar.

Het grootste faillissement in de Belgische geschiedenis vond plaats anno 2001, toen Sabena met 7.000 werknemers over kop ging, maar dit overheidsbedrijf werd meer geleid door politieke belangen dan bedrijfseconomische maatstaven.

2019 was wel een jaar met twee negatieve uitschieters: het poetshulpbedrijf Belle’s Cleaning uit Kortrijk met 636 werknemers, en het reisbureau Thomas Cook met 630 werknemers. Maar aan de andere kant werden diverse onderdelen van Thomas Cook (onder andere Neckermann) overgenomen door derden waardoor veel arbeidsplaatsen gered werden. De circa 21.500 arbeidsplaatsen die in 2019 door een faillissement in eerste instantie verloren zijn gegaan, worden later weer snel gerecupereerd door onder meer overnames.

Faillissementen zijn zelfs nuttig op langere termijn doordat zieke bedrijven plaats maken voor nieuwe en creatieve bedrijven. Dit komt op termijn de economie ten goede: er is meer innovatie. De Oostenrijkse econoom Schumpeter sprak van creatieve vernietiging. Dit komen en gaan van bedrijven wordt ook nog de turbulentie genoemd, maar op internationaal vlak is die laag in België.

Failliet verdient geen stigma

We onderscheiden drie soorten gefailleerden: zij die onbekwaam zijn als manager, zij die fraude plegen, en zij die pech hebben (zoals tijdens de zware crisis in 2008-2009).

Deze laatste ondernemers verdienen een tweede kans: ze hebben immers risico’s genomen die inherent zijn aan het ondernemerschap. Bij een tweede kans zullen ze waarschijnlijk meer succes hebben doordat ze lessen zullen getrokken hebben uit hun falen.

Veel grote ondernemers zijn ooit failliet gegaan voordat ze doorbraken: Henry Ford, Walt Disney, Trump,… Een bekwame ondernemer verdient omwille van een faillissement geen stigma, maar respect, zoals in de USA. Ik heb dit trouwens grondig geanalyseerd in een boek geschreven voor de denktank Itinera twee jaar geleden.

Paul Becue is lic. Rechten, TEW en Diplomatieke Wetenschappen. Hij heeft een lange ervaring in de financiële sector. Zijn boeken over kredietverzekering gelden als de referentie. Hij is algemeen voorzitter van de Vereniging Vlaamse Academici (VVA) en voorzitter OVV.

Commentaren en reacties