JavaScript is required for this website to work.
post

Franca Viola en de afschaffing van het ‘herstelhuwelijk’ in Italië

Philip Roose3/8/2017Leestijd 4 minuten
Franca Viola

Franca Viola

foto © Pinterest

Verkrachting is voortaan strafbaar in sommige landen van het Midden-Oosten. Eindelijk. Maar nog niet zo lang geleden ‘kon’ het nog in Italië.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Vorige week was er goed nieuws voor de vrouwenrechten in het Midden-Oosten. In Tunesië werd elk geweld tegen vrouwen bij wet verboden. En eergisteren schrapte het Jordaanse parlement artikel 308 uit het Wetboek van Strafrecht. Het afschaffen van deze ‘verkrachtingswet’ is een belangrijke stap richting bescherming van de persoonlijke integritiet van de Jordaanse vrouwen. Voordien konden verkrachters hun straf ontlopen door met het hun slachtoffer te trouwen. Ouders stemden meestal in met zo’n ‘herstelhuwelijk’ om de eer van de familie te redden. Dit bericht over de ‘verkrachtingswet’ deed me denken aan het boek Niente ci fu (‘Er is niets gebeurd’) van de Siciliaanse schrijfster Beatrice Monroy over het leven van Franca Viola.

Verkrachting

Franca Viola (1948) was een boerendochter uit het landelijke Alcamo, in het noordwesten van Sicilië. Op vijftienjarige leeftijd verloofde zij zich, met toestemming van de ouders, met Filippo Melodia. Filippo was een familielid van de lokale maffiabaas Vincenzo Rimi en afkomstig uit een rijke familie.

Enkele maanden later werd Filippo Melodia gearresteerd voor diefstal en lidmaatschap van de maffia. De vader van Franca, Bernardo Viola, verbrak daarop de verloving. In het Sicilië van de jaren 60, zeker op het platteland, was dit een ongeziene vernedering. Het duurde niet lang of de familie van Franca werd het slachtoffer van een reeks van gewelddadige bedreigingen en intimidaties: hun wijngaard werd vernield, een aangrenzende stal brandde uit, en Bernardo Viola werd meermaals bedreigd met een pistool. Maar niets van dit alles deed Franca’s vader van gedacht veranderen..

Op 26 december 1965, twee jaar later, werd de zeventienjarige Franca ontvoerd door de afgewezen verloofde Filippo Melodia. Hij bracht haar met behulp van een tiental handlangers onder dwang naar een geheime locatie op het platteland, waar hij haar verkrachtte. Zoals toen gebruikelijk was, werd na enkele dagen de vader van Franca gecontacteerd door enkele familieleden van Filippo. Ze nodigden hem uit voor de zogenaamde ‘paciata’: een bijeenkomst waarin de plooien tussen de betrokken famlies glad gestreken werden (‘pace’ = vrede). Eigenlijk wou men de ouders van Franca tot een ‘herstelhuwelijk’ dwingen: de schade was toch geleden, ze konden maar best de eer van hun dochter ‘herstellen’. De vader en moeder van Franca deden alsof ze hiermee instemden en kwamen zo te weten waar Franca zich bevond. De volgende dag, op 2 januari, bevrijdde de politie Franca uit haar gevangenschap en werden Filippo Melodia en zijn handlangers gearresteerd. Franca Viola werd zo de eerste vrouw in Italië die een herstelhuwelijk weigerde.

Herstelhuwelijk

Volgens de heersende Zuid-Italiaanse moraal van die tijd, had Franca moeten trouwen met haar ontvoerder/verkrachter om haar eer, en die van haar familie, te redden. Een verkrachte vrouw was in die dagen immers getekend voor het leven als ‘ontrouwbaar’. Door te trouwen ‘herstelde’ ze niet alleen haar eer, maar verloste ze de verkrachter ook van strafrechterlijke vervolging. De verkrachting werd daarna als het ware ‘seks voor het huwelijk’. In strijd met de toenmalige zeden en moraal maar geen misdrijf. Een verkrachting binnen het huwelijk was wettelijk gezien onmogelijk, omdat een vrouw verplicht was tot geslachtsgemeenschap met haar man. Daarenboven bestond er in 1965 nog steeds het artikel 544 van het Italiaanse Wetboek van Strafrecht. Daarin stond dat de misdaad van en een eventuele eerder opgelopen veroordeling voor verkrachting verviel, zelfs tegen een minderjarige, als dit werd gevolgd door een ‘herstelhuwelijk’ tussen de verdachte en/of veroordeelde en het slachtoffer.

Fuitina

De rechtszaak tegen Filippo Meldia zorgde in die tijd voor heel wat controverse en werd het onderwerp van verschillende parlementaire vragen. Tijdens het proces probeerde de verdediging tevergeefs om het meisje in diskrediet te brengen. Ze beweerden dat het meisje instemde met de ‘schaking’, de zogenaamde ‘fuitina’. Die ‘fuitina’ werd beschouwd als een gebaar dat tot doel had het verkrijgen van de toestemming voor het huwelijk, en zo de familie voor een ‘fait accompli’ te plaatsen: de eer werd geschonden om met een huwelijk te worden hersteld. Dit hoefde niet steeds gepaard te gaan met geweld. Soms mochten twee verliefden niet trouwen wegens een te kleine bruidschat of onderlinge familievetes, en ‘vluchtten’ ze vrijwillig met elkaar om de ‘eer’ te schenden. Tot op vandaag een vaak voorkomende ‘traditie’ in de Siciliaanse volksbuurten.

Het ‘fuitina’-pleidooi van Filippo’s advocaten mocht niet baten. Hij werd veroordeeld tot elf jaar gevangenisstraf, teruggebracht tot tien jaar met twee jaar huisarrest. Daarenboven werd hij voor de duur van de straf verbannen uit Sicilië naar de Noord-Italiaanse stad Modena. Ook zijn handlangers kregen zware sancties opgelegd.

Afschaffing artikel 544

Ondanks de weerklank van deze rechtszaak, werd het beruchte artikel 544 van het Wetboek van Strafrecht, pas in 1981 afgeschaft. De jaren 60, 70 en begin de jaren 80 waren hoogdagen voor de Italiaanse vrouwenrechten, zoals elders in West-Europa. Zo werd het verbod voor vrouwen om voor de overheid te werken in 1963 afgeschaft. In datzelfde jaar werd het ontslag van een vrouw wegens huwelijk of moederschap verboden. In 1970 kwam er na een referendum de eerste echtscheidingswet. Vijf jaar later kregen vrouwen gelijke rechten in het huwelijk na een grondige herziening van het Italiaanse familierecht. Het recht op abortus werd in 1978 ingevoerd. Drie jaar later, in 1981, schrapte het parlement de eremoord en het herstelhuwelijk uit het Strafrecht. Pas in 1996 werd verkrachting uiteindelijk wettelijk erkend als een misdaad tegen de persoonlijke integriteit in plaats van tegen de openbare zeden en de orde der familie.

In België gebeurde dit enkele jaren eerder, in 1989. Toch nog geen 30 jaar geleden. Vandaag is de tijd, eindelijk, rijp voor een vrouwenrechtenrevolutie in het Midden-Oosten.

Paus

In 1976 kwam Filippo Melodia vrij na tien jaar effectieve gevangenisstraf. Twee jaar later werd hij door ‘onbekenden’ vermoord met een ‘lupara’, tot voor kort de Siciliaanse methode bij uitstek om problemen mee op te lossen. Door haar moed om ‘nee’ te zeggen, het weigeren van een herstelhuwelijk en het doorbreken van de ‘omertà’, werd Franca Viola een symbool van de Italiaanse vrouwenrechtenbeweging. Een symbool van vrijheid en waardigheid voor al die vrouwen die een gelijkaardig lot deelden. Ze trouwde in 1968 met een jeugdvriend Giuseppe Ruisi en kregen samen twee kinderen. In het jaar van hun huwelijk werd ze door paus Paulus VI ontvangen in het Vaticaan. Ze kreeg in 2014 de hoogste Italiaanse onderscheiding van toenmalig Italiaanse president Giorgio Napolitano voor haar moed in de strijd tegen het ‘herstelhuwelijk’. Vandaag woont Franca Viola nog steeds in Alcamo.

Philip Roose (1979) studeerde geschiedenis in Leuven en Granada en marketing en management in Parma. Hij woont in Catania (Sicilië) en exporteert Italiaanse wijnen. Samen met Joost Houtman schreef hij het boek 'Bella Figura: Waarom de Italianen zo Italiaans zijn?' (Uitgeverij Vrijdag; verschijnt 31 mei 2018).

Meer van Philip Roose

Woorden scheppen de realiteit, of toch de perceptie ervan. Philip Roose over de instrumentalisering van taal.

Commentaren en reacties