Franse presidentsverkiezingen: het ondenkbare denkbaar?
Na l’embarras du choix komt er un choix embarrassant.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet gaat snel in de Franse politiek dezer dagen: de kansloos geachte socialistische president Hollande houdt het voor bekeken. Bij centrumrechts verdwijnen twee kopstukken, oud-president Sarkozy en de voormalige premier Juppé, die onverrichterzake een punt moeten zetten achter hun politieke loopbaan.
De commentaren bij Hollandes besluit om terug te treden (zijn mandaat loopt nog tot in mei 2017) variëren van ‘een moedige beslissing’, tot de ‘enig juiste’. Je zou voor minder medelijden krijgen met de man, président malgré lui nadat Dominique Strauss-Kahn om de bekende redenen de hoop op het hoogste ambt in de Franse politiek moest laten varen. De populariteit van Hollande was gezakt tot een nooit gezien dieptepunt. Eigenlijk had hij in 2012 vooral gewonnen omdat veel kiezers zijn rivaal en voorganger Sarkozy spuugzat waren en diens regeerperiode ook als een mislukking beschouwden.
Wie wordt straks de opvolger van Hollande? Of duidelijker: wie wordt op 7 mei de tegenkandidaat van Marine Le Pen van het Front National ? Voor de radicaal-rechtse Le Pen lijkt het inderdaad nu of nooit, dat blijkt uit de vele peilingen en haar verkiezing wordt denkbaar in het veranderde internationale politiek klimaat (cf. de Brexit en de onmogelijk geachte overwinning van Trump). Men gaat er nu al van uit dat de FN-kandidate de tweede ronde haalt. Maar tegen wie ze het zal moeten opnemen in die eindronde valt nog niet te zeggen.
De Fransen klagen graag, maar over het aantal kandidaten dat maar al te graag de strijd met Le Pen zou aanbinden hebben ze alvast niet te klagen.
Centrumrechts heeft zijn kandidaat al: de neo-gaullist en eveneens ex-premier François Fillon. Ter linkerzijde is verdeeldheid troef en de ontreddering totaal. Er zullen op zijn minst al zes of zeven socialistische kandidaten meedingen. Onder hen de voormalige minister van economie Arnaud Montebourg en zijn collega voor onderwijs, Benoit Hamon, die uit de regering van Manuel Valls stapten uit protest tegen wat zij zagen als een beleid van sociale afbraak. Naar verwachting maakt premier Valls, een dezer dagen zijn kandidatuur bekend. Naast de socialisten zijn er op zijn minst nog twee andere linkse gegadigden, de radicale Jean-Luc Mélenchon, van de Parti de Gauche, die anders dan vorige keer niet de steun heeft van de communistische partij. Die wil namelijk een eigen kandidaat naar voren schuiven. En dan hebben we het nog niet gehad over de groene kandidaat, Europarlementslid Yannick Jadot, noch over de ideologisch moeilijk te plaatsen oud-minister Emmanuel Macron, die ‘En Marche!’ stichtte, een politieke beweging die buiten de partijen staat.
Het is zeer de vraag of één van die kandidaten sterk genoeg zal zijn om:
1) in de eerste verkiezingsronde de conservatief Fillon te verslaan, u weet wel, die met zijn zogenaamd Thatcheriaans programma,
2) het in de tweede ronde te halen tegen Le Pen.
Ze moeten het maar hopen, anders dreigt een herhaling van het scenario van 2002, toen links zich in arren moede achter neo-gaullist Jacques Chirac moest scharen om vader Le Pen de pas af te snijden. In 2017 zou het nog pijnlijker kunnen worden: stel je voor dat socialisten en communisten voor Fillon moeten stemmen om Marine Le Pen toch maar uit het Elysée te houden! Fillon is immers de man van het streng herstelbeleid, die 500.000 ambtenaren wil ontslaan, de overheidsuitgaven drastisch wil terugschroeven, en de vakbonden wil verzwakken, onder meer door de werktijd via overeenkomsten op bedrijfsniveau te laten bepalen. Fillon is de man die de immigratie verder wil beperken, gezinshereniging wil bemoeilijken en voor migranten strenge voorwaarden koppelt aan de toegang tot de sociale zekerheid.
Wat is met andere woorden voor links het somberste perspectief: de eigen aanhang moeten vragen in de tweede ronde voor Fillon stemmen? Of in godsnaam dan maar voor Marine Le Pen? Alles lijkt mogelijk, maar beide opties zijn voor de linkse partijen extreem vernederend. Marine Le Pen werpt zich al lang op als verdedigster van de kleine man. Het FN dankt zijn succes ook in ruime mate aan ontgoochelde socialisten en communisten. Les extrêmes se touchent, dat kennen we ook bij ons. Le Pen valt Fillon niet aan op zijn aanpak van de vreemdelingen: die wijkt niet zo sterk af van de hare. Ze beschuldigt hem wel van sociale afbraak. In tegenstelling tot Fillon wil ze niet weten van een verlenging van de werkweek, van een hogere pensioenleeftijd of van een lastenverlaging die vooral in het voordeel van de bedrijven uitvalt.
Aan zulke eindronde Fillon-Le Pen zijn we nog lang niet toe. De linkse kandidaat die eerst Fillon en vervolgens Le Pen kan verslaan, zal in elk geval een echte rassembleur moeten zijn, die de tegenstelling tussen links en rechts weet te overstijgen. Misschien, heel misschien, ligt daar de kans waarop de ambitieuze, nog jeugdige en relatief onbezoedelde Emmanuel Macron hoopt.
foto’s ©reporters
Paul Muys is Antwerpenaar, Germanist, oud-leraar, oud TV-journalist, oud communicatieman: heel oud kortom. Schrijft op Doorbraak over Frankrijk en af en toe over China en Japan. Besnuffelt en beoordeelt af en toe een boek.
Shinzo Abe had grote plannen voor Japan, maar ook grote problemen: vergrijzing, nucleaire energie, immigratie, dreigende Chinese dominantie.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.