JavaScript is required for this website to work.
post

‘Franstalige onwil is voor N-VA gesneden koek’

Peter De Roover14/6/2013Leestijd 6 minuten

Communicatiespecialist Peter-Frans Anthonissen bekeek voor Doorbraak in een vorig nummer (zie ook de link onderaan deze bijdrage) al de gezondheidstoestand van de B-partijen. In deze tweede aflevering kijken we samen met Anthonissen de andere kant op. Hoe zou het zijn met de V-partijen?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Doorbraak: Als je de verhalen van de andere partijen op een rijtje zet, lijkt N-VA maar één mogelijke tegenstander te hebben en die heet N-VA.

Peter-Frans Anthonissen: ‘Het klassieke basisverwijt van de andere partijen is bekend. N-VA is een eenmanspartij met een charismatische voorzitter, een partij die voor de rest weinig andere politieke koppen in haar rangen telt. De praktijk wijst echter uit dat zulks steeds minder het geval is. De Wever concentreert zich op Antwerpen en komt minder in de schijnwerpers als partijvoorzitter. Dat is een juiste communicatiestrategie. Beide functies – partijvoorzitter én burgemeester – zijn moeilijk combineerbaar maar als burgemeester van Antwerpen is De Wever nu al de facto minister-president van één op elf Vlamingen. N-VA moet er alleszins voor zorgen dat er in 2014 voldoende bekende gezichten kunnen worden uitgespeeld, want kiezers willen ook lokale herkenbaarheid. Door de afschaffing van de rechtstreekse verkiezingen voor de Senaat komt er geen directe confrontatie tussen de kopstukken. De Europese verkiezingen zijn daarvoor niet geschikt. De opdracht voor N-VA luidt: in elke provincie één of meerdere gezichten inzetten die ook buiten de achterban kiezers kunnen overtuigen. Maar Bart De Wever blijft wel met voorsprong hét bekendste en meest aansprekende NVA-kopstuk. Logisch dus dat hij hét centrale boegbeeld wordt voor de verkiezingen van 25 mei 2014.’

Wat maakt De Wever zo bijzonder?

‘Hij heeft charisma, hij heeft oratorisch talent én hij is intelligent. Hij beschikt over drie “politieke lichaamsdelen” die het verschil kunnen maken in een campagne: een neus voor wat er leeft bij de bevolking, fingerspitzengefühl en een buikgevoelen voor politieke opportuniteiten. Dat maakt dat hij doorgaans goed weet hoe ver hij te ver kan gaan, om Jean-Luc Dehaene te persifleren. Bovendien beschikt hij nog steeds over heel veel krediet, zowel bij de bevolking als in de media. Dossiers zoals de Sinksenfoor en het eersteklassevoetbal in Antwerpen waren nu niet bepaald het schoolvoorbeeld van politieke opstekers. Nochtans glijden die als druppels water op een eendenvacht van hem af. Als burgemeester krijgt hij nu de kans om aan te tonen dat hij een bekwaam bestuurder kan zijn. Het is duidelijk dat hij daarop kan en zal worden afgerekend in 2014.’

Hij zegt het boegbeeld van de partij te willen zijn in 2014.

‘Omdat hij de absolute nummer één is en blijft in zijn partij is het essentieel te weten wat De Wever zal doen bij een grote overwinning. Blijft hij toch burgemeester – zoals hij nu aankondigt – dan ligt dat moeilijk. Verlaat hij de Scheldestad, dan zal dat eveneens niet gemakkelijk te communiceren zijn. Kortom: wordt het Schoon Verdiep een springplank of een vluchtheuvel? Naargelang het antwoord op die vraag, liggen de kaarten voor N-VA heel anders.’

Het is dus allerminst zeker dat die grote clash met Kris Peeters er ook echt komt.

‘Kris Peeters wordt hét uithangbord van CD&V, dat staat vast. Leidt De Wever écht de campagne voor N-VA of gaat hij niet voluit? Waar komt De Wever op: federaal of Vlaams? Dezelfde vraag geldt voor Peeters. Mij lijkt het aangewezen dat de minister-president de Vlaamse lijst trekt. De media zullen er in elk geval alles aan doen om er een één-tegen-één-strijd van te maken tussen de twee absolute kampioenen van de persoonlijke opiniepeilingen.’

‘Je ziet dat sp.a-voorzitter Bruno Tobback zin heeft om zich daar in te mengen, maar hij aarzelt. Tobback jr. ademt momenteel nogal wat zelfvertrouwen uit, maar hij is een real politicus die weet hoe het met Johan Vande Lanotte is vergaan in 2010 toen die werd gelanceerd als de derde ‘kandidaat-premier’ naast Marianne Thyssen en Di Rupo. Meedoen aan een wedstrijd die je niet kan winnen, is nooit verstandig. Kan iemand zich met enige geloofwaardigheid als een alternatieve nummer drie aanbieden? De verkiezingen liggen nog ver af, maar ik betwijfel of iemand zich daadwerkelijk zal kunnen mengen in het electorale duel Peeters-De Wever.’

Wat zijn de sterke punten voor N-VA?

‘Zonder enige twijfel de regering Di Rupo I. Mocht de economie alsnog onverwacht sterk aantrekken vóór de verkiezingen dan komen de kaarten uiteraard anders te liggen. Maar daar ziet het allerminst naar uit. Zowel de cijfers van de Nationale Bank, het Planbureau en de banken als die van alle toonaangevende internationale instellingen (OESO, EU, IMF) geven weinig uitzicht op een snelle verbetering van het economisch klimaat, integendeel. De groei valt stil, de faillissementen blijven stijgen, het aantal starters daalt, de werkloosheid blijft stijgen. Alle lichten staan op rood. N-VA is er de jongste jaren in geslaagd om zich te positioneren als de echte liberale partij.’

‘N-VA kan de regering-Di Rupo zwaar aanpakken op haar uitstelgedrag. Het beeld dat de Franstaligen blijven weigeren om keuzes te maken in alle belangrijke dossiers zoals de hoge belastingdruk, de rigide arbeidsmarkt en de vergrijzingsuitdaging leeft vandaag in Vlaanderen in brede kring. De Vlaamse partijen in de federale regering worden daarbij als medeplichtigen gezien en dat beeld is communicatief heel moeilijk weg te werken. De PS staat op de rem en vooral CD&V en Open Vld moeten daarvoor zwichten. De communicatiestrategie voor N-VA wordt door de zespartijenregering van Di Rupo (en voor het communautaire zelfs de achtpartijenregering) zelf aangeleverd. N-VA moet op die spijkers slaan die het diepst in het hout gaan: onverantwoord uitstelgedrag en politiek dodelijke stilstand van een federale regering zonder meerderheid aan Vlaamse zijde en met meer Franstalige ministers dan Vlaamse.’

‘Daarbij moet N-VA – als partij die grote groepen kiezers bereikt – op zoek gaan naar de perfecte mix tussen enerzijds een breed verhaal waarin zoveel mogelijk kiezers zich kunnen vinden en anderzijds voldoende duidelijkheid verschaffen over wat zij verstaat onder confederalisme. De stellingen die lijken ingenomen te zullen worden door het breed aangekondigde congres over dat thema (eind januari 2014), klinken voorlopig erg wollig en ik vermoed dat het voor de besluiten niet anders zal zijn.’

‘De verkiezingen zullen trouwens niet zozeer over de gedetailleerde vraag naar de institutionele toekomst gaan. Jobs, de economie, de bankencrisis, belastingen … daarover zal het gaan. De Franstalige onwil speelt daarbij wel nadrukkelijk mee op de achtergrond en dat is voor N-VA gesneden koek.’

‘Een grote onbekende is nog wat er gaat gebeuren in Laken. Treedt Albert II, in navolging van de paus en Beatrix, effectief af – ergens tussen 21 juli en 15 november – en bestijgt koning Filip I de troon? Wordt vooraf de koninklijke functie nog verder gestript? Maakt de nieuwe vorst nog een politieke uitschuiver in de aanloop naar de verkiezingen? Wie wordt de kabinetschef van koning Filip? En wat zullen de gevolgen van dat alles zijn op de bevolking in noord en zuid?’

Rest ons nog het Vlaams Belang. De oude-nieuwe voorzitter Gerolf Annemans probeert nieuw talent naar voren te schuiven, zoals kamerfractieleidster Barbara Pas …

‘(onderbreekt) Dat gaat, zeker op korte termijn, niet veel aarde aan de politieke dijk brengen. Volgens mij zal het Vlaams Belang niet zoveel boven de kiesdrempel uitkomen, ergens tussen 10 en 5 %. De strategie van N-VA om iedereen die een alternatief wil onder zijn vlag te verzamelen, zal in 2014 niet versleten zijn en nog VB-kiezers verleiden.’

‘Guy Verhofstadt bleef te lang de sterke man van de VLD. Wat moeten wij dan van het Vlaams Belang zeggen? Annemans draait al een eeuwigheid mee aan de top van zijn partij. Hij maakt als het ware deel uit van het meubilair. Hem nu positioneren als de nieuwe voorzitter, met nadruk op nieuw, is moeilijk te verkopen. De wetenschap dat het VB geen kans maakt om deel te nemen aan het beleid maakt die partij allicht sympathiek voor de liefhebbers van het idee van de zuivere oppositie, de aanhangers van de belijdenispartijgedachte. Maar voor alle andere kiezers ligt juist daar een groot verschil tussen enerzijds Vlaams Belang en anderzijds N-VA, dat inmiddels op vele niveaus – Vlaams, provinciaal, gemeentelijk – wel mee aan het beleid deelneemt. Onderschat bovendien niet het effect van de vele N-VA-burgemeesters, schepenen en andere lokale mandatarissen die op 25 mei 2014 ongetwijfeld zullen worden ingezet.’

‘Vergeet ook niet dat de aantrekkingskracht van het Vlaams Belang voor vele kiezers niet zozeer lag in het radicale programma maar wel in het feit dat die partij lange tijd de enige was om af te rekenen met het politieke establishment. Ook daar wordt N-VA momenteel door velen gezien als dé uitdager. Zeker wanneer de andere partijen N-VA blijven demoniseren of mensen zoals Laurette Onkelinx uitroepen dat ‘die partij’ tot elke prijs uit alle regeringen moet worden geduwd, maken de tegenstanders zelf duidelijk dat N-VA waarachtig een alternatief biedt.’

‘Ten slotte werd er bij het Vlaams Belang de jongste jaren intern te veel met meubels gesmeten. Het verloop van de zaak Morel/Vanhecke was ontluisterend. Als VLD de vergissing maakte haar rechtervleugel – Beysen, Coveliers, De Decker – behoorlijk grof uitgestoten te hebben, maakte het VB wellicht dezelfde fout met haar “relatieve” linkervleugel.’

Besluit, moeten zowat alle andere partijen wachten op zware fouten van N-VA als ze zich willen herstellen?

‘Het verhaal dat we een belastingsregering-Di Rupo hebben, zonder Vlaamse meerderheid, die weigert om de moedige sociaaleconomische beslissingen te nemen die absoluut noodzakelijk zijn, lijkt mij vandaag het gemakkelijkst communiceerbaar. En bij dat verhaal staat N-VA, misschien zelfs als enige, aan de zijde van de winnaars. De zwakke punten – het te rigide arbeidsmarktbeleid (denk aan de index), de belastingen (die ondanks alle beloften keer op keer worden verhoogd), het anti-ondernemingsklimaat (zie de alarmerende verklaringen van Luc Bertrand, Marc Saverys en vele andere bedrijfsleiders) en de vergrijzingstsunami (elke week moet er een nieuw rusthuis worden gebouwd. Wie gaat dat betalen?) – situeren zich op het Belgische niveau en daar zit N-VA op rozen, want in de oppositie.’

‘Elk succesverhaal is eindig, ook dat van N-VA en Bart De Wever, zoals hij trouwens zelf heeft aangegeven in een vraaggesprek met De Tijd. Maar dat eindpunt ligt niet in 2014. Er zit nog geen sleet op het verhaal van die partij. De hamvraag is alleen: met hoeveel zetels voorsprong wordt N-VA de grootste? Anders gezegd: wordt zij inderdaad incontournable of niet? Het worden nog bijzonder spannende maanden tot 25 mei 2013. De verkiezingscampagne is de facto al gestart.’

http://www.doorbraak.be/nl/nieuws/hoe-zou-het-nog-met-de-b-partijen-zijn

Peter De Roover was achtereenvolgens algemeen voorzitter en politiek secreteris van de Vlaamse Volksbeweging , chef politiek van Doorbraak en nu fractievoorzitter voor de N-VA in de Kamer.

Meer van Peter De Roover
Commentaren en reacties