Gele hesjes in Molenbeek?
Molenbeek
foto © Reporters
Zijn de rellen op oudejaarsnacht de laatste druppel? De reacties van politici én burgers geven aan dat er in Molenbeek iets veranderd is.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe burgemeester van Molenbeek, Cathérine Moureaux, sprak harde woorden na de rellen die de oudejaarsavond in haar gemeente ontsierd hadden. De jongerenbendes die brand gesticht hadden en winkels beroofd en vernield, mogen geen gevoel van straffeloosheid krijgen, zei ze. Zo een uitspraak van een socialistische politica is naar Molenbeekse normen bepaald vernieuwend. Tot niet zo heel lang geleden kon elke jonge crimineel op principieel begrip rekenen vanuit de linkerzijde. Jongeren en hun families verantwoordelijkheidszin bijbrengen en doen betalen voor hun wandaden: wie zo iets durven te opperen werd meteen als een racistische reactionair afgedaan.
De vader van de huidige burgemeester, Philippe Moureaux was zo een twintig jaar lang het boegbeeld van een strikt politiek-correcte wereldbeeld, gebaseerd op een onwrikbare geloof in de juistheid van de marxistische analyse. Alles was klassenstrijd, en wie het durfde te hebben over spanningen en wrijvingen in het multiculturele Molenbeek werd door hem streng terecht gewezen. Zoals voor een groot deel van de linkerzijde had hij de allochtone burgers van dit land als het nieuwe proletariaat geadopteerd.
Voortschrijdend inzicht
Philippe Moureaux was atheïst, maar door zijn tweede huwelijk met een Marokkaanse vrouw had hij een positieve kijk gekregen op de islam. Dit en zijn ideologische strakheid maakte dat hij de realiteit van zijn gemeente niet altijd kon of wou zien. Losgeslagen jongeren bleven voor hem in de eerste plaats slachtoffers van het kapitalistisch systeem. Hij zag te laat dat ze de ideale prooien waren van radicale predikers.
Toen kwamen de aanslagen en wist heel de wereld waar Molenbeek lag.
Philippe Moureaux mocht dan wel een rigide marxist zijn, maar dat belette niet dat hij niet lang voor zijn dood tot een interessant voortschrijdend inzicht kwam. Het siert hem dat hij niet in het eigen ideologische grote gelijk bleef vastzitten nadat gebleken was hoezeer zijn gemeente een basis was geworden voor islamitische radicalisme. Nadat hij het bestuur had moeten overlaten aan de liberale Françoise Schepmans, gaf hij toe dat hij zich op de evolutie van zijn gemeente had miskeken en de perfide gevolgen van de gettovorming danig had onderschat. Door zijn geloof in de allesbepalende invloed van de klassenstrijd had hij te weinig ingezien hoe groot het belang van immateriële factoren zoals religie en communautarisme wel waren in Molenbeek. Tot dat inzicht was hij gekomen toen bewoners uit de buurt waar de terrorist Abdeslam was opgepakt tegenover hem hadden toegegeven dat zij wel wisten dat die zich daar schuilhield, maar dat niet hadden willen zeggen om zijn familie geen oneer aan te doen.
Pak voor hun broek
Het is te hopen dat Philippe Moureaux het met zijn dochter Cathérine over zijn laattijdige besef heeft gehad. Haar eerste reactie na de woelige oudejaarsavond wijst in die richting. Maar het zou ook kunnen dat de nieuwe burgemeester meteen gevoeld heeft dat de allochtone gemeenschap van haar gemeente de baldadige jongerenbendes meer dan beu is. Want het zijn vooral de gewone Molenbekenaren, van welke afkomst ook, die het slachtoffer zijn van het geweld en de brandstichtingen. Hun verontwaardiging is nu zo groot dat ze geen blad voor de mond nemen en minder last hebben van politiek-correct taalgebruik dan de lokale politici.
Op de Brusselse stadstelevisie Bruzz was een vrouw te horen die zei dat als haar zoon erbij was geweest ze hem een pak voor zijn broek zou verkopen. Een andere vroeg zich verontwaardigd af waarom de politie niet sneller had ingegrepen. Blogster Sara Lou, met hoofddoek, schold de herrieschoppers uit in een meteen massaal gedeelde videoboodschap omdat ze eens te meer alle vooroordelen tegen Molenbeek zouden hebben bevestigd: ‘Jullie hebben rechtstreeks campagne gevoerd voor extreem-rechts’ besloot ze. De jonge blogster besloot haar tirade met de bewering dat de jongeren niet tot ‘onze gemeenschap’ behoren.
Dat doen de jongeren die Molenbeek in rep en roer zetten maandagavond net wel, en daarom is het zo belangrijk dat die gemeenschap zich niet langer houdt aan een zwijgplicht. Journalisten kregen echter te horen dat er nog veel angst bestaat voor represailles, voor wie het zou aandurven klacht in te dienen of met het onderzoek mee te werken. ‘Ik heb geen zin om mijn winkel te zien afbranden’ zei een winkelier die had gezien hoe goed de bendes georganiseerd waren.
Kop in het zand
Maar toch is er na de dramatische gebeurtenissen iets gekanteld in Molenbeek. De politieke partijen zijn er door hun dubbelzinnige houding en electoraal opportunisme niet in geslaagd het jarenlange geweld van jongerenbendes in te tomen. De burgers, van alle gemeenschappen, zijn die passiviteit meer dan beu. De meest tekenende uitspraak in dit verband kwam van een buurtbewoner die zich ergerde aan de lokale ‘politiek’ die de hand boven het hoofd van sommige jongeren houden, omdat die tot ‘vooraanstaande families’ van de Maghrebijnse gemeenschap behoren. Een scherpe veroordeling van het perverse opportunistische spel dat alle politici jaren lang gespeeld hebben, waarbij ze in ruil voor stemmen hun kop graag in het zand staken. Zo kon Molenbeek ongestoord radicaliseren en kregen jongerenbendes vrij spel.
Het is te hopen dat Cathérine Moureaux de intelligentie van haar vader heeft geërfd, het politiek-correcte denken afzweert en luistert naar wat leeft bij de burgers van haar gemeente. Als ze dat niet doet, moeten de verontwaardigde burgers van Molenbeek maar meteen gele hesjes gaan dragen…
Categorieën |
---|
Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.
Joanthan Littell vertrok naar Oekraïne om een boek te schrijven over een massamoord op Joden in 1941, maar het heden haalde hem in.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.