Gemiste kansen
foto © Reporters / Andrieu
Een jaar na de val van de regering staan de onderhandelingen nog nergens. Nochtans kon dat gemakkelijk worden vermeden. Mark Deweerdt verklaart.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEen jaar al zit dit koninkrijk zonder regering met volheid van bevoegdheid, al een jaar wordt het bestuurd door een kabinet in lopende zaken dat op de koop toe niet de steun van een parlementaire meerderheid heeft – en dat allemaal, aldus Paul Goossens (De Standaard 14 december), ‘omdat de grootste Vlaamse partij zo graag een Vlexit uit België wil en haar leiders er maar niet uit raken hoe ze dit onhaalbare doel aan de hardwerkende Vlaming moeten slijten’.
Waar is de remedie?
Voorwaar een machtige partij, die N-VA. Zeg zelf: met amper 20,3 procent vóór en nauwelijks 16 procent van de stemmen na de verkiezingen van 26 mei 2019, met maar 33 zetels vóór en slechts 24 van de 150 Kamerzetels na de verkiezingen het land al twaalf lange maanden op een water-en-brood-regering zetten – je moet het maar kunnen!
Jammer dat Goossens zijn diagnose niet aanvult met de remedie. Die is nochtans heel simpel: de andere partijen hoeven maar eventjes om de tafel te gaan zitten en een anti-N-VA-coalitie vormen. Moeilijk kan dat toch niet zijn? Zelfs als ze het Vlaams Belang, de PvdA/PTB en Jean-Marie Dedecker aan de zijlijn laten staan, hebben socialisten, liberalen, christendemocraten, groenen en Défi een ruime meerderheid van 95 Kamerleden. Waar wacht dat front van staatsdragende partijen op om een strijdvaardige en daadkrachtige regering van nationale unie op het schild te hijsen?
Meer zelfs: waarom hebben die staatsdragende partijen – en deels ook het Paleis – al twaalf maanden laten verstrijken om een ‘regenboogcoalitie’ te smeden? Waarom hebben ze vier kansen laten liggen?
Op de bek
Eerste misser: het ontslag van de minderheidsregering-Michel.
Nadat de N-VA in het weekend van 8-9 december 2018 uit de ‘Zweedse’ regering-Michel gestapt/gezet was, viel die zonder parlementaire meerderheid. Tot de verkiezingen van 26 mei 2019 restten er weliswaar nog slechts vijf maanden, maar er was geen enkel beletsel om een nieuw kabinet op de been te brengen.
PS-voorzitter Elio di Rupo bazuinde echter meteen dat hij de Suédoise niet zou depanneren, en de sp.a echode hem hondsgetrouw na. Charles Michel stak nog een welwillende hand uit naar de socialisten en de groenen opdat die ten minste zijn minderheidskabinet zouden steunen, maar hun genoeglijke appetijt om hem op de bek te zien gaan was huizen hoger dan hun staatsdragend vermogen. Open VLD vond dan weer dat de premier met zijn ‘linkse’ opening te ver was gegaan. Voorzitter Gwendolyn Rutten twitterde Michels reddingspoging regelrecht de afgrond in.
Zo kon de premier niet anders dan op 18 december het ontslag van zijn regering aanbieden. Koning Filip consulteerde haastig de partijvoorzitters en aanvaardde op 21 december het ontslag. Nochtans had niets het staatshoofd kunnen beletten om, te beginnen met de aanstelling van, bijvoorbeeld, een bemiddelaar, een ernstige poging te ondernemen om een lopende zakenregime te voorkomen en een nieuwe, vol bevoegde regering te installeren.
Vervroegde verkiezingen
Tweede misser: geen parlementsontbinding en geen vervroegde verkiezingen.
Na het ontslag van de regering had het parlement zich kunnen ontbinden en hadden er begin februari federale verkiezingen kunnen plaatshebben.
Om een politieke crisis op te lossen zijn vervroegde verkiezingen weliswaar geen wondermiddel, maar niettemin een middel. Alleen al door de onverwachtheid en de korte campagne zijn ze anders dan reguliere verkiezingen. De vaderlandse geschiedenis leert dat het resultaat van vervroegde verkiezingen vaak verrassend is. Maar ook wanneer de kaarten nadien niet wezenlijk anders liggen, dan nog creëren ze een momentum dat de partijen de kans biedt met een schone lei te beginnen.
Elchardus treft raak
Los daarvan is het niet slecht en zelfs aangewezen om te horen wat de kiezers van een politieke crisis vinden. Socioloog Mark Elchardus verwoordde het treffend in De Morgen van 19 december 2018:
‘De Marrakech-stemming in de Kamer, de grootste partij die uit de regering stapt, een ploeg die achterblijft zonder de minste kans het land nog volwaardig te kunnen besturen… het is moeilijk een geschikter moment voor verkiezingen te bedenken dat dit. Ik ben de eindeloze stroom commentaren die in dit conflict het resultaat willen zien van gelukte en mislukte strategische zetten hartsgrondig beu. Het is een conflict tussen visies van wat goed is voor het land en voor de wereld. Daarover mogen partijen botsen, maar daarover moet de kiezer zich kunnen uitspreken.
Natuurlijk komen verkiezingen nu niet erg gelegen, vrij snel na de gemeenteraadsverkiezingen van oktober, niet lang voor die van mei 2019. Maar nu nagaan of de Kamer mijlenver van de bevolking verwijderd is of daarentegen die bevolking juist heeft aangevoeld, lijkt me veel belangrijker dan die praktische bezwaren. Als vertegenwoordigde democratie nog iets betekent, dan moet de kiezer zich nu kunnen uitspreken.’
Veel in veertig dagen
Voor vervroegde verkiezingen schrokken de staatsdragende partijen terug, uit vrees dat de N-VA er garen bij zou spinnen. Maar was dat zo zeker? Hoofdcommentator Bart Sturtewagen merkte in De Standaard van 24 januari 2019 op:
‘Een stembusslag rond de thema’s migratie en identiteit leek destijds te veel in het voordeel van de N-VA te zijn en werd dus door de resterende ex-meerderheidspartijen vermeden. Maar zelfs in veertig dagen kan er veel gebeuren in de politiek. Is er iemand die nog denkt dat die winterverkiezingen volledig in het teken van het VN-Migratiepact, de rechtstreekse aanleiding voor de politieke crisis, zouden hebben gestaan? Niemand kon natuurlijk voorzien hoe een geval van vermoedelijk misbruik van vertrouwen en persoonlijke verrijking bij de toekenning van humanitaire visa de onaantastbare positie van de N-VA en haar gewezen staatssecretaris Theo Francken aan het wankelen zou brengen. (…)
Maar zelfs zonder dit incident (…) was al duidelijk geworden dat er andere relevante breuklijnen zijn die de houding van de kiezers bepalen. De N-VA anticipeerde daar zelf op door haar communautaire plannen af te stoffen en via het schrikbeeld van de nakende terugkeer van de PS het risico voor het terugdraaien van haar hervormingsagenda in de markt te zetten. PS-voorzitter Elio Di Rupo werkte daar vlot aan mee, onder meer door te beloven dat hij de voorgenomen verhoging van de pensioenleeftijd tot 67 jaar zal tenietdoen. (…) Ook het klimaatprobleem laat zich niet uit de aandacht wegduwen. Vandaag betogen opnieuw spijbelende scholieren voor een ambitieuzer beleid tegen de opwarming.’
Vervroegde verkiezingen zijn er niet gekomen. We kunnen dus niet weten of er tegen 26 mei een nieuwe, slagkrachtige federale regering zou zijn geweest. We weten wel dat er tot 26 mei een regering in lopende zaken, zonder parlementaire meerderheid is geweest – en dat die er vandaag nog altijd is.
Samenvallende verkiezingen
Derde misser: het niet terugdraaien van samenvallende verkiezingen.
Vervroegde verkiezingen hadden alvast kunnen voorkomen dat er op 26 mei voor alle parlementen moest worden gestemd. Nu vielen de verkiezingen voor de Kamer en de deelstaatparlementen wél samen, en daardoor ook de vorming van de federale regering en de deelstaatregeringen – met al de politieke miserie die er sindsdien is geweest en vandaag nog altijd is.
Commentatoren en analisten zijn het er in ruime mate over eens, dat de samenvallende stembusgang een van de bepalende factoren is van de ernst en de duur van de politieke crisis. Al op 26 juni schreef hoofdredacteur Liesbeth Van Impe in Het Nieuwsblad: ‘Eén les kunnen we in elk geval wel al trekken: kan iemand alstublieft de verkiezingen voor de verschillende niveaus terug uit elkaar halen? (…) Eerlijk is eerlijk, er is een tijd geweest dat ook ondergetekende dacht dat samenvallende verkiezingen de oplossing waren voor de permanente kieskoorts die de Wetstraat teisterde. (…) Het heeft dus niet geholpen. Integendeel, er zijn door samenvallende verkiezingen een paar stabiliserende factoren weggevallen.’
En in De Morgen van 9 september stelde politoloog Carl Devos: ‘Samenvallende verkiezingen met een volatiel electoraat in een vrij proportioneel stelsel, dat gaat niet meer.’
Uitblijven wetgeving
Nochtans hadden gelijktijdige verkiezingen makkelijk en ook zonder vervroegde Kamerontbinding vermeden kunnen worden. Toen in 2011-2012, bij de zesde staatshervorming, de institutioneel absurde beslissing viel om federale, deelstatelijke en Europese verkiezingen op dezelfde dag te houden, werd, als tegemoetkoming aan de CD&V, afgesproken én in de grondwet geschreven dat de deelstaten vanaf 2014 de mogelijkheid zouden krijgen om zelf de datum van hun verkiezingen te bepalen en zodoende het samenvallen ervan met de federale en Europese verkiezingen ongedaan te maken. Daarvoor was alleen een bijzondere wet nodig. Hoewel daar bijna vijf jaar tijd voor is geweest, is die wet uitgebleven.
Het zijn de Vlaamse partijen van de ‘Zweedse’ coalitie, N-VA, CD&V en Open VLD, die daarvoor de grootste klomp boter op het hoofd hebben. Zij hadden, ondanks de communautaire standstill, bij de vorming van de regering-Michel moeten bedingen dat die niet-communautaire bijzondere wet er tijdens de kabinetsperiode zou komen.
De Wever en Di Rupo
Vierde misser: de veel te lange informatieopdracht van Vande Lanotte-Reynders.
Koning Filip krijgt alom lof voor zijn behoedzame en doordachte omgang met de politieke crisis. In feite is hij er door zijn fluwelen aanpak mee verantwoordelijk voor dat ze nog niet is opgelost.
Een regeringsvorming is zowat het enige domein waarin de koning vrij kan handelen, zonder door de (hoe dan ook aftredende) regering gedekt te zijn. Hij laat zich weliswaar inspireren of zelfs leiden door wat hij tijdens zijn consultaties verneemt, maar omdat hij de enige is die weet wat elk van de geconsulteerde politici heeft gezegd, kan hij niettemin autonome en als het moet niet voor de hand liggende keuzes maken.
131 dagen te lang
De informatieopdracht van Johan Vande Lanotte en Didier Reynders 131 dagen laten duren, van 30 mei tot 7 oktober, was geen wijze keuze. Het staatshoofd had na een korte informatieronde Bart De Wever en Elio di Rupo, de voorzitter van de grootste partij in Vlaanderen respectievelijk Francofonië, tot formateursduo kunnen aanstellen. Hij had hen daarvoor zelfs een tijdvenster van, laat ons zeggen, zes weken kunnen geven.
De kans dat ze erin zouden slagen op een N-VA–PS-bodem een regering te bouwen was wellicht klein, maar niet onbestaande. Indien het niet was gelukt, hadden we eind juli geweten dat ‘paars-geel’ een doodgeboren kind was en had van dan af aan een andere coalitie kunnen worden gewerkt. Intussen is de dood van ‘paars-geel’ nog altijd niet officieel vastgesteld. En zit het koninkrijk nog altijd in lopende zaken.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Mark Deweerdt (1952) was journalist bij De Standaard en De Financieel-Ekonomische Tijd/De Tijd, en schreef als kabinetsmedewerker toespraken en teksten voor Yves Leterme, Kris Peeters, Herman Van Rompuy en Geert Bourgeois.
Vijf maanden na de verkiezingen is er nog geen uitzicht op een nieuwe regering. Welke factoren bevorderen of bemoeilijken de regeringsvorming?
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.