JavaScript is required for this website to work.
post

Genderideologie: conservatief doembeeld, weinig realiteit

Michael Domen21/5/2020Leestijd 3 minuten
De transgendervlag

De transgendervlag

foto ©

De gevreesde ‘genderideologie’ is een fabeltje, een doembeeld van conservatief Vlaanderen dat losgeslagen is van de realiteit.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Broeder Stockman deed vorige week wat hij het beste doet: de stok in het hoenderhok gooien, over genderideologie deze keer. In een opgemerkt stuk in Acta Medica Catholica  veroordeelt hij de ‘gendertheorie’ — alsof dat één monolithisch ding is. Gemakshalve maakt hij er — zonder enige onderbouwing — de ‘genderideologie’ van. Pieter Bauwens schreef intussen een apologie van broeder Stockman. Dat de media weinig ruimte laten voor conservatieve denkbeelden, daar volg ik Pieter in. Maar niet in zijn gendervisie.

Of een genderideologie bestaat, is maar zeer de vraag. Maar zelfs al zou dat zo zijn, dan is het te kwader trouw om die te vereenzelvigen met het concept ‘gender’ an sich.

Fluïde identiteit

In zijn commentaar schrijft Pieter Bauwens dat ‘identiteit volgens dit gender-denken iets vloeiend en flexibel is’. Blijkbaar komt dit als een verrassing voor vele conservatieve denkers. Nochtans is het bijzonder intuïtief en algemeen aanvaard buiten de genderdiscussie — ook door conservatieven.

Mijn identiteit als Vlaming, politiek dakloze socialist, Europeaan, man, Doorbraak-redacteur, … is een veelgelaagd ding. Een lasagne, zoals een minister-president het ooit noemde. En al naargelang de dag en de context weegt de bechamelsaus al eens zwaarder door dan het gehakt of de pasta.

Laten we duidelijk zijn: gender is niet hetzelfde als geslacht. Als man in deze Vlaamse, West-Europese maatschappij gelden er voor mij bepaalde verwachtingen. Er is aan die verwachtingen stevig gemorreld de afgelopen vijftig jaar — en gelukkig maar — maar dat wil niet zeggen dat ze verdwenen zijn. Die maatschappelijke verwachtingen, dat beeld van masculiniteit, en het feit dat ik al dan niet bewust mijn gedrag daaraan aanpas: dát is gender.

Maatschappelijke constructie, mét biologische wortels

Broeder Stockman, en Pieter Bauwens met hem, doet het uitschijnen alsof de (fictieve) genderideologie beweert dat ‘er geen mannelijke of vrouwelijke wezens meer zijn’. Quatsch. In hun conservatieve ogen zijn gender en geslacht hetzelfde, en is het erkennen van de fluïditeit van gender dus het ontkennen van de biologische realiteit van geslacht. Maarten Boudry, contrair geboren, blijkt in hetzelfde bedje ziek.

Buiten wat radicale elementen is er ook niemand die beweert dat geslacht geen enkele invloed heeft op gender. De lichamelijke verschillen tussen mannen en vrouwen (als geslacht) hebben zonder de minste twijfel impact op de maatschappelijke rollen die mannen en vrouwen (als gender) vervullen. Mannen zijn vaak sterker, en vervullen dus vaak de meer fysiek belastende rollen. Vrouwen kunnen kinderen krijgen, en vervullen dus vaker de zorgende moederrol.

Wat conservatieven doen, is fysieke verschillen tussen de geslachten verabsoluteren en veralgemenen en daar een vast rollenpatroon aan verbinden. Een vriendin van me loopt met gemak mannelijke tegenspelers van het rugbyveld, een vriend is huisvader. Beiden voldoen niet aan absolute, traditionele genderpatronen. En zo kennen we allemaal mensen. En meestal vinden we dat weinig problematisch.

Rol van vadertje/moedertje staat

Broeder Stockman protesteert dat de staat het onderwijs oplegt om dit concept uit te dragen. Daar hebben we toch nog niet veel van gemerkt. Maar zelfs als dat zo zou zijn: tja, de staat legt ook op dat de evolutietheorie onderwezen wordt. Genesis  mag ook onderwezen worden, maar dan wel in de godsdienstles. Zo ook met gender. Het concept ‘gender’ is wetenschappelijk onderbouwd, de mensvisie van broeder Stockman niet.

Dat betekent niet dat hij die visie niet mag hebben, maar dan wel op haar plaats: in de godsdienstles – en in maatschappelijke debatten in de media. En als hij vindt dat het katholieke onderwijs bepaalde wetenschappelijke begrippen niet mag onderwijzen, dan moet hij daar zijn conclusies uit trekken. Dan moet hij maar privéscholen inrichten, zonder steun van de staat. Over die Kirchensteuer hebben we het een andere keer nog wel.

Conservatieve doembeelden

Conservatieve denkers lijken een wereld te vrezen waarin iedereen voor de gezelligheid een geslachtsverandering ondergaat, want gender is fluïde. Dat verengt het concept tot een discussie over of geslacht gender moet volgen. Dat gebeurt, in veeleer zeldzame gevallen, en dat zijn zeker geen frivole operaties. Wie dat toch beweert, toont weinig respect voor de schrijnende verhalen van transgenders.

Ultiem gaat het genderdebat om erkenning dat de realiteit veel complexer is dan het eenvoudige binaire wereldbeeld dat Broeder Stockman aanhangt. Het gaat erom dat de staat toelaat dat mensen afwijken van genderpatronen. Dat de staat niet toelaat dat wie niet aan Stockmans binaire wereldbeeld voldoet, daarvoor gediscrimineerd en geridiculiseerd wordt. Het is een vraag om respect voor de mens in alle diversiteit en complexiteit. Respect voor wie zich niet aan binaire gendernormen wil houden, net zo goed als voor wie dat wél wil.

Trouwens, zoals zo vaak beroept de eerwaarde broeder zich op de ‘judeo-christelijke traditie’. Dan moet hij toch zijn Nieuwe Testament wat beter lezen. In mijn bijbel lees ik over een man die zowel zorgzaam als toornig kon zijn. Over een opkomende religie die patriarchale mannen in haar rangen telde, maar net zo goed vrouwelijke apostels. Een conservatieve leermeester, die niettemin traditie temperde met tolerantie. Complexiteit, dus, geen simplismen.

Commentaren en reacties